Zien en gezien worden is een basisbehoefte
Schrijver en toneelschrijver Peter Verhelst probeert met Hotel Malaria door te dringen in het
wezen van onze persoonlijke ontmoetingen. In hoeverre zien we elkaar en worden
we door elkaar gezien? Het zijn belangwekkende vragen waar in dit ondermaatse
vaak aan voorbij gegaan wordt en die af en toe wel weer eens boven tafel mogen
komen, al is het daarbij wel de vraag of de manier waarop Verhelst het thema
vormgeeft nog wel van deze tijd is.
Hotel Malaria
begint met fraaie openingsbeelden. Nadat de spot gedoofd wordt die op het publiek was
gericht en die het toneel in het duister hulde - een eerste aanwijzing is dat
hetgeen we te zien krijgen zich in het verborgene afspeelt – ,
ontwaren we een vrouw op een kruk met de blote rug naar ons toe en verderop een
man liggend tussen snippers hout naast een hakblok. De lampen die achter hen
schijnen doen denken aan het licht van de zon die een baan rond de aarde trekt
en in de wolken verdwijnt. Deze wolken blijven de hele voorstelling op de
achtergrond hangen en geven een ijlheid aan alles wat op het podium
gebeurt. Het verdere beeld behelst de man, gekleed in een jas met een kap die
met de bijl krachtige slagen in het hout maakt, hetgeen fraai auditief
ondersteund wordt. De associatie met een beul vervaagt als hij het hout ruikt,
zich er met een zinnelijk verlangen door laat bedwelmen. De vrouw ondertussen
lijkt te popelen om zich in het wat megalomane schouwspel te mengen. Ze krijgt
daartoe de kans als de man haar toeroept dat ze zich kan gaan opfrissen in de
badkamer zo ze dat wenst.
In de interpretaties die vooraf op schrift gesteld werden
zou het kunnen gaan om een prostitué die een eenzaat bezoekt of om een
verpleegster die om de zoveel tijd een hulpbehoevende oude man haar zorg
aanbiedt. De vrouw zelf vertelt ons dat ze, aan het eind van haar leven gekomen,
na een brief vol leugens aan haar echtgenoot gevlucht is, in een hotel
getrokken is, vanwaar een man vanaf de oever van de rivier haar aandacht trok. Ze
werd getroffen door de manier waarop hij naast haar keek en haar recht aankeek. Er volgde een briefwisseling, uitmondend in een contract, waarin hij
gedwongen wordt haar te helpen. Scherper kan de verhouding tussen twee mensen
niet geslepen worden.
Tijdens de laatste momenten wordt teruggeblikt op het leven.
De man is teruggekeerd naar het huis van zijn jeugd om zijn herinneringen
achter zich te laten en de stilte te vinden, maar kan alleen door een ander uit
zichzelf kruipen. De waarheid heeft volgens de man meer te maken met wat hij
wilde dan met hoe het was. De lichaamshoudingen van de man en de vrouw verraden
zowel spanning als een behoefte om los te laten en te dansen, maar het zijn
slechts gelokaliseerde bewegingen, waarin de schuchterheid overheerst. Het
belangrijkst is om te zien en gezien te worden, hetgeen op zich ook weer
problematisch is. De man snuift in de nek van de vrouw om zijn verlangen te
bevredigen, de vrouw maakt haar schoenen los, doet haar oorbellen af, laat haar
haren vrij en wil weten hoe het was met de vroegere vrouw van de man, hoe hij haar zou
beminnen als zij zijn vroegere vrouw was. Het is een zoekend tasten zoals
heel mooi blijkt uit het fragment dat de vrouw vervolgens in al haar
kwetsbaarheid uitspreekt:
‘Ik zou u graag
vertellen over het huis dat ik mooi had willen maken. Niet gewoon om een huis
mooi te maken, maar om te kunnen vertellen over het eten dat ik er zou
klaarmaken. Niet het eten zelf, maar hoe ik aan het aanrecht sta en al die
dingen op een bord leg. Niet hoe ik ze op een bord leg, maar hoe ik me heb
aangekleed. En hoe u dan naar me zou hebben gekeken. Hoe u me heel traag in de
vorm van mijn lichaam zou hebben gekeken.’
Zelfs al doet de enscenering denken aan de jaren zeventig
(van de vorige eeuw moet ik daar tegenwoordig bij schrijven), waarin collega’s
van Verhelst zoals Peter Handke hun talige ideeën over onze toch tamelijk
onbegrijpelijke existentie uitdiepten, mooier kan ons diepe, maar nauwelijks
bereikbare verlangen naar eenwording nauwelijks geformuleerd worden.
Spelers: Lien Wildemeersch en Bert Luppes. Regie: Peter
Vermeersch. Foto: Kurt van der Elst.
Hier een mooie
uitwisseling tussen de spelers en met de regisseur over Hotel Malaria op vimeo, waarin ook gesproken wordt over de oortjes die
de spelers in hebben om elkaar stemmen goed te kunnen horen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten