Welcome, reader! According to Antony Hegarty in this second decade of the new century our future is determined. What will it be? Stays all the same and do we sink away in the mud or is something new coming up? In this blog I try to follow new cultural developments.

Welkom, lezer! Volgens Antony Hegarty leven we in bijzondere tijden. In dit tweede decennium van de eenentwintigste eeuw worden de lijnen uitgezet naar de toekomst. Wat wordt het? Blijft alles zoals het is en zakken we langzaam weg in het moeras van zelfgenoegzaamheid of gloort er ergens iets nieuws aan de horizon? In dit blog volg ik de ontwikkelingen op de voet. Als u op de hoogte wilt blijven, kunt u zich ook aanmelden als volger. Schrijven is een avontuur en bloggen is dat zeker. Met vriendelijke groet, Rein Swart.

Laat ik zeggen dat literaire kritiek voor mij geen kritiek is, zolang zij geen kritiek is op het leven zelf. Rudy Cornets de Groot.

Do not go gentle into that good night, Old age should burn and rage at close of day; Rage, rage against the dying of the light. Dylan Thomas.

Het is juist de roman die laat zien dat het leven geen roman is. Bas Heijne.

In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. Johannes.



zondag 31 augustus 2014

The trials of Muhammed Ali (2013), documentaire van Bill Siegel



Standvastige bokser en moslim raakt in gevecht met de publieke opinie

Bokser en activist Muhammed Ali heeft veel gezichten. Het duidelijkst herinner ik me hem van het gevecht in 1971 tegen Joe Frazier en later als lijder aan de ziekte van Parkinson, maar daarover gaat het niet in de documentaire van Bill Siegel. Daarin komen vooral zijn standvastigheid en zijn principes naar voren. Ali wilde vooral geen slaaf zijn en de ketenen doorbreken.

De strijd van Muhammed Ali (Louisville Kentucky, 1942) speelt zich af tegen de achtergrond van de toenemende kritiek op de achterstelling van zwarten in de Verenigde Staten begin jaren zestig, maar daarnaast ook rond diens aversie om deel te nemen aan de strijd in Vietnam. Dat laatste kwam hem in de publieke opinie op veel kritiek te staan. In 2005 kreeg hij als een soort eerherstel de Medal of Freedom uitgereikt door de toenmalige president George Bush, maar de vraag die daarbij in de documentaire gesteld wordt was wat de betekenis daarvan was.

In 1960 won de 19-jarige Cassius Clay een medaille tijdens de Olympische Spelen in Rome.
Het zette hem, ondersteund door een zesjarig sponsorcontract met plaatselijke zakenlieden, aan om wereldkampioen te willen worden. Een jaar later kreeg hij tijdens een verblijf in Miami interesse in de islam. De slogan dat wat voor een blanke de hemel is, voor een zwarte de hel is, sprak hem erg aan. Anders dan vele andere zwarten sloot hij zich niet aan bij de burgerrechtenbeweging die integratie nastreefde, maar koos hij volgens de leer van moslimleider Elijah Muhammed voor segregatie. Ook kon hij zich vinden in de ideeën van de radicale Malcolm X, maar toen die zich afsplitste van de hoofdstroom, bleef Clay toch bij de Black Muslims.

Tijdens een toernee kwam Clay zijn toekomstige vrouw tegen die zijn handtekening verscheurde met het oogmerk om hem te laten inzien dat hij zich als moslim moest laten dopen. Dat deed hij voor het titelgevecht in 1964 met Sonny Liston, hetgeen bijna nog betekende dat het gevecht niet door kon gaan, maar men kneep een oogje toe.

De titel wereldkampioen vierde hij met een tournee door Afrika en niet langs West-Europese steden. Hij liet zich voorstaan op zijn bijnaam The Greatest. De moord op Malcolm X werd vergezeld door brandstichting in de woning van Ali, waarop de moeder van Ali wilde dat hij brak met de Black Muslims, maar dat deed haar zoon niet. Zijn uitdager Patterson, die graag een moslim en militante zwarte in de pan wilde hakken kreeg een lange afstraffing van Ali en ook uitdager Terell ging eraan.

Des duivels was Ali toen hij een oproep kreeg voor militaire dienst, omdat president Johnson meer troepen nodig had in Vietnam. Hij vond dat hij het land een betere dienst bewees door te boksen. Daarnaast had hij ook niets tegen de Vietcong. Hij verwoordde dat standpunt tegen een commissie die zijn gewetensbezwaren toetste. Hij raakte daardoor zowel zijn sponsorcontract kwijt, mocht niet meer boksen, moest zijn titel inleveren en kreeg ook nog eens een gevangenisstraf opgelegd. Gedurende de lange rechtszaak hierover hield Ali spreekbeurten in het land om geld te verdienen. Ook trouwde hij met de vrouw die hem eerder had laten staan en kreeg kinderen met haar. In de praatshow met David Frost verkondigde Ali dat alle blanken duivels waren. 

Martin Luther King bewonderde vooral de moed van Ali. Hij kreeg meer steun: tijdens de Olympische Spelen in Mexico hieven zwarte winnaars van een hardloopnummer op het podium een bokshandschoen in de lucht. In 1970 was zijn rechtszaak tot het Hooggerechtshof aangekomen. Na veel juridisch getouwtrek werd Ali vrijgesproken. Inmiddels bokste hij alweer in Atlanta, Georgia. Na zijn gewonnen partij werd hij gefeliciteerd door de weduwe van Martin Luther King.

Hoewel Ali soms een hele grote mond had en erg kon snoeven over zijn boksprestaties, was hij ook een man die overeind bleef als hij werd aangevallen op zijn politieke standpunten. Iemand die de strijd aangaat met de publieke opinie in de Verenigde Staten is een hele grote.   

Hier de trailer.

Filmrecensie: O’Horten (2007), Bent Hamer



Droogkomisch, maar sympathiek portret van een oude treinmachinist

O’Horten vertelt het verhaal van de Noorse treinmachinist Odd Horten uit Oslo tegen de tijd dat hij met pensioen gaat. Horten is een alleenstaande man die, zoals de eerste beelden lijken te zeggen, al zijn hele leven in een keurslijf zit. In de dagelijkse regelmaat ontbreekt zijn pijp niet. In alle vroegte op zijn weg door de sneeuw naar zijn vaste bestemming Bergen zegt een conducteur die naast hem komt zitten dat hij liever nog in bed had gelegen. Hij vraagt Horten hoe lang hij nog moet en begint over de viering van zijn afscheid.

Tegen pensionhoudster Svea waar hij altijd logeert, zegt Horten dat hij de komende zaterdag als hij de laatste keer de trein bestuurd heeft, het vliegtuig terugpakt naar Oslo. Tijdens het afscheid op de avond ervoor doen de machinisten een quiz waarbij ze bijvoorbeeld moeten raden hoeveel bruggen ze op een bepaald traject passeren. Na afloop gaan ze nog een naar een collega die in een flatgebouw woont dat in de steigers staat. Horten is later omdat hij eerst nog tabak moet halen. Op zijn aanbellen wordt niet opengedaan. Hij gaat daarom via de steiger omhoog en komt terecht in een woning waar een jochie in bed ligt. Het wil dat hij blijft tot hij slaapt. Horten valt ook in slaap en schrikt de volgende dag als het gezin aan het ontbijt zit. Hij ontsnapt en rent naar het station maar zijn trein is net vertrokken.

Nadat hij zijn nachtrust heeft ingehaald, bezoekt hij zijn oude moeder die in een tehuis zit. Ooit was zij een bekend schansspringster, een sport waaraan Horten zich nooit gewaagd heeft.
Hij zit in een café-restaurant waar de kok wordt opgepakt door de politie, zodat er die avond niet wordt gekookt. Als hij weggaat werpt hij een blik in een verlichte bakkerij, waar men druk bezig is.   

Waar gaat dit naar toe, vroeg ik me af terwijl de gebeurtenissen maar door kabbelden. Is de film alleen maar bedoeld om de overgang van een werkzaam leven naar een nieuwe periode te schetsen?

Horten onderhandelt met ene Flo over de verkoop van zijn boot. Flo regelt een ontmoeting op de luchthaven waar hij werkt, maar Horten kan hem zo gauw niet vinden en wordt opgepakt door de luchthavenpolitie. Desondanks komt het toch nog tot een ontmoeting en de verkoop.
Hij bezoekt een tabakszaak en hoort van de echtgenote dat haar man overleden is. Hij vlucht weg uit een sauna als een verliefd stelletje het donkere zwembad in duikt, op straat treft hij een dronken man, die hij in een taxi thuisbrengt. Sissener zoals de man heet, vertelt dat hij diplomaat is, veel in Afrika kwam en een broer heeft die uitvinder is, maar later schizofreen werd verklaard. In zijn huis hangen ski’s. Horten vertelt over zijn moeder, maar Sissener vindt het geen sport voor vrouwen. Hij vertelt over zijn gave om geblinddoekt door Oslo te rijden en reciteert vooraf uit het historische drama Meester Olof van Strindberg. Tijdens de rit overlijdt Sissener. Horten gaat verder, zit weer in het café-restaurant, kijkt weer in de bakkerij. Tijdens ijzel haalt hij een skibril op bij zijn moeder en haalt de ski’s weg bij Sissener. Als hij wegloopt, komt net de broer langs die vertelt dat hij de diplomaat van de twee is. Horten beklimt de schans en daalt af, zoals een trein een tunnel in gaat. Hij komt blijkbaar veilig beneden want vervolgens zien we hem op de trein stappen en Svea ontmoeten.     

O’Horten is op een weldadige, rustige manier gefilmd. Ook zonder een vaste structuur en een dwingend plot kan een film boeiend zijn, wellicht ook door de hoofdpersoon die veel indruk maakt, maar vooral door de scènes die droogkomisch zijn en met veel fantasie bedacht zijn. Een genoegen om naar te kijken. Bent Hamer heeft zijn film opgedragen aan zijn moeder en alle andere schansspringsters.

Hier de trailer.

zaterdag 30 augustus 2014

Filmrecensie: If... (1968), Lindsay Anderson



Verrassende film over het Engelse kostschoolleven

Een film over het leven op een Engelse kostschool lijkt een nogal voorspelbare zaak met aandacht voor de onderlinge machtsverhoudingen tussen oudere en jongere leerlingen, de verhouding tot de leraren en de rangen en standen die al gauw in zo’n microkosmos ontstaan. Al deze elementen komen ook in If... aan bod maar daarnaast biedt deze kostschoolfilm veel verrassingen en is ook de compositie onalledaags.

Dat geldt niet zozeer voor de acht hoofdstukken waarin het verhaal is opgedeeld, beginnende met de terugkeer van de leerlingen van vakantie tot de gewelddadige ontknoping aan het eind, als wel voor de prachtige beelden van de oude behuizing, de geweldige muziek (ijle jongensstemmen tegen de achtergrond van een zware drum) en de fragmentarische opzet van het geheel, waarin niet alles voor de kijker wordt uitgelegd, hetgeen de kijkervaring alleen maar intenser maakt.

Het motto komt van Spreuken 4:7, waarin gesteld wordt dat wijsheid het belangrijkste is, maar dat daarbij ook begrip nodig is. Je zou kunnen zeggen dat het de schoolleiding daaraan ontbreekt met noodlottige gevolgen, die volgen op de alledaagse sadistische incidenten zoals het omgekeerd ophangen van een jonge leerling met zijn hoofd in de toiletpot.

If... gaat namelijk over de langzame ontsporing van Mick Travis, een ouderejaars die gekoeioneerd wordt door de vier Whips die luid commanderend en paraderend met hun zweepjes de dagelijkse orde bewaken. Travis wordt meteen al aangesproken op zijn lange haren en op alle mogelijke manieren het leven lastig gemaakt, maar weigert toe te geven, ook als hij lang onder een koude douche wordt gezet. Helemaal duidelijk is dat op het eind als hij stokslagen krijgt toegediend door Rowntree, de Whip die een persoonlijke vete met hem lijkt uit te vechten en korte metten met hem wil maken. Terwijl de twee andere handlangers van Travis er met vier stokslagen vanaf komen, moet hij blijven staan tot Rowntree zelf fysiek uitgeput is. Daarop geeft Travis zijn beul doodleuk nog een hand, maar de kijker voelt dat hij het daarbij niet laat zitten.

De broeierige sfeer in de film wordt verstrekt door de erotische toenadering van Travis tot een serveerster. Na joyriding op een motor met een kameraad achterop komen ze bij een café, waar ze bij de serveerster een kop koffie bestellen. Eerst krijgt Travis nog een klap van haar als hij haar probeert te zoenen, maar later speelt hij met haar op de vloer een erotisch tijgerspel, dat een band schept tussen de twee.

Niet alles is duidelijk, zoals de komst van een nieuwe leraar lijkt het die verder niet meer in beeld komt of de rondgang van de naakte vrouw van de slappe huismeester door de slaapzaal van de jongens, die inmiddels in soldatenkledij een oorlogje voeren, een spel dat nogal realistische trekken aanneemt.

Nauw verbonden zijn de politiek, het leger en de godsdienst, zoals op het eind getoond wordt in een samenkomst ter gelegenheid van het zoveel jarig bestaan van de school. De nadruk op traditie, verwoord door de generaal in aanwezigheid van een politiek leider en de bisschop, wordt door de woede van Travis en zijn handlangers op nietsontziende wijze in de kiem gesmoord.

Het leek erop dat de afwisseling tussen kleur en zwart wit een speciale bedoeling had, maar later las ik dat Anderson de film half in zwart wit schoot, omdat hij te weinig geld had om helemaal in kleur te werken. Niet dat dit afbreuk deed aan het kunstwerk. Het maakte het alleen maar intrigerender.

Hier de trailer.   

Your song (2014), documentaire van Eveline van Dijck



Musici vertolken nare ervaringen van militairen

Muziek verbindt, bindt samen wat op een andere manier onmogelijk samen te brengen lijkt. Dit gegeven vormde voor Ingeborg Takken, Hoofd van de Humanitaire Geestelijke Verzorging om een project te starten waarin militairen met nare ervaringen en musici bij elkaar komen. Amy van Son, die zelf ooit een verbindende rol speelde in de radiokamer van een marineschip, was de geschikte persoon om het project vorm te geven. Door het verwoorden van de verhalen van de militairen in liederen wordt de verwerking gemakkelijker gemaakt. Eveline van Dijck volgt een viertal ensembles.

Frank van de Looy en Joost Engel vertelden de leden van hardrockband My favorite scar over hun ervaringen in Afghanistan, waar ze in 2006 tijdens een gevecht onder vuur kwamen te liggen maar er goed van afkwamen. ‘Wapenbroeders. Kameraden. Dat zijn ze sindsdien,’ aldus de site. ‘Frank: “Ik ga voor Joost door het vuur. Ik ga niet dagelijks op bezoek, maar als hij me midden in de nacht belt en zegt: ‘Ik heb hulp nodig’, dan sta ik naast mijn bed.”’ Resultaat was het rocknummer The mission, dat men veel begrip en emotie wordt aangehoord.

Mark Brinkman ging de samenwerking aan met Joep van Geffen en de blaaspartij van het Mariniersorkest. Hij vertelt op de site over de vriendschap tussen hem en de Irakeese burgemeester Majid. ‘Majid was een heel ingetogen mens. Een intellectueel. Rustig, beschaafd. Dat vond ik mooi. Een soort punt van beschaving in de grote diepe ellende. Daar had ik denk ik behoefte aan. Kijk, je zit in een kamp met militairen op post te kijken naar de boze buitenwereld. Dan is het ook heerlijk om ’s avonds even weg te gaan. Die balans was mooi. Ik kwam daar wel een paar keer per week. Dan werd ik weggebracht, tikte ik op de deur en dan ging dat deurtje open en zat ik daar gewoon een paar uur over van alles te praten. Gewoon bij hem thuis. Zijn zoontje zat ook wel eens bij mij op schoot.’ Anderzijds zegt hij ook dat zijn militairen dan buiten met hun wapens in de aanslag stonden. Het afscheid vierde hij met de burgemeester en zijn familie in de woestijn. Zijn verhaal resulteerde in het redelijk klassieke nummer Virtues.
Ingeborg Takken begrip ontstaan tussen de westerse soldaten en de Afghaanse bevolking. De samenwerking zorgt volgens haar voor een verbinding.

Davey van der Steen werkte samen met singer-songwriter Qeaux Qeaux Joans. Beiden hebben een moeilijke jeugd achter zich. Davey’s ouders konden niet meer voor hem zorgen waardoor hij in een pleeggezin belandde. Hij vertelt dat zoiets hem snel volwassen maakte. Qeaux leerde haar biologische vader pas op haar tiende kennen. Haar ervaring maakt dat ze opkomt voor gelijke rechten. Davey die al op Youtube te horen was met Zij gelooft in mij van André Hazes zingt samen met Qeaux met nummer Neem me mee. Hij doet de Nederlandse tekst en zij de Engelse terwijl ze ook de gitaarbegeleiding uitvogelt.

Verpleegkundige Johan de Lange werd in Srebrenica gevangen genomen en in een school opgesloten. Hij schreef daar een afscheidsbrief aan zijn familie maar overleefde de opsluiting. Hij maakte clandestien foto’s van de gebeurtenissen rond de genocide op Bosnische mannen en kon daar lang niet over praten. Pas na de geboorte van zijn dochter, tien jaar later, kwamen de beelden terug. Hij kreeg klachten en ging in therapie. In 2008 was hij zo ver om terug te gaan naar Bosnië, nu om de mensen aldaar te helpen hun droom te verwezenlijken. Daartoe houdt hij in Nederland inzamelingsacties. Singer song writer Aniek Maren (op de foto samen met Johan) heeft een lied voor hem geschreven dat Eyes Open Wide heet en vindt het spannend dat voor hem op haar gitaar te gehore te brengen. De Lange is ontroerd en zegt nog eens dat buitenstaanders zich niet kunnen voorstellen wat hij beleeft heeft. Muziek vormt een helende kracht.   

Your song maakt deel uit van het sociale mediaproject Your song powered by humanism. De titel is afkomstig van het gelijknamige lied van Elton John met de regel: My gift is my song yeah, and this one's for you.

Hier op de site van 2doc en hier op de site van Your Song meer informatie over de verschillende verhalen en naast de hier besproken muzieknummers en nog andere.

vrijdag 29 augustus 2014

Een van de jongens (2013), documentaire van Dorothée Forma



Jonge verzorgster in een supermannelijke omgeving

Met Een van de jongens wordt Martine Hulsman bedoeld, een veertiger die in het leger werkt als humanitair geestelijk verzorger, zoals dat vroeger in katholieke kringen voorbehouden was aan een aalmoezenier. Martine verleent bijstand aan het 42 Pantserinfanterie Bataljon van de Limburgse Jagers, in de volksmond afgekort tot 42 LJ. We zien het bataljon zich voorbereiden op een oefening van drie weken in Duitsland. Martine gaat, anders dan in echte gevechten, ook mee, maar blijft een gemilitariseerd burger. Zoals een kapitein aan het eind van de documentaire zegt, verdwijnen de problemen van de soldaten niet tijdens zo’n oefening.

Die problemen liggen, zo vertelt Martine, liggen op het vlak van uitzendingen naar crisisgebieden, de machteloosheid om niets te mogen doen, maar ook op het gebied van relatieproblemen, zoals met het thuisfront. Veel militairen komen uit probleemgezinnen, hebben een lage eigenwaarde en vinden in het leger een vangnet. Daar is niets mis mee. Ze wil er voor hen zijn. Omdat ze niet valt onder de bevelsstructuur kan men gemakkelijker tegen haar aanpraten, al is er nog wel een drempel te nemen in deze macho cultuur.

Ze vindt de camera lastig, vertelt ze aan Dorothée, maar hoopt wel dat ze kan duidelijk maken waar haar werk uit bestaat. Vaak zien we haar wat rondhangen bij de soldaten, informeren hoe het gaat, de stemming peilen. Ze doet, om een band met de soldaten te krijgen, mee aan een stormbaan en wordt daar letterlijk op handen gedragen. Zoals zij bewondering heeft voor de soldaten, zo hebben de soldaten achting voor deze knappe, vrolijke vrouw. Ze meent dat vrouwen door het supermannelijke van het leger worden aangetrokken, al zeggen soldaten zelf dat ze in het café niet meteen omhelsd worden, dus dat is wel iets van Martine.

Ze vindt de basishouding van de soldaat interessant. Het gaat daarbij om risico’s nemen en verantwoordelijkheid nemen. Tijdens een les aan soldaten in opleiding vraagt ze in hoeverre ze zich al soldaat voelen. De meesten missen nog dat gevoel omdat ze nog weinig hebben meegemaakt. Later gaat het over zaken betreffende leven en dood, onder andere aan de hand van videobeelden. Het doden van een ander roept vaak walging op en het is niet iets waar een soldaat gemakkelijk over praat. In de opleidingsgroep gaat iedereen voor zelfbehoud. Martine die haar afstudeerscriptie als geestelijk verzorger heeft geschreven over het verwerken van het doden van een ander, noemt het een intieme ervaring en geeft daarbij als kader aan dat het doden van een vijand moet passen binnen de opdracht en binnen het eigen geweten.

Een soldaat die werd uitgezonden in het kader van Isaf in Afghanistan, vertelt op een tankwagen gezeten over een aanslag met een bomvest, waarbij veel slachtoffers gemaakt werden. Bewoners raapten de ledematen van hun kinderen op en namen die in een doek mee naar huis. Hij is er nog steeds niet uit. Ook niet over de lijken en de schreeuwende gewonde kinderen in een primitief ziekenhuisje. Hij kan er moeilijk woorden voor vinden, maakt zich minder druk over zaken die niet essentieel zijn.

Martine studeerde eerst Russisch, verdiepte zich in de Groot Servische gedachte en ging tolken in Bosnië, waar ze het effect van oorlogvoeren meemaakte. Zes jaar later begon ze aan de opleiding voor geestelijk verzorger. Een televisie-uitzending over de problemen van uitzendingen was de aanleiding. Ze heeft inmiddels een jong kindje dat ze meeneemt naar de basis in Oirschot. Ongetwijfeld wordt dat daar in een crèche opgevangen. Op de vraag van Dorothée wat een humaniste in het leger moet, antwoordt Martine dat ze bijvoorbeeld iets wil verbeteren aan de positie van de vrouw in Afghanistan. Ook als ze niet achter de missie staat, gaat ze toch mee om de manschappen bij te staan.

Hier een trailer op de site van Humandoc.