Welcome, reader! According to Antony Hegarty in this second decade of the new century our future is determined. What will it be? Stays all the same and do we sink away in the mud or is something new coming up? In this blog I try to follow new cultural developments.

Welkom, lezer! Volgens Antony Hegarty leven we in bijzondere tijden. In dit tweede decennium van de eenentwintigste eeuw worden de lijnen uitgezet naar de toekomst. Wat wordt het? Blijft alles zoals het is en zakken we langzaam weg in het moeras van zelfgenoegzaamheid of gloort er ergens iets nieuws aan de horizon? In dit blog volg ik de ontwikkelingen op de voet. Als u op de hoogte wilt blijven, kunt u zich ook aanmelden als volger. Schrijven is een avontuur en bloggen is dat zeker. Met vriendelijke groet, Rein Swart.

Laat ik zeggen dat literaire kritiek voor mij geen kritiek is, zolang zij geen kritiek is op het leven zelf. Rudy Cornets de Groot.

Do not go gentle into that good night, Old age should burn and rage at close of day; Rage, rage against the dying of the light. Dylan Thomas.

Het is juist de roman die laat zien dat het leven geen roman is. Bas Heijne.

In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. Johannes.



dinsdag 10 november 2015

Elisabeth Lockhorn over Andreas Burnier. VPRO Boeken, 8 november 2015


Joodse vrouw op zoek naar bescherming

Andreas Burnier. Metselaar van de wereld is de biografie van journaliste Elisabeth Lockhorn over schrijfster Andreas Burnier ofwel criminologe Catharina Irma Dessauer (1931-2002), die in de Tweede Wereldoorlog in zestien verschillende onderduikgezinnen werd geplaatst en daar het nodige leerde van de mogelijke verhoudingen tot het Oneindige en daardoor ook in haar denken gevormd werd.

Wim Brands vat haar leven kort samen en noemt haar een zoekende vrouw, een homoseksueel en een tegendraads denker. Hij moet denken aan een passage in het boek waarin ze Drents pratend na de onderduik terugkomt in Amsterdam.
Lockhorn vertelt dat ze de laatste maanden samen met haar vader doorbracht op de Veluwe, hetgeen ze heel mooi beschrijft in haar meest autobiografische roman Het jongensuur. Bij thuiskomst vliegt haar moeder haar man in de armen en vraagt hem wie die jongen is die hij heeft meegebracht. Burnier was een transgender avant la lettre. Ze ging zwemmen op een jongensuur en werd eruit gestuurd, net als later tijdens haar studie toen ze in haar jongenspak in een kroeg in de Pijp ontmaskerd werd, hetgeen voor haar vernederende ervaringen waren.

Brands zegt dat ze wel trouwde en ook kinderen kreeg.
Lockhorn zegt dat dit raar lijkt maar dat het in die tijd moeilijk was om voor de homoseksualiteit uit te komen. Na tien jaar huwelijk besloot ze het leven te gaan leiden dat haar beter paste. Ze ging studeren en schrijven.

Brands vindt het vreemd dat haar kinderen naar pleeggezinnen werden gestuurd.
Haar weduwe Ineke van Mourik, door Burnier Daniel genoemd, vertelde tegen Lockhorn dat dit ook door de vader kwam die naar Berlijn ging om daar priester te worden in een antroposofische gemeenschap. Het afstand doen zat in de familie. Een broertje van Burnier werd al in een pleeggezin geplaatst omdat hij lastig was.

Brands gaat in op het ontheemde en zoekende van Burnier.
Volgens Lockhorn heeft dat te maken met de oorlog, waarin ze haar joodse identiteit moest opgeven. Ze leerde in de verschillende pleeggezinnen de betrekkelijkheid inzien van het geloof. Lockhorn noemt haar een metselaar van de wereld omdat ze steeds nieuwe wereldbeelden metselt. Ze merkte tijdens een interview voor de bundel Geletterde vrouwen (2000), dat Burnier bang was voor het jodendom. Ze was voorbereid op een gesprek met een felle polemiste maar trof een timide vrouw met eenregelige antwoorden. Pas door de aanwezigheid van Van Mourik kon Burnier zich ontspannen. Haar waakzaamheid had nog steeds met de oorlog te maken. Ze zou niet oversteken als een auto voor haar stopte want men weet maar nooit.

Brands begint over haar standpunt inzake euthanasie, uitgedragen in Mag de dokter doden? dat ze in 1986 met Chris Rutenfrans schreef, dat haar in de jaren tachtig niet in dank werd afgenomen.
Volgens Lockhorn was Burnier een bange vrouw die tegelijk ook heel moedig was. Nederland stond op haar achterste benen over haar provocerende mening, dat men hier op aarde iets te leren had, ook in de tijd van het sterven. Ze sprak van euthanasiamse en vreesde een hellend vlak zoals tegenwoordig ook door Theo de Boer wordt ingezien. Lockhorn noemt Burnier daarom visionair.  

Brands refereert aan het feit dat Burnier op het eind van haar leven terugkeerde naar het jodendom, zoals beschreven in haar laatste roman De wereld is van glas.
Lockhorn zegt dat ze na haar emeritaat de tijd kreeg om het verleden weer te laten spreken. Een bezoek aan Auschwitz en de dood van Abel Herzberg maakten leidden tot het leren van Hebreeuws. Tegen Ischa Meijer zei ze daarover dat het daarmee 1-0 tegen de Duitsers werd.

Op de vraag van Brands of De wereld is van glas een mooie roman is, antwoordt Lockhorn dat Burnier niet echt een romanschrijfster was, omdat de essayistiek steeds naar boven kwam. Het mooist vindt ze de autobiografische stukken zoals het terugkomen na de oorlog in een huis vol ontheemden. Haar ouders moeten er vreemd van hebben a. .  et H   ebH H
 opgekeken dat hun dochter voor het eten begon te bidden.

Brands vraagt of Burnier thuisgekomen is.
Lockhorn antwoordt dat naarmate ze zich meer beschermd wist, ook de angsten weer boven kwamen. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten