Welcome, reader! According to Antony Hegarty in this second decade of the new century our future is determined. What will it be? Stays all the same and do we sink away in the mud or is something new coming up? In this blog I try to follow new cultural developments.

Welkom, lezer! Volgens Antony Hegarty leven we in bijzondere tijden. In dit tweede decennium van de eenentwintigste eeuw worden de lijnen uitgezet naar de toekomst. Wat wordt het? Blijft alles zoals het is en zakken we langzaam weg in het moeras van zelfgenoegzaamheid of gloort er ergens iets nieuws aan de horizon? In dit blog volg ik de ontwikkelingen op de voet. Als u op de hoogte wilt blijven, kunt u zich ook aanmelden als volger. Schrijven is een avontuur en bloggen is dat zeker. Met vriendelijke groet, Rein Swart.

Laat ik zeggen dat literaire kritiek voor mij geen kritiek is, zolang zij geen kritiek is op het leven zelf. Rudy Cornets de Groot.

Do not go gentle into that good night, Old age should burn and rage at close of day; Rage, rage against the dying of the light. Dylan Thomas.

Het is juist de roman die laat zien dat het leven geen roman is. Bas Heijne.

In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. Johannes.



maandag 9 november 2015

Hans Goedkoop over Iedereen was er, VPRO Boeken, 8 november 2015


Over de noodzaak om enige lichtheid in de zwaarte te brengen

Iedereen was er. Een feest voor Renate Rubinstein, zoals de volledige titel luidt, is een verslag van het feest ter gelegenheid van de vijftigste verjaardag van schrijfster, journaliste en columniste Renate Rubinstein (1929-1990). Het feest behelst een diner in kleine kring op 15 november 1979 met de nodige muziek en toespraken onder leiding van ceremoniemeester Bram de Swaan.

Wim Brands vertelt dat het feest in Amsterdam bij de broer van Renate gehouden werd en dat het vijftienjarige neefje Maurits onder tafel opnames maakte.
Goedkoop vertelt dat de jongen zeer geïnteresseerd was in techniek en besloot opnames te maken omdat hij zich dan niet verveelde. Hij had niet de bedoeling om de feestdag te boekstaven en legde de banden weg. Een paar jaar geleden vond hij de banden terug en gaf ze aan Goedkoop, die de biografie over Rubenstein zal gaan schrijven.

Brands laat een fragment horen uit de toespraak van Maarten Biesheuvel, die over zijn angstaanvallen gaat, maar die begint met de opmerking dat het leven kort is en treurig is maar wel gevierd moet worden. Het brengt Brands op zijn veel gestelde vraag waarom het boek geschreven moest worden.
Volgens Goedkoop is de verjaardag ook een verhaal over uit- en onuitgesproken spanningen die in het gezelschap heersten. Hij moet daarbij denken aan de film Festen.

Brands bevestigt dat het boekje literaire kwaliteiten heeft, waaronder de bijdrage van de Duitse socioloog Norbert Elias.
Goedkoop zegt dat Elias verbaasd was over haar werk Niets te verliezen en toch bang, toen hij dat in vertaling las. Deze beschouwing over haar echtscheiding vond hij persoonlijk zonder particulier te zijn. Het was hem onbekend dat iemand zich in de literatuur zo voor het voetlicht kon gooien. Zijn bijdrage op het feest begon als een praatje maar werd een college.

Brands gaat door op de persoonlijke stijl van Rubinstein die nu doodgewoon is.
Goedkoop noemt haar een doorbraakfiguur. Anders dan tegenwoordig koketteerde ze niet alleen met haar persoonlijke eigenaardigheden, maar schreef ze ook over de wereldpolitiek.

Brands memoreert dat ze met haar boek over haar echtscheiding alle lagen van de bevolking bereikte.
Goedkoop voegt daar aan toe dat ze in een tijd waarin het feminisme in opkomst was, schreef over de ellende die ook met een echtscheiding gepaard gaat.

Vervolgens brengt Brands de hete aardappel in. Degene waarover niet gesproken werd.
Goedkoop gaat in op de bijdrage van Ad Nuis, de vroegere echtgenoot van Rubinstein, die een boekje opendeed over de strijd die zij samen tegen Weinreb streden. Hij had daar een eigen boek over geschreven, maar stelde de publicatie ervan uit tot na het feest omdat de inhoud voor Rubinstein moeilijk te verteren was.

Brands gaat in op het feit dat Rubinstein niet in staat was om te erkennen dat ze het mis had in de zaak Weinreb, die toch niet de helper zou zijn geweest die men dacht dat hij was.
Goedkoop zegt dat de druk die WF Hermans op haar uitoefende, maakte dat ze niet terug kon. Ze was bang dat ze dan nog harder zou worden aangepakt, maar was anderzijds ook van mening dat ze helemaal niet zo erg ongelijk had. Als de oorlog korter had geduurd was de mening over Weinreb wellicht heel anders geweest, zegt Goedkoop.

Brands vraagt Goedkoop wat hij het meest raadselachtig aan Rubenstein vond.
Dat is toch de zaak rond Weinreb. Rubinstein haalt in verband daarmee het chassidische verhaal aan over een man die nog tien dagen te leven heeft, maar van de rabijn te horen krijgt dat hij nog heel lang zal leven. Als de man toch na tien dagen dood gaat, verklaart de rabijn dat de man in ieder geval tien goede dagen heeft gehad. Het optimisme tegen beter weten in, karakteriseerde ook Rubinstein. Ze had het kennelijk nodig om enige lichtheid in haar zware oorlogsverleden te brengen.
  

Geen opmerkingen:

Een reactie posten