De goede droom is een belangrijk medicijn voor wanhopigen
De befaamde Israëlische schrijver Amos Oz is in Nederland op
uitnodiging van het Nexus instituut om te spreken op de conferentie Waiting for the barbarians dat niet op
een toepasselijker datum gepland had kunnen zijn en verder om te praten over
zijn nieuwe roman Judas. Het bloedbad
in Parijs, net een dag geleden, eist alle aandacht op. Interviewer Pieter Jan
Hagens van Buitenhof wil van hem weten hoe we om dienen te gaan met terrorisme?
Als er een iemand is, die ervaring heeft met dit soort is het Oz wel die in
Israël aan de lopende band geconfronteerd wordt met terreur, zowel van zijn
landgenoten als van de Palestijnen.
Hagens is bekend met de juist gehouden lezing voor het Nexus
Instituut, waarin Oz stelde dat het hier om een strijd gaat tussen fanatici en
gematigden.
Oz moet inderdaad weinig hebben van de strijd tussen de
beschavingen, zoals beleden door de Amerikaanse politicoloog Samuel Huntington.
Hij vindt dat gematigde moslims hun stem moeten laten horen tegen het
extremistisch geweld.
Hagens brengt de mening in van burgemeester Aboutaleb van
Rotterdam, die vlak daarvoor in de uitzending heeft gezegd dat men de magneet
functie van Islamitische Staat (IS) door geweld moet wegnemen.
Oz maakt een onderscheid tussen pacifisten en
vredesactivisten. Hij ziet zichzelf in de laatste groep. Soms is geweld nodig
om het ultieme kwaad uit te roeien, maar dat kan niet alles zijn. IS komt voort
uit een verwonding en daarom moeten ook de ideeën die daar mee te maken hebben,
bestreden worden. Humor en nieuwsgierigheid zijn betere wapens tegen fanatici,
want humor relativeert en met nieuwsgierigheid verplaatst men zich in de ander
en zal men die daarna niet zo snel doden.
Hagens vraagt hoe de familieleden van omgekomen Fransen
hierop zullen reageren.
Oz is niet van zijn à propos gebracht. Hij zegt dat het niet
genoeg is om, zoals Aboutaleb wil, een grote stok te gebruiken om het probleem
uit de wereld te helpen, want het gaat om ideeën die in de hoofden van
radicalen hebben postgevat, net zoals dat geldt voor leden van Hamas. Hij
spreekt zijn waardering uit voor Tunesië waar de zachte krachten gewonnen
hebben van de haviken. De goede droom is een belangrijk medicijn voor
wanhopigen.
Hagens begint over de haat liefde verhouding van Oz tot
Europa, omdat zowel joden als Arabieren daarvan het slachtoffer werden.
Oz legt uit dat de Arabieren het slachtoffer werden van het
imperialisme en de joden van de stelselmatige vervolgingen, eindigend met de
holocaust. Net als twee broers of een broer en een zus uit een ongelukkig gezin
helpt men elkaar niet, maar ziet men de slechte ouders in elkaar. De joden zien
de Arabieren als nazi’s met hoofddoeken, de Arabieren zien de joden als
kolonisten. Inzicht hierin is nodig om aan de tragikomedie een eind te maken.
Hagens komt op de roman Judas
waarin parallellen te vinden zijn met de geschiedenis. Oz beschrijft daarin
de verhouding van de denkbeeldige Shmuel Ash tot de onverzoenlijke Ben Goerion
in 1959. Oz zegt dat Judas geen manifest
is maar een roman waarin hij een ander perspectief wil tonen, gefascineerd als
hij is door the road not taken. Shmuel
ziet niets in grenzen of naties, maar krijgt te horen waarom juist de joden
hiervoor op moeten komen, vervolgd als ze door de hele geschiedenis zijn. Oz
wil de lezer hiermee aan het nadenken brengen. Het is geen sociologische
exercitie, maar een experiment om verschillende stemmen met elkaar te verbinden
en tegenstrijdige samen te brengen. In drie maanden tijd gaat men van elkaar
houden, volgens wegen waarop ook Oz de vinger niet kan leggen.
Hagens zegt dat de jonge Shmuel of Sjmoeël, die eigenlijk
uit Israël weg wil, maar dan in een zolderkamertje trekt in het huis van een
oude man en zijn knappe schoondochter, bij hen aan het werk gaat en gesprekken
houdt over de toekomst van zijn land, zijn tijd vooruit met zijn uitspraak dat
de joden wel de kracht van het boek en het geloof kennen, maar niet kunnen
omgaan met macht.
Oz bevestigt dit, tenminste vanuit de ogen van zijn
tijdgenoten is Shmuel zijn tijd voorbij. Net als Anwar Sadat, die in 1977 tegen
de stroom inroeide en op bezoek ging bij Begin. Zelf is Oz, hoewel hij in 1967
meevocht in de oorlog en dat weer zou doen als Israël onder de voet zou dreigen
te lopen, kritisch over de nederzettingenpolitiek. Hij ziet meer in een twee
staten oplossing waarin de twee partijen langzaam naar elkaar toe kunnen
groeien. De werkelijkheid kan altijd tegenvallen, zoals ook al bleek na de moord
op Rabin. Uiteindelijk zijn de joden beter af in Israël waar ze hun eigen taal
kunnen praten. Zelf weet Oz niet of hij het overleefd had zonder Israël.
Hier
een leesfragment over Judas op de
site van Athenaeum Boekhandel.
P.S. In een sterk voorpagina artikel van Trouw schreef Stevo
Akkerman gister onder de kop Met oorlog
alleen wint niemand de strijd tegen terreur over de aanslag in Parijs en de
denkbeelden van Oz, verwoord in Buitenhof. Om de radicale moslims voor ons te
winnen moeten we ze uitzicht bieden op een droom.
Het zou mooi zijn als Hollande en Rutte de boodschap ook
meekrijgen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten