Welcome, reader! According to Antony Hegarty in this second decade of the new century our future is determined. What will it be? Stays all the same and do we sink away in the mud or is something new coming up? In this blog I try to follow new cultural developments.

Welkom, lezer! Volgens Antony Hegarty leven we in bijzondere tijden. In dit tweede decennium van de eenentwintigste eeuw worden de lijnen uitgezet naar de toekomst. Wat wordt het? Blijft alles zoals het is en zakken we langzaam weg in het moeras van zelfgenoegzaamheid of gloort er ergens iets nieuws aan de horizon? In dit blog volg ik de ontwikkelingen op de voet. Als u op de hoogte wilt blijven, kunt u zich ook aanmelden als volger. Schrijven is een avontuur en bloggen is dat zeker. Met vriendelijke groet, Rein Swart.

Laat ik zeggen dat literaire kritiek voor mij geen kritiek is, zolang zij geen kritiek is op het leven zelf. Rudy Cornets de Groot.

Do not go gentle into that good night, Old age should burn and rage at close of day; Rage, rage against the dying of the light. Dylan Thomas.

Het is juist de roman die laat zien dat het leven geen roman is. Bas Heijne.

In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. Johannes.



woensdag 4 november 2015

Theaterrecensie: Hotel Malaria, NT Gent, Toneelschuur, 3 november 2015


Zien en gezien worden is een basisbehoefte

Schrijver en toneelschrijver Peter Verhelst probeert met Hotel Malaria door te dringen in het wezen van onze persoonlijke ontmoetingen. In hoeverre zien we elkaar en worden we door elkaar gezien? Het zijn belangwekkende vragen waar in dit ondermaatse vaak aan voorbij gegaan wordt en die af en toe wel weer eens boven tafel mogen komen, al is het daarbij wel de vraag of de manier waarop Verhelst het thema vormgeeft nog wel van deze tijd is.

Hotel Malaria begint met fraaie openingsbeelden. Nadat de spot gedoofd wordt die op het publiek was gericht en die het toneel in het duister hulde - een eerste aanwijzing is dat hetgeen we te zien krijgen zich in het verborgene afspeelt – , ontwaren we een vrouw op een kruk met de blote rug naar ons toe en verderop een man liggend tussen snippers hout naast een hakblok. De lampen die achter hen schijnen doen denken aan het licht van de zon die een baan rond de aarde trekt en in de wolken verdwijnt. Deze wolken blijven de hele voorstelling op de achtergrond hangen en geven een ijlheid aan alles wat op het podium gebeurt. Het verdere beeld behelst de man, gekleed in een jas met een kap die met de bijl krachtige slagen in het hout maakt, hetgeen fraai auditief ondersteund wordt. De associatie met een beul vervaagt als hij het hout ruikt, zich er met een zinnelijk verlangen door laat bedwelmen. De vrouw ondertussen lijkt te popelen om zich in het wat megalomane schouwspel te mengen. Ze krijgt daartoe de kans als de man haar toeroept dat ze zich kan gaan opfrissen in de badkamer zo ze dat wenst.

In de interpretaties die vooraf op schrift gesteld werden zou het kunnen gaan om een prostitué die een eenzaat bezoekt of om een verpleegster die om de zoveel tijd een hulpbehoevende oude man haar zorg aanbiedt. De vrouw zelf vertelt ons dat ze, aan het eind van haar leven gekomen, na een brief vol leugens aan haar echtgenoot gevlucht is, in een hotel getrokken is, vanwaar een man vanaf de oever van de rivier haar aandacht trok. Ze werd getroffen door de manier waarop hij naast haar keek en haar recht aankeek. Er volgde een briefwisseling, uitmondend in een contract, waarin hij gedwongen wordt haar te helpen. Scherper kan de verhouding tussen twee mensen niet geslepen worden.

Tijdens de laatste momenten wordt teruggeblikt op het leven. De man is teruggekeerd naar het huis van zijn jeugd om zijn herinneringen achter zich te laten en de stilte te vinden, maar kan alleen door een ander uit zichzelf kruipen. De waarheid heeft volgens de man meer te maken met wat hij wilde dan met hoe het was. De lichaamshoudingen van de man en de vrouw verraden zowel spanning als een behoefte om los te laten en te dansen, maar het zijn slechts gelokaliseerde bewegingen, waarin de schuchterheid overheerst. Het belangrijkst is om te zien en gezien te worden, hetgeen op zich ook weer problematisch is. De man snuift in de nek van de vrouw om zijn verlangen te bevredigen, de vrouw maakt haar schoenen los, doet haar oorbellen af, laat haar haren vrij en wil weten hoe het was met de vroegere vrouw van de man, hoe hij haar zou beminnen als zij zijn vroegere vrouw was. Het is een zoekend tasten zoals heel mooi blijkt uit het fragment dat de vrouw vervolgens in al haar kwetsbaarheid uitspreekt:

Ik zou u graag vertellen over het huis dat ik mooi had willen maken. Niet gewoon om een huis mooi te maken, maar om te kunnen vertellen over het eten dat ik er zou klaarmaken. Niet het eten zelf, maar hoe ik aan het aanrecht sta en al die dingen op een bord leg. Niet hoe ik ze op een bord leg, maar hoe ik me heb aangekleed. En hoe u dan naar me zou hebben gekeken. Hoe u me heel traag in de vorm van mijn lichaam zou hebben gekeken.

Zelfs al doet de enscenering denken aan de jaren zeventig (van de vorige eeuw moet ik daar tegenwoordig bij schrijven), waarin collega’s van Verhelst zoals Peter Handke hun talige ideeën over onze toch tamelijk onbegrijpelijke existentie uitdiepten, mooier kan ons diepe, maar nauwelijks bereikbare verlangen naar eenwording nauwelijks geformuleerd worden.

Spelers: Lien Wildemeersch en Bert Luppes. Regie: Peter Vermeersch. Foto: Kurt van der Elst.

Hier een mooie uitwisseling tussen de spelers en met de regisseur over Hotel Malaria op vimeo, waarin ook gesproken wordt over de oortjes die de spelers in hebben om elkaar stemmen goed te kunnen horen.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten