Nieuwsgierigheid won het van de woede
Het recente bezoek van Amos Oz aan ons land, juist terwijl
de Westerse wereld door de aanslagen in Parijs op haar grondvesten trilde,
vormde een mooie aanleiding om hem te vragen hoe om te gaan met het terrorisme
van de groepering die steeds vaker Daesh wordt genoemd om de associatie met de
islam te vermijden. Vijf jaar geleden sprak Chris Kijne al eens met Oz naar
aanleiding van zijn autobiografische roman Een
verhaal van liefde en duisternis (2004). Het lijkt achteraf gezien wel een
aflevering van Wim Kayzer. Oz gaat diep in op zaken als de ziel van Israël en
manieren om het conflict op te lossen, Kijne geeft achtergrondinformatie
terwijl hij in het conflictgebied rondloopt.
Om te beginnen introduceert Kijne zijn gast als iemand die
zowel in zijn fictie als in zijn non fictie zich bezighoudt met de staat
Israël. Zijn politieke meningen verkondigt hij in kranten en zijn twijfels in
romans en verhalen.
Oz vertelt dat hij in Een
verhaal van liefde en duisternis vrede sloot met zijn overleden ouders. Eerder
was hij boos op hen, op zijn moeder die een eind aan haar leven maakte, op zijn
vader omdat die haar liet begaan. Na zijn schuldgevoelens over haar dood kwam
hij nu tot een verzoening. Nieuwsgierigheid won het van de woede.
Kijne vraagt of er ook een meer algemeen thema in het boek
behandeld wordt.
Oz vertelt dat Israël geboren is uit een grote droom, die
onder andere bijbelse en socialistische wortels heeft. De vervulling van die
droom kan echter niet anders dan een teleurstelling zijn, zoals ook geldt voor
het schrijven van een roman, werk in de tuin of de geslachtsdaad. Zijn vader
streefde naar een beschaafde seculiere samenleving zoals hij gekend had in West
Europa, waar hij vandaan kwam. Amos bespotte die droom omdat die in
onvruchtbare aarde viel. Nog steeds is Israël een ontvlambaar mengsel van
onenigheden. In de rij voor de bus wordt, terwijl men zich naar voren dringt,
hardop gediscussieerd over de toekomst, hetgeen een levendig tafereel vormt.
Maagzweren en hartaanvallen vertellen over de eigen burgeroorlogen.
Kijne begint over de vergelijking van Israël met een
vluchtelingenkamp.
Oz spreekt liever over twee vluchtelingenkampen naast
elkaar. De joden werden verjaagd uit een Europa, waarin niemand behalve zij,
zich Europeaan voelde. De onbeantwoorde liefde bleef schrijnen met als gevolg
een wond door het gevoel van ongewenstheid, hetgeen leidde tot paranoia,
onzekerheid en wantrouwen, dat door het uitoefenen van macht over de Palestijnen
werd gecompenseerd. Na veertig jaar aan elkaar is niemand meer vrij.
Kijne vraagt wie meneer Licht is die in het begin van de
roman voorkomt.
Oz vertelt dat hij uit Oost Europa afkomstig is, een
stomerij heeft en door kinderen uit de buurt werd bespot, die tegelijk bang
voor hem waren in een tijd waarin dreiging over het voortbestaan in de lucht
hing. Dat laatste bracht Oz ertoe om zelf een boek te willen worden, als het
leven als mens toch niet lukte.
Volgens Kijne laat de hartverscheurende scène iets zien van
het niet willen identificeren met het slachtoffer.
Oz bevestigt dat dit vernederd is. Kinderen van ongewenste
immigranten hebben het al moeilijk genoeg. Vandaar ook de rancune tegen zijn
ouders die revisionistische zionisten waren, een extreme soort, anders dan
bijvoorbeeld Ben Goerion, de eerste premier, die veel pragmatischer dacht.
Vanwege de standpunten van zijn ouders verliet Oz op zijn veertiende hun huis
om naar de kibboets te gaan, waar socialistische idealen in praktijk gebracht
werden.
Vervolgens gaat het gesprek verder over de politieke
ontwikkeling van Israël en de oorlogen die gevoerd werden tegen de Arabieren.
Volgens Oz waren de bezettingen geen succes. Hij waarschuwde eerder voor
bedwelming door militaire macht, die zich tegen de staat kan keren. Negen jaar
na de Zesdaagse oorlog in 1967 kwam Begin aan de macht, die als havik een
historisch ontmoeting had met Sadat, hetgeen door Oz wordt betiteld als
dialectische ironie. De oorlog met Libanon in de jaren tachtig maakte echter
een eind aan de goede bedoelingen. Likoed verstevigde de macht, ook door de
starre houding van de Arabieren. Oz neemt de angst onder de burgers graag
serieus. De afstomping onder de mensen hangt samen met de
nederzettingenpolitiek. Hij beschreef dit in de roman De derde toestand (1993) aan de hand van hoofdpersoon Fima die stelt
dat ethische normen ondermijnd worden door de militaristische geest. In de
jaren negentig zag Rabin het gevaar dat Israël dreigde af te glijden naar een
land als Zuid Afrika en daarom sloot hij een akkoord met Arafat dat echter door
beiden niet met geestkracht ondersteund werd. Barak ging eind jaren negentig heel
ver in concessies tijdens de verdragen van Camp David, hetgeen teleurstelling
opleverde in Israël, maar desondanks is Oz niet pessimistisch dat het er toch
nog eens van komt. Vooral omdat de burgers met de twee staten oplossing voor de
leiders uitlopen. In De derde toestand
beschrijft hij in een monoloog van een taxichauffeur hoe een gebedskleed
doormidden wordt geknipt, hetgeen symbool staat voor de scheiding tussen de
twee groepen. Hij is het eens met zijn collega David Grossman dat Israël moreel
bankroet is, maar ziet tot mogelijkheden voor een oplossing, misschien wel door
uitputting van het conflict. Het is in de grotere context van belang dat Israël
bondgenoten zoekt om het radicalisme in het Midden Oosten tegen te gaan. En
daarmee zijn we weer terug naar de dag van vandaag waar toch nog bitter weinig bereikt
is als men er tenminste niet van uit gaat dat een kernoorlog tot de
mogelijkheden behoorde.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten