Energiek en fraai geacteerd drama in negentiende-
eeuwse sfeer
eeuwse sfeer
De Kop van Jut is
een muzikale komedie die zich in hartje Haarlem afspeelt in het jaar 1912. De
tijden waren, als we door de maatschappij heen kijken, net zo arm als
tegenwoordig. De bedeling vormde de voorziening die tegenwoordig door de
voedselbank wordt ingenomen. De vrouwen die hun brood bij de Diaconie aan de
Jansstraat afhalen, roddelen en klagen heel wat af. Ze krijgen daartoe nog meer
aanleiding als de duurgeklede weduwe Christien Münnemann verschijnt. Ze vraagt
Cees Nel, de opziener van de bedeling of ze in het hofje van Guurtje aan de
Lange Annastraat terecht kan. Ze zit nu in De Liefde in de Ridderstraat, maar
daar lekt het aan alle kanten. Nel besluit haar verzoek te onderzoeken. De
vrouwen met het brood in de zak zingen de medley Bedelen bij de bedeling, zoeken eerst nog ruzie met Münnemann en
taaien daarna af naar de kermis.
Voorwaar een prachtige opening in de sfeer van het
naturalisme, niet in de laatste plaats vanwege de fraaie kostuums. De kermis
die in de volgende scène te zien is, brengt weer andere kleuren aan. We maken
kennis met een aantal spelingen van de natuur, die in een rariteitenkabinet hun
geld verdienen. Een vrouw met de baard, een andere vrouw met de vier borsten, een
dikke dame, een dwerg en een Siamese tweeling zorgen voor veel volksvermaak. De
gevoelige Angelique Sonneville kan er, anders dan haar man Derk-Jan, echter
niet van genieten. De wereld maakt haar bang en dat heeft veel te maken met
haar jeugd, die haar nog altijd parten speelt. Ze vertelt tegen haar man,
terwijl ze een wafel eten, dat de rare mensen haar bang maken om zelf een kind
te krijgen. Derk-Jan vindt dat ze haar waffel moet houden en van haar wafel
moet genieten. Natuurlijk staat er ook een Kop van Jut op de kermis die
Angelique helemaal veel angst inboezemt en waarvan de reden later duidelijk
wordt gemaakt.
De groep vrouwen blijft inmiddels de weduwe Münnemann in De
Liefde belagen, die daar jonge mannen ontvangt. Ze is inmiddels geïdentificeerd
is als de moeder van Angelique. De krachttermen zijn, ook verder in het stuk,
niet van de lucht. Het is fraai dat de vrouwen geen homogeen blok vormen, maar
allemaal hun eigen inbreng hebben. De leidster van de groep, van wie ik de naam
niet kon terugvinden, vormt het stralende middelpunt van de groep, terwijl een
ander juist angstig is. Het moet dan ook deze laatste zijn die een ruit ingooit
bij Münnemann, terwijl de anderen haar met steentjes naar buiten probeerden te
lokken. Het zorgt later voor een grapje na de opmerking van Nel over het werpen
van de eerste steen, die de laatste blijkt te zijn geweest.
De teksten van de liederen zijn al net zo spitsvondig en de
melodieën en arrangementen kennen veel verrassing. Vooral de zang van Corine
Visser als Angelique Sonneville is oorstrelend. Daarnaast roepen de smartlappen
veel sfeer op. Het publiek wordt zelfs uitgenodigd een refrein, dat aan Farce
Majeure doet denken, uit volle borst mee te zingen.
Tenslotte dient gezegd dat na de pauze de verrassing
enigszins afneemt. Op een mooie scène na in het gruwelkabinet van Doctor
Galigari, waarin de geschiedenis wordt verteld van de moorden, die Angelique
nog steeds dwarszitten omdat die door haar ouders de gepleegd werden. Gelukkig
vindt ze troost in de armen van de opziener. Geheel in lijn met de sfeer van
het stuk sluit regisseur René Retèl, die ook de tekst schreef en een bijdrage
aan de muziek verzorgde, af met een vitalistische oppepper. Het leven is, hoe
men het wendt of keert, een schat!
Hier
meer over de voorstelling op de site van Haarlemse Theatermakers, die eerder
voorstellingen brachten over drogisterij Van der Pigge en Godfried Bomans.
De Kop van Jut is
vanmiddag en vanavond nog te zien in de Toneelschuur.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten