De leus van partij naar beweging drukt vooral onmacht uit
Pieter Hilhorst werd in 2012 als wethouder naar Amsterdam
gehaald toen Lodewijk Asscher een taak kreeg in het kabinet Rutte. Hilhorst
stond aan de zijlijn van de politiek en werd meteen in het diepe gegooid. De belofte gaat over zijn verdrinking na
de nederlaag tijdens de gemeenteraadsverkiezingen in 2014. Good old Paul
Witteman stelt hem daarover enkele kritische vragen.
Witteman vraagt of Hilhorst zich had voorgenomen om
publiekelijk door het stof te gaan.
Hilhorst vertelt over de presentatie van zijn boek in De
Balie, vorige week. Zijn medepresentator vond dat hij, om overtuigend over te
komen, echt moest laten zien wat er aan de hand was geweest.
Witteman gaat daar op door, op de keuze om de Werdegang zelf
op zich te nemen en niet anderen daarvan de schuld te geven.
Hilhorst geeft toe dat dit niet vanzelf gaat. Er was
natuurlijk sprake van verongelijktheid en teleurstelling maar dat is niet de
strekking van het boek. Hij wil juist oproepen tot verandering. De PvdA moet
volgens hem bondgenoten zoeken buiten de politiek en zich niet blindstaren op
Den Haag. Het aansluiten bij m
aatschappelijke
organisaties moet de toekomst van de sociaaldemocratie nieuw leven inblazen.
Zelf heeft hij veel last gehad van de negatieve beeld van de PvdA in de
publieke opinie. Hij vertelt dat hij ooit in het programma Pauw & Witteman
wilde praten over Amsterdam maar lastig gevallen werd over het onderwerp strafbaarheidsstelling
van illegalen. De doelen van de journalistiek stroken niet altijd met die van
de politiek. De coalitie met de VVD heeft de PvdA geen goed gedaan, maar in die
tijd realiseerde hij zich dat nog niet zo. Toen hij als wethouder begon stond
de PvdA er nog goed voor. Hij schreef een column waarin hij de uitruil van
zaken een aannemelijke manier vond om politiek te bedrijven, maar had in
Amsterdam moeite om besluiten uit te leggen die slecht vielen. Politiek vraagt
om een goede timing, maar die heeft hij verkeerd ingeschat, wellicht omdat het
pluche lekker zat. Hilhorst is ervan overtuigd dat de sociaal democratie niet
ten dode is opgeschreven maar dan moet men meer aansluiting zoeken bij
maatschappelijke bewegingen, van onder op dus in plaats van van bovenaf, zoals
de SP doet al .
Witteman vraagt of dit wel past in de klassieke opvatting
van de partij, die zich vooral met de staat gelieerd heeft.
Hilhorst onderscheidt naast de stroming die het
collectivisme bepleit ook een stroming die uitgaat van zelforganisatie. De PvdA
heeft teveel het collectivisme aangehangen, waardoor de burger passief is
geworden en instellingen hun eigen rol zijn gaan spelen tegen de belangen van
de eigen achterban in, zoals de woningcorporaties die tegenover de huurders
kwamen te staan. De solidariteit kwam daarmee op losse schroeven te staan. Hij
bewondert Asscher die dat spel meespeelt maar het tegelijk kan veranderen.
Politiek is immers de kunst om waar te maken wat onmogelijk lijkt. Zelf heeft
hij het politieke handwerk overschat.
Witteman komt nog terug op de (dis-)kwalificatie van
burgemeester Van der Laan die Hilhorst bij het afscheid een lieve jongen
noemde. Hij vraagt of Hilhorst daarover nog met de burgemeester gesproken
heeft.
Hilhorst antwoordt dat hij dit niet gedaan heeft, dat hij
een lieve jongen is, maar daardoor nog niet ongeschikt.
Inmiddels zet Hilhorst zich in voor de schuldhulpverlening.
De politiek is passé. Die vraagt te veel machtsdenken. Tegelijk vindt hij wel
dat macht een onderdeel is van de politiek. Hij denkt die macht te kunnen
verwerven door aan te sluiten bij maatschappelijke bewegingen. Dat is een
verhaal dat ook voorzitter Hans Spekman, die nog eens opteert voor een nieuwe
termijn, vorige week al vertelde. Het lijkt erop dat de ondergang van de PvdA hiermee gemaskeerd wordt. In plaats zich
te verschuilen, zou de PvdA duidelijke standpunten moeten innemen. Dat daarbij
koppen rollen is onvermijdelijk. Er is genoeg idealisme onder de jongeren om de
teugels over te nemen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten