Directe lijn tussen War on Terror en de huidige
vluchtelingencrisis
In de eerste aflevering in 2016 gaat Tegenlicht voorbij aan
de waan van de dag en blikt terug op de achtergronden van het conflict in
Syrië. De prettige stem van regisseur Shuchen Tan – en niet die van Marije
Meerman als ik het goed gehoord heb - die de inleiding houdt, kan niet
verhullen dat het westen daar een enorme bak ellende leeggestort heeft. Met
Colin Powell in 2003 voorop. In vijf hoofdstukken schetsen Tan en Meerman de
ontwikkeling van het conflict aan de hand van eerdere uitzendingen van
Tegenlicht en andere programma’s. Alles lijkt met elkaar samen te hangen.
Tan en Meerman beginnen met de bomaanslag op het
zwaarbeveiligde VN kantoor in Bagdad in augustus 2003, waarbij zestien doden
vielen. Dat was in de tijd dat de Amerikanen net hun oorlog in Irak gewonnen hadden.
Politiek adviseur Ghassan Salamé had nog contact met zijn baas Sergio de Mello
maar kon niet verhinderen dat die langzaam in het puin stierf. Salamé vertelt
dat de oorlog pas begon toen Bush enkele maanden eerder op een vliegdekschip de
zege van de Amerikanen verkondigde.
De aanslag
De aanslag op de Twin Towers laat zien dat ingrijpen in de
geschiedenis allerlei onbedoelde gevolgen heeft. Voormalig FBI agent Ali Soujan
was al in 1997 Al Qaida op het spoor, die in Afghanistan het machtsvacuüm
opvulde na het vertrek van de Sovjet Unie in1994. De oorlog tegen de Taliban na
de aanslag op de Twin Towers werd gevolgd door een oorlog tegen Irak, zogenaamd
omdat die massavernietigingswapens zou hebben. Op het moment dat Bush dacht dat
de oorlog gewonnen was, begon die pas. Door de opkomst van het djihadisme
stroomden verzetsstrijders uit Tsjetsjenië Irak en later ook Syrië binnen. Inmiddels
zitten ze volgens Soujan overal in de regio en ook in Noord-Afrika.
De inval
Tijdens de inval van de Amerikanen in maart 2003 in Irak was
Al Qaida daar nog onbekend, maar de Amerikanen trokken hen aan als stroop de vliegen.
De aanslag op het VN hoofdkantoor in Bagdad was een van de paukenslagen van een
nieuwe tragedie, zegt Salamé. We zien beelden van Dick Jones, collega van Paul
Bremer, in het paleis van Saddam. Na de oorlog namen zij de leiding in Irak op
zich en in alle naïveteit meenden ze dat ze snel democratie in het land konden
brengen. Salamé wijt dit aan een obsessie van neoconservatieve Amerikanen. Hij
zegt ook dat het buitensluiten van generaals van de Baathpartij maakte dat deze
overliepen naar de vijand. Later erkende Bremer zijn fout, maar toen was het al
te laat. De Iraakse regering had inmiddels al het nodige kwaad bloed gezet bij
de verslagen soennieten. Verliezers gaan verzieken, zegt Salamé.
Val van de tiran
Tegenlicht was in 2007 in Syrië om op uitnodiging van het
ministerie van Toerisme te komen filmen, maar kreeg toen te weinig boeiende informatie
om een uitzending over te maken. Rafif Jouejai, oprichtster van Free Syria,
vertelt dat er wel veel armoede en onvrede was en had verwacht dat Bashar al
Assad de nodige hervormingen zou doorvoeren, maar in plaats daarvan begon hij
op ongewapende demonstranten te schieten, die in de golf van de Arabische lente
tegen het repressieve bewind in opstand kwamen. Eerder viel Saddam Hoessein. De
Iraakse soennitische politicus Adnan Pachachi sprak hem voor zijn dood en vroeg
hem beleefd naar zijn eerdere beleid dat hij eerlijk en rechtvaardig noemde.
Doos van pandora
De inval van de Verenigde Staten in Irak en de Arabische
lente maakten onvermoede krachten wakker. Salamé vertelt dat IS bestaat uit
restanten van het verslagen Iraakse leger en verslagen strijders uit Tsjetsjenië.
Religie komt pas later het verhaal binnen. Jouejai voegt toe dat Assad de
gevangenissen opende en de rode loper uitlegde voor 30.000 criminelen. De
Turkse consul Ozturk Yilmaz kreeg met IS te maken toen ze Mosul veroverden. Hij
werd honderd dagen in gijzeling gehouden en bedreigd met de dood. IS leider Al
Baghdadi riep vervolgens het kalifaat uit en vestigde zich in Raqqa.
De onderhandelingen
Inmiddels praten Syrische regering en oppositie in Genève
met elkaar, tenminste voor wat dat waard is. Soujan meent dat het politieke
vacuüm spanning creëert en dat het de vraag is wie dat gaat vullen, al ziet hij
Assad niet vrijwillig opstappen. In 2001 was Tegenlicht op een feestje in New
York waar men de aanslagen op de Twin Towers probeerde te helen. Salamé vertelt
dat we moeten inzien dat met het verdwijnen van het regime in Irak ook de
staatsstructuur verdween en dat de samenleving daarmee uit elkaar gevallen is.
Hij meent verder dat de burgeroorlog in Syrië nog lang kan duren.
Hier
meer informatie op de site van Tegenlicht. Vanavond kan men meepraten in
Pakhuis de Zwijger.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten