Welcome, reader! According to Antony Hegarty in this second decade of the new century our future is determined. What will it be? Stays all the same and do we sink away in the mud or is something new coming up? In this blog I try to follow new cultural developments.

Welkom, lezer! Volgens Antony Hegarty leven we in bijzondere tijden. In dit tweede decennium van de eenentwintigste eeuw worden de lijnen uitgezet naar de toekomst. Wat wordt het? Blijft alles zoals het is en zakken we langzaam weg in het moeras van zelfgenoegzaamheid of gloort er ergens iets nieuws aan de horizon? In dit blog volg ik de ontwikkelingen op de voet. Als u op de hoogte wilt blijven, kunt u zich ook aanmelden als volger. Schrijven is een avontuur en bloggen is dat zeker. Met vriendelijke groet, Rein Swart.

Laat ik zeggen dat literaire kritiek voor mij geen kritiek is, zolang zij geen kritiek is op het leven zelf. Rudy Cornets de Groot.

Do not go gentle into that good night, Old age should burn and rage at close of day; Rage, rage against the dying of the light. Dylan Thomas.

Het is juist de roman die laat zien dat het leven geen roman is. Bas Heijne.

In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. Johannes.



zondag 31 mei 2015

Michel Krielaars, winnaar Bob den Uyl prijs 2015, VPRO Boeken, 31 mei 2015



Russische staat niet geïnteresseerd in zijn burgers

Juryvoorzitter Andrée van Es maakt in de uitzending van VPRO Boeken de winnaar bekend van de Bob den Uyl prijs voor het beste literaire reisboek in 2015. Ze vertelt dat de jury reisboeken op hun literaire kwaliteit beoordeelde, dat er de nodige opwinding in de reportages moest zitten en dat de reis - naar een titel van Den Uyl - veel zenuwen moest vergen. De jury las veel boeken die een betere redactie verdiend hadden. De shortlist bestond uit vijf uitblinkende boeken van allemaal mannen die naar moeilijke gebieden als Afrika (Gerrit van der Aa en Koert Lindijer), Rusland (Krielaars en Pieter Waterdrinker) of de Balkan (Peter Vermeersch) reisden. Van Es leest voor uit het juryrapport waarin staat dat Krielaars de Russische ziel beschrijft die in de veranderde maatschappij onveranderd is gebleven.

Wim Brands ontvangt vervolgens Michel Krielaars die ruim een jaar eerder ook al aan tafel zat om over Het brilletje van Tsjechov te praten en vraagt hem wanneer hij erover dacht om over Rusland aan de hand van Tsjechov uit te leggen.
Krielaars antwoordt, net als in het vorige gesprek, dat Tsjechov daarvoor geschikter is dan de dramatische, gelovige Dostojevski of de adelijke Toergenev. Tsjechov is een beschaafde arts met democratische opvattingen en oog voor de gewone mens. Een lezer kan zich op de tocht door het ouderwetse, absurdistische als literaire land met veel achterstallig onderhoud daardoor gemakkelijk met hem vereenzelvigen. Krielaars vertelt, evenals in het vorige gesprek, dat hij in Rusland gemakkelijk in contact kwam met de inwoners, waaronder een zesjarig meisje Poesjkin dat declameerde en een halfdronken arbeider in Siberië die Tolstoj citeerde. Het degelijke onderwijs is na de val van het communisme verslechterd. Het onderwijzend personeel is oud en wordt slecht betaald. Tegenwoordig is er meer aandacht voor materiële welstand zoals hij ook bij zijn aankomst in Moskou in 2007 als correspondent vaststelde.

Brands haalt Pieter Waterdrinker aan, die tijdens een gesprek over zijn, eveneens genomineerde, boek De correspondent de vergane glorie in zijn oude appartement in Sint Petersburg beschreef.
Krielaars woonde in Moskou in een huis dat vroeger van de generale staf van het Rode Leger was. Er woonde ook een vrouw van wie de man zich doodgewerkt had op de beurs. Vroeger vond zij het leven gezelliger. Toen was er verder niets te beleven, zegt Krielaars, waardoor men bij elkaar zat en aan de drank ging. De grote woonruimte in het centrum is een uitzondering. Veel vrienden van Krielaars wonen kleinbehuisd in de buitenwijken. De toestand in de buurtziekenhuizen is onveranderd slecht. De staat is niet geïnteresseerd in zijn burgers. In oude fabriekssteden leeft men van een kleine uitkering, de corrupte politie perst winstgevende ondernemingen af.

Brands vraagt hoe Krielaars Poetin uitlegt, maar die komt in het boek niet voor. Tsjechov mocht zich niet uitlaten over machtshebbers en beperkte zich tot portretten van lethargische locale bestuurders a la Oblomov. Poetin verheerlijkte de eerdere, onder de tsaar dienende, autoritaire premier Pyotr Stolypin (zie foto).

Brands haalt journalist Peter Pomerantsev aan die de schijnwereld in Rusland uit de doeken doet.
Volgens Krielaars concurreren de staatszenders met elkaar met het doel om met schijnbaar onafhankelijke berichtgeving het volk te indoctrineren. Zo worden Oezbeken of homosekuelen als een gevaar afgeschilderd en vreesden vrienden van hem arrestatie door de politie na de dood van Nemtsov. Journalisten mogen de waarheid niet schrijven en kijken naar de BBC om te weten wat er werkelijk aan de hand is in de wereld.

Brands vraagt of Krielaars Dostojeski niet kan inzetten om Poetin te begrijpen.
Krielaars kenschetst Poetin als een saaie kleine, onzekere man die heeft zich opgewerkt van kantoorbediende tot president. Hij is een raadselachtig figuur die zich steeds meer in reactionaire richting ontwikkelt. Rusland gaat gebukt onder de Westerse sancties en heeft gebrek aan levensmiddelen, maar de Rus is gewend aan ontberingen. Anders dan aan het slot van het vorige gesprek, zegt Krielaars dat hij toch wel blij is dat hij in Nederland woont.  

Hier mijn verslag van het eerdere gesprek van Brands met Krielaars over Het brilletje van Tsjechov, hier meer over de Bob den Uylprijs, die vorig jaar aan Lieve Joris werd uitgereikt, hier het verslag van het gesprek van Brands, ruim een jaar geleden met Pieter Waterdrinker over De correspondent, hier mijn verslag van een lezing van Peter Pomerantsev, eind 2014, over zijn boek Niets is waar en alles is mogelijk.  

Sporen (2014), documentaire van Diego Gutiérrez en Danniel Danniel



Alleen zijn hoeft nog niet eenzaam te zijn

Eenzaam sterven is een angstbeeld dat om de zoveel tijd weer in het nieuws komt. Wat zich achter de voordeur van de overledene afspeelde is echter niet altijd vast te stellen.
Diego Gutiérrez leidt zijn persoonlijke documentaire Sporen in met de mededeling aan zijn vrienden dat zijn benedenbuurman Peter Kieft op 65 jarige leeftijd is overleden en dat er niemand is langsgekomen om zijn vele bezittingen op te eisen. Hij vraagt of zijn vrienden een blik op de huisraad te werpen voordat de gemeente alles afvoert. De indrukken van de vrienden zeggen veel over hun eigen leven. Een van hen brengt de standaardopvatting naar buiten dat Kieft een buitenbeentje was die niet kon voldoen aan de eisen van de maatschappij en daardoor langzaam verloederde. Tussendoor zien we alvast de rigoureuze opruiming door leden van de gemeentereiniging.  

Gutiérrez filmt de rondgang van zijn vrienden, die niet met hun namen genoemd worden, op een onopvallende thematische manier. Ze kijken eerst verbaasd rond op de benedenverdieping die propvol staat met spullen, die volgens een van hen nog wel wat zouden opbrengen op een rommelmarkt, bekijken vervolgens foto’s en voorwerpen in de etage woning en vertellen in het Engels steeds meer over hun eigen leven.

Gutiérrez neemt zelf ook deel uit de ontdekkingstocht. Hij zegt dat het wellicht troostrijk is om veel spullen om zich heen te hebben als men alleen is. Hij woont zelf in een groot pand en kent de eenzaamheid daarvan, ondanks het meubilair dat hij van straat gehaald heeft.
Een meer filosofisch aangelegde vriend wil niets aanraken, omdat alles net als in een museum een vaste plek heeft en hij de orde zou verstoren als hij daarin in greep. Hij veronderstelt dat de man aan een ziekte leed of anders aan een sterke bevlogenheid die hij zelf ook kent maar waarvoor hij niet voluit durfde te gaan. Hij vermoedt dat Kieft bezig was met grote vragen en nog langer had willen leven.

Wonderlijk zijn de vele fotoportretten van knappe jonge vrouwen aan de muur en in een album. Een vriend ziet meteen dat het professionele foto’s zijn. De vrouwen tonen met hun, niet geposeerde, open blik aan dat ze in een goede verhouding met de fotograaf staan. Hij verwondert zich erover dat geen van de vrouwen naar de begrafenis geweest is. Een blonde vriend die op grond van zijn kostschoolervaring, vooral de eenzaamheid in de woning ziet, bladert in het fotoalbum met portretten en denkt dat de vrouwen het verlangen naar contact verbeelden.

Een oudere vriend van - als ik het goed verstaan heb - 84 jaar, leest voor uit een brief van Kieft die een pensioentje van de luchtmacht had en een bedrijfje had opgericht dat Give peace a chance heet. Op de mulo richtte hij al een schoolkrant op, daarna was hij freelance fotograaf, die veel van de wereld zag. Hij betreurt het tenslotte dat de wereld niet ten goede veranderd is. Een andere vriend ontdekt dat Kieft getrouwd is geweest en ook een dochter had, maar dat zij het wellicht te pijnlijk vond om de aftakeling van haar vader mee te maken. Nog een ander ziet op het huwelijksfoto een gelukkig paar en neemt aan dat de man geen verandering kon verdragen en wilde dat het leven steeds hetzelfde bleef.  

De kalende vriend zou het erg vinden zijn herinneringen kwijt te raken. Het zou betekenen dat hij verdwijnt als persoon. Vergankelijkheid is een kwestie die ook de anderen bezig houdt. Een van hen vertelt dat hij zichzelf niet voorzet in zijn kinderen omdat hij weinig vertrouwen in de toekomst van deze planeet heeft. De filosoof vertelt dat velen om te blijven voortbestaan iets proberen te creëren van eeuwigheidswaarde. De blonde vriend waardeert de missie die Kieft had. Hijzelf heeft, op de opvoeding van zijn dochter na, geen verder reikend doel in zijn leven. Gutiérrez is zelf niet zo gebrand op bekendheid. Hij beseft de betrekkelijkheid van roem.

Enkelen nemen plaats in de leunstoel (zie foto) waarin Kieft leek te slapen. Een van hem voelt de eenzaamheid aan den lijve. De blonde vriend durft niet. Hij vindt het vies, omdat de stoel naar urine ruikt en hem doet hem denken aan zijn eigen vader die zich ook verwaarloost. De filosoof spreekt van een troon, waarin Kieft koning in eigen huis was. Hij komt daarmee in de buurt van Kieft zelf die als uitsmijter van de film eerder in zijn huis geïnterviewd werd door zijn dochter en in paradijselijke bewoordingen over zijn woning praat. Alleen zijn hoeft nog niet eenzaam te zijn.
  
Hier de trailer van Sporen, ook wel Traces of Huellas genoemd.

Filmrecensie: United (2011), James Strong



Sterk drama over de vliegramp die veel spelers van Manchester United het leven kostte

Het voetbal beleeft rond het proces tegen de Fifa spannende tijden. Blijft het een sport om veel geld mee te verdienen of krijgt de voetballiefhebber een voet tussen de deur? In Manchester was men al eerder de overheersing door het kapitaal beu en richtte men een alternatieve club op, zoals in Tegenlicht te zien was. Vijftig jaar geleden was daar van de grote invloed van het geld nog geen sprake, wel van een grote menselijke tragedie.   

In de BBC productie United toont James Strong het drama dat het, door heel Engeland geliefde, eerste elftal van Manchester United ten deel viel toen hun vliegtuig in de winter van 1958 op de terugweg van een wedstrijd tegen Rode Ster Belgrado crashte. Bobby Charlton die een van de inzittenden was, moest zijn tegenzin om nog een bal aan te raken, overwinnen en werd vervolgens een gezichtbepalende wereldspeler.

De sterke dramaproductie begint anderhalf jaar daarvoor, in de herfst van 1956, als de jonge Charlton staat te popelen om, net als zijn vriend Duncan Edwards die al in de selectie zit, mee te doen in het eerste elftal. Assistent coach Jimmy Murphy – met zijn prachtige, gebeeldhouwde kop - neemt de jongeman mee naar het hoofdveld op Old Trafford en laat zien welke arbeidersgeledingen op welke tribunes zitten. Het publiek heeft recht op het beste en daarvoor moet Charlton nog wat meer trainen, bijvoorbeeld zijn linkerbeen om straks meer technische mogelijkheden te hebben.
Op een ander niveau probeert manager Matt Busby van de voetbalbond gedaan te krijgen dat ze Europa in kunnen, maar het bondsbestuur in de persoon van Alan Hardaker is tegen.

Op 5 oktober 1956 wordt Charlton bij Busby geroepen die hem meedeelt dat hij wordt opgesteld, nog wel tegen Charlton United uit Londen. Charlton maakt zich eerst nog zorgen over een blessure die hij verzwijgt en loopt vanwege slapeloosheid midden in de nacht naar het stadion waar hij wordt weggestuurd door een andere bobby, maar Manchester wint met 4-0 en Charlton maakt twee doelpunten waarmee hij meteen een vaste basisspeler is.

Begin 1958 speelt Manchester in de kwartfinale van de Europa Cup tegen Rode Ster Belgrado. Omdat Busby geen toestemming van dezelfde stijfkoppige Hardaker krijgt om de competitiewedstrijd tegen Wolverhampton die gepland staat voor de zondag daarop, uit te stellen, besluit hij een privévliegtuig naar Joegoslavië te nemen, waardoor ze op tijd terug kunnen zijn.

Op 3 februari vliegt men naar Belgrado. Manchester komt door de kwartfinale heen en kijkt al uit naar de halve finale tegen Milaan. Tijdens de terugvlucht op 6 februari maakt het vliegtuig een tussenstop in München en moet wachten met opstijgen vanwege een zware sneeuwbui. Daarna komt het vanwege technische problemen de lucht niet in. Met de nodige vrees onder de voetballers wordt later een nieuwe poging ondernomen, die achtentwintig inzittenden waaronder zeven spelers fataal wordt. Charlton loopt verdwaasd tussen de wrakstukken in de sneeuw, terwijl de nieuwe fanatieke doelman Harry Gregg gewonden uit het vliegtuig sleept. Manager Busby is zwaargewond aan zijn benen.

Murphy die thuis gebleven is, is verbijsterd als het het nieuws van secretaresse Alma hoort en vertrekt, na een koele uiting van deelneming en Hardaker en achtervolgd door een horde journalisten, meteen naar München. Hij bezoekt Duncan die zwaar gewond is geraakt aan zijn nieren en Busby die achter een plastic scherm zijn schuld bekent. Hij neemt Charlton op de veerboot mee terug. Charlton is nog steeds in een shock, hoort van de dood van Duncan en zet zijn voetbalherinneringen bij het oud vuil.

Het bestuur vergadert over de toekomst. Murphy maakt zich sterk om door te gaan en krijgt toestemming om voor de komende wedstrijd tegen Sheffield Wednesday een nieuw team op de been te brengen. Charlton geeft zich gewonnen als hij jeugd in de steeg achter zijn huis ziet voetballen. Tegen Sheffield zit hij nog op de bank naast Murphy. Het nieuwe team houdt de gedachtenis van het team in ere, onder andere doordat een van de nieuwe spelers tijdens het wachten in de catacomben een pijp rookt zoals Mark Jones, alias Jonesy, altijd deed.

Hier de trailer, hier mijn verslag van de Tegenlicht documentaire over het andere United.


Meindert Fennema over Goed fout, VPRO Boeken, 10 mei 2015



Overeenkomsten studentencorps en Communistische Partij Nederland

Meindert Fennema - die ik leerde kennen door de bijdrage van Lodewijk Asschers Mijn idee van Nederland – was tot voor kort hoogleraar politieke theorie van etnische verhoudingen en schreef het biografische boek Goed fout dat de ondertitel Herinnering van een meeloper draagt en dat over zijn herinneringen aan het studentencorps en de Communistische Partij Nederland gaat.

Wim Brands noemt hem een politicoloog, maar Fennema wil ook graag weten dat hij schrijver is. Fennema legt uit dat hij zijn uitgever vertelde over zijn idee voor zijn nieuwe boek, namelijk een portret van vier personen uit zijn omgeving die in de CPN zaten en dat zij toen voorstelde om ook zijn eerdere verleden als corpslid erbij te nemen. Fennema begon daaraan als een voorstudie vanwege de overeenkomst tussen de leden van de twee gesloten organisaties, die zichzelf als elitair zagen, neerkeken op de massa en dachten dat ze voorbestemd waren voor een leidende rol in de maatschappij.

Brands noemt het ongewoon dat Fennema, met een vader die in een slachthuis werkte, in een corps terecht kwam.
Fennema vertelt een leuke anekdote over zijn broer die diergeneeskunde studeerde en een feestje gaf. In de nacht kwam een lakei de trap op die de studenten met hun achternaam aansprak en met alle egards werd behandeld. Hij bleek de bediende van de sociëteit waar zijn broer en andere feestgangers lid van waren.

Brands gaat niet verder over het corps waar Fennema zelf lid van uitmaakte, maar stelt dat het corps er in vergelijking tot de CPN in zijn boek goed van af komt.
Fennema zegt dat het corps buiten de Groentijd een hele liberale vereniging was, die ook leden telde die tot de studentenvakbeweging behoorden en dat het bij de CPN altijd Groentijd was. Je wist bij de laatste groep nooit zeker of je erbij hoorde. Corpsleden betreurden het dat Fennema door een politieke reden in 1972 wegging. Hij werd lid van de effectief opererende CPN na een maoïstische coupe van het ASVA bestuur. Eerder was hij lid van de PvdA maar dat zegde hij op doordat men de oorlog in Vietnam steunde.

Brands wil nog eens uitgelegd krijgen hoe het stalinisme werkt.
Fennema vertelt dat hij door Rinus Haks van de CPN op het matje werd geroepen met het verzoek om, op straffe van opzegging van het lidmaatschap, afstand te nemen van zijn docent Ger Harmsen, die boeken gestolen zou hebben van een andere organisatie, hetgeen een voorwendsel was dat de ideeën van Harmsen niet strookten met de partijlijn.

Brands vraagt of iemand toch maar lid blijft omdat er aan iedereen wel wat op te merken valt.
Fennema zegt dat hij inderdaad afstand van Harmsen nam in een klimaat dat steeds wantrouwiger werd. Daar kwam bij dat men uitgemaakt werd voor anti-communist als men uit de partij stapte en daarop zat Fennema niet te wachten. De ondertitel van zijn boek slaat op de positie die hij innam. Fennema vertelt dat hij depressief werd tijdens het schrijven erover maar dat zijn stemming verbeterde toen hij zich realiseerde wat hij gedaan had. Daarna kon hij het proces beschrijven waardoor hij zover kwam.

Fennema beantwoordt de vraag van Brands over huidige stalinistische praktijken van uitsluiting allereerst met een verwijzing naar Janmaat, maar dat is alweer een tijd geleden. Ik vraag me af of het echt zo slecht is om uit de vergaderzaal weg te lopen als deze aanhanger van het nationaal socialisme in de Kamer aan het woord kwam. In plaats van uit een gevoel van morele superioriteit kan dit als een gerechtvaardige daad van verzet gezien worden. Het voorbeeld van jihadisten die door alle kritiek op hun idealen juist meer vastberaden op hun doel afgaan, is sterker.

Hier Mijn idee voor Nederland - Lodewijk Asscher in De Balie (2012) Ik wil altijd nog een verslag over Fennema’s idee met Nederland, hier .

zaterdag 30 mei 2015

Filmrecensie: Simon and the oaks (2011), Lisa Ohlin



Gebroken jeugd van een begaafde joodse jongeman in een Zweeds boerengezin

Simon and the oaks vertelt de roman van Marianne Fredriksson na over de halfjoodse Simon Larsson die tijdens de Tweede Wereldoorlog in het kinderloze boerengezin van Erik en Karin op het Zweedse platteland opgroeit. Tijdens zijn middelbare schooltijd op het lyceum vanaf 1939 trekt hij naar de joodse Isak die kunstzinnige, gefortuneerde, uit Duitsland gevluchte ouders heeft. Pas na de oorlog krijgt Simon kennis van zijn ware achtergrond. Lisa Ohlin maakte er een bijna klassiek drama van met fraaie natuurbeelden en stemmige muziek.

Pleegvader Erik kan het niet uitstaan dat Simon de hele tijd maar in een boomhut in een eik zit te lezen en brengt Simon de nodige assertiviteit bij die hem op het lyceum van pas kan komen. Hoewel Simon weinig op heeft met de opvoedpraktijk van Erik, komt diens boksles hem goed van pas. Als Isak Lentov door andere jongens uitgescholden wordt voor jood, slaat hij er meteen op los. Het is meteen het begin van een dikke vriendschap. Simon vertelt zijn zogenaamde ouders opgewonden over de vele kunst in het appartement van de Lentovs, maar daar hebben Erik en Karin geen oog voor. Simon onttakelt in een vlaag van woede zijn boomhut en staart naar de mist op zee. Als Karin een arm om hem heen slaat zegt hij dat mist het verdriet van de zee is.

Ruben, de vader van Isak is boekhandelaar en moeder Olga is vooral panisch voor de Nazi’s. Ze probeert zichzelf en haar zoon te vergiftigen en steeds vervolgens het appartement in brand maar Ruben weet een fatale afloop net aan te verhinderen. Als Isak later in de film depressief wordt, vertelt Ruben tegen Simon over de vreselijke ervaring die zijn zoon doorstond toen Nazi’s wilde controleren of hij besneden was. Erik is degene die Isak uit zijn depressie haalt door samen met hem een boot te bouwen. Simon trekt tot ergernis van Erik naar de kunstzinnige Ruben. Af en toe komt Inga, een nicht van Erik, op de boerderij. Als de nazi’s voor de deur staan, wil Karin dat Inga een brief verbrandt, zodat de ware identiteit van Simon niet aan het licht komt.

Pas na de oorlog vertelt Erik Simon over zijn ware identiteit, maar kan over diens joodse vader niet veel meer zeggen dan dat hij muziekleraar was, omdat alle informatie uit voorzorg vernietigd is. Simon reageert boos, beseft waarom hij nooit goed genoeg was en neemt zijn intrek bij Ruben, die inmiddels een nichtje te logeren heeft die levend uit Auschwitz gekomen is. Simon probeert een relatie met haar aan te gaan maar de jonge vrouw is te getraumatiseerd om zich te kunnen binden. Studente Klara op de universiteit is meer geschikt voor Simon. Als Simon toch maar eens langs Inga gaat om over zijn vader te informeren, blijkt zij de brief nog steeds bewaard te hebben.  

De finale wordt ingezet met een brief van de broer van de ware vader van Simon die dirigent in Berlijn is en laat weten dat de vader van Simon overleden is. Simon reist met Ruben naar Berlijn en hoort dat zijn vader niet in een concentratiekamp is overleden maar een paar jaar daarvoor aan kanker. Het maakt het des te wranger dat Simon niet eerder in de gelegenheid was om hem op te zoeken. Daarbij komt nog dat Karin tijdens hun bezoek bezwijkt aan een hartinfarct. De gebrokenheid van Simon komt mooi terug op het eind als Simon met het dochtertje van Isak in de boomhut zit en zij hem vertelt over de mist als het verdriet van de zee, iets waarover Karin haar inlichtte.

Bill Skarsgård speelt een fantastische rol als de jonge, gevoelige Simon, die zich door zijn jeugd slaat in een milieu dat zichtbaar niet bij hem past. Zijn geschiedenis verheft zich boven alle sentimentaliteit.   

Simon and the oaks is een bewerking van de roman Simon och Ekarna van Marianne Fredriksson, in het Nederlands uitgekomen als Simon.

Hier de trailer.