Nog meer denkstof over gebroken gezinnen
Over de vorige roman van Gerard van Emmerik, De kippenjongen, schreef ik dat er nog
veel te genieten valt als de schrijver op deze weg voortgaat en met De nieuwe Kratz maakt hij dat helemaal
waar. Opnieuw is er sprake van een gezinssituatie waarin de zaken niet gaan
naar behoren en weer komen we in een verontrustende sfeer terecht die ver
verwijderd van The Waltons. In De nieuwe Kratz zijn er zelfs twee
gezinnen die in staat van ontbinding verkeren, het vaderloze gezin van de
zestienjarige hoofdpersoon Julien, die zijn intrek neemt in het pleeggezin
Kratz van wie de net zo oude zoon Michael een eind aan zijn leven heeft
gemaakt.
De stugge Julien komt bij de heer en mevrouw Kratz terecht
omdat zijn alleenstaande moeder behoorlijk ziek is, ruimte voor zichzelf wil en
haar zoon tijdelijk, zegt ze, in een tehuis met overalls plaatst waar
voornamelijk wezen zitten, zoals de al wat oudere sociaal gehandicapte Neil,
vriend en slaapmaatje van Julien. Nadat de Kratzen Julien een keer een lift
terug naar het tehuis hebben gegeven, blijft hij in hun gedachten hangen. Als
hun eigen nogal naar binnen gekeerde zoon vindt dat zijn ellendige leven lang genoeg
heeft geduurd, laten ze Julien zijn plaats innemen.
Net als in De kippenjongen
is de verhouding van de nieuwe moeder, Hildegard geheten, tot de nieuwe jongen essentieel.
Deze scrabbleconsulente weet zich geen houding tot hem te geven, dringt er elke
keer weer op aan dat ze hem tutoyeert en gaat hem uit onzekerheid betuttelen.
Hoewel ze na de dood van haar eigen zoon is toegetreden tot een lotgenotengroep
die allemaal met hetzelfde verdriet worstelen, bieden de verhalen van de
anderen haar weinig soelaas. Julien van zijn kant is weer bang teruggestuurd te
worden naar het weeshuis. Van Emmerik noemt hem heel sprekend zo’n hondje dat
op de hoedenplank van een auto zit en met elke beweging meegeeft. Hoewel hij
het allerliefst bij zijn eigen moeder zou wonen, weet hij dat dit geen optie is
vanwege haar voortschrijdende ziekte. Hij kiest dus eieren voor zijn geld.
Van Emmerik vertelt het verhaal vanuit Julien en vanuit de
moeder, die Hildegard heet. Als het leven haar te moeilijk wordt gaat ze maar
aan lammetjes denken.
Het proza is mooi verzorgd en de observaties zijn raak,
zoals over uitspraken van de Kratzen die Julien doen denken aan zinnen die
politici spreken als de microfoon open staat. De lezer wordt knap het verhaal
ingelokt in een scène waarin Julien samen met Neil wacht op de komst van zijn
adoptieouders. Van Emmerik schiet vervolgens heen en weer in de tijd en gaat
regelmatig terug naar eerdere levensmomenten van Julien met zijn eigen moeder. Het
verhaal wikkelt zich op deze manier op boeiende wijze af.
Na het besluit van Hildegard om Julien in huis te nemen,
zo’n beetje na de helft van het boek, lijkt het verhaal klaar, al weten we nog
niet precies hoe de laatste dag van Michael verlopen is en wat er precies is
voorgevallen in het weeshuis waar hij een open dag bezocht. Net als in De kippenjongen dropt Van Emmerik af en
toe bepaalde aanwijzingen die hij later uitwerkt. Een aardig voorbeeld hiervan
is de term ‘ groen’ die Neil bezigt. Pas veel later horen we dat hij daarmee
zijn vader de opdracht gaf om over een kruispunt te rijden, met dodelijk gevolg
voor zijn beide ouders. Een bijkomstigheid blijft het vluchtelingencentrum dat
naast het huis van de familie Kratz ligt, maar dat, anders dan gedacht, op geen
enkele wijze meer dan een bijrol in de roman speelt.
In dit knap geconstrueerde verhaal met een eind dat weer mooi
rond loopt, krijgt ook de ontroering een kans. Bijvoorbeeld in de ontmoetingen
van Julien met zijn moeder die eerst nog een gedreven telefoniste is, maar
later tijdens een visite van Julien in een opvanghuis weinig meer is dan een
schim daarvan:
‘ Er vielen steeds meer stiltes. Ze drukte op
een knop. Haar stoel bewoog. “Hij heeft zo’n sta-op-functie,” zei ze. “Handig,
hè?” Ze excuseerde zich en schuifelde naar de hal.
Jezus,
hoe oud was ze. Net vijftig maar ze gedroeg zich als iemand van zesennegentig.
Toen hij het klaterende geluid van haar plas
hoorde zette hij de tv aan. Een reclame voor koolhydraatarme pasta vulde de
kamder. Beelden van een blije Italiaanse familie.
Wil ik
ook, dacht hij. Met zijn allen om een tafel.’
Ontroering speelt ook op het eind als de man van Hildegard
, zogenaamd een koele zakenman,
steeds minder goed met zijn gevoelens kan omgaan en in agressieve zin ontspoort.
Dat geldt trouwens ook voor de werkelijke vader van Julien die in Noorwegen
vastzit voor een dramatische moordpartij waarmee hij de wereldpers haalde. Het
maakt de wereld er niet mooier op, maar dat is ook niet de bedoeling van
literatuur. Inzicht in wat er allemaal misgaat in relaties en in gezinnen,
scherpt de blik om wantoestanden te doorzien en wie weet te voorkomen.
Hier
mijn recensie over De kippenjongen op
Recensieweb.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten