Verhalen en liederen over de nauwe weg tussen goed en kwaad
Ooit kreeg documentairemaker Andrew Douglas The mysterious tale of how I shouted wrong
eyed Jesus van Jim White als kerstcadeau. Het album intrigeerde hem zozeer
dat hij besloot White op te zoeken in het zuiden van de Verenigde Staten. White
werd daarop de gids voor de documentaire die het goede en het slechte laat zien
van een gebied met een heel eigen sfeer maar vooral de zeer bijzondere muziek,
die door zangers als Johnny Dowd en zanggroepjes als The Singing Hall Sisters ten gehore
wordt gebracht. De soundtrack die een paar jaar later werd uitgebracht geeft daar
een aardig beeld van.
Searching for the
wrong eyed Jesus begint met een boottocht door het moerasgebied van de
Mississippi, de zogenaamde swamp. Fraai zijn de beelden van mensen die
gitaarmuziek maken op de veranda van hun huis dat in het water ligt. In de
documentaire komen meer van dit soort beelden voor, van muzikanten op heel
merkwaardige plekken zoals langs de weg, waar altijd donkere luchten boven
hangen. Alsof daarmee wordt aangegeven dat de cultuur van het arme Zuiden
intrinsiek verbonden is met de blues en de gospel.
White kwam op zijn vijfde vanuit Californië naar het Zuiden
maar ging daar ook weer vandaan, om weer terug te keren in dat gebied met zijn
overweldigende natuur en zijn spirituele sfeer. De tocht die White gaat maken
kan niet in een dure auto. De arme sloebers zien hem al aankomen. Daarom huurt
hij bij een verkoper van
tweedehandsauto’ s een Chevrolet uit 1970 voor honderd
dollar per dag. Niet veel later laadt hij een Jezusbeeld in de achterbak die
hij gedurende de hele tocht daar laat liggen.
De tocht voert door de staat Louisiana. White legt aan de
hand van zijn motortochtjes uit dat men niet vlak voor zich moet kijken om zijn
doel te bereiken. Met een wazige blik in de verte bleef hij beter op de middenstreep
dan wanneer hij daar angstvallig aan vast probeerde te houden. Wellicht daarom
ontmoet hij Harry Crews als hij de olie van de motor aan het bijvullen is. De schrijver
vertelt over de catalogus die in de streek verspreid werd en die aanleiding gaf
tot allerlei verzonnen verhalen over de daarin getoonde modellen, die heel wat
perfecter waren dan de vaak verminkte mensen die daar woonden. Daarnaast vertelt
hij bijzondere verhalen over vogeltjes die zijn moeder in huis had die hem in
je mond zouden kunnen spugen en daardoor zijn dood veroorzaken of resten van
gebraden buidelratten die met de ogen naar beneden begraven werden om te zorgen
dat ze ging wraak konden nemen. De verhalen geven aan dat er goede en slechte
manieren zijn en waren bedoeld om de wereld en zichzelf te kunnen begrijpen. Een
andere aanwijzing komt van banjospeler David Eugene Edwards, die zegt dat het
geluk daar niet voor het oprapen ligt maar dat men onder stenen moet kijken.
De arme mensen wonen vaak aan de rand van een dorp. Men
heeft de keuze tussen Jezus en de hel, daar zit niets tussenin. Dat is terug te
horen in de verhalen die mannen in de gevangenis vertellen over hun handel in
drugs of in het verhaal van de man die vertelt over een vriend die seks had met
zijn vriendin in de auto maar daardoor een ongeluk kreeg waardoor de vriendin
al zeven jaar in coma ligt, hetgeen hem er toe bracht nooit meer een vrouw aan
te raken. Elk dorp heeft een pispaal nodig, zegt een nogal sinistere motorrijder
die wild om zich heen schiet. Volgens White pakt men zijn kansen op een
negatieve manier als men in het leven verder geen kansen krijgt. Hij legt aan
de hand van een ijshoorntje uit hoe de bevolking wordt platgedrukt waardoor
criminelen er aan de onderkant uit komen.
Daar staat de devotie in de Pinkstergemeenschap tegenover.
Volgens White is de aantrekkingskracht moeilijk te verklaren, maar als men zijn
verstand achter laat dan wordt men opgetild door de aanwezigheid van God. Natuurlijk
zien we een schreeuwende dominee die vroeger zelf tien jaar aan de drugs
geweest is maar het licht heeft gezien, net als dopelingen in de rivier dat verwachten.
Symbolisch is een verhaal over een jongen met de stem van James Taylor die in
de kerk het midden niet kon vinden. Hij kocht een pot verf en schilderde aan de
ene kant van het gebouw het woord Liefde schilderde en aan de andere kant het
woord Haat.
In het café treffen beide groepen elkaar. Goed en slecht
vormen één familie. Ook daar wordt gezongen, al overheersen daar het aardse en
de lijfelijke genietingen. Een truckersrestaurant is zo fout dat het tenslotte
weer goed genoemd kan worden. Theologische gesprekken over de verschrikking van
de hel vormen daar een belangrijk onderwerp. Een man haalt Goethe aan die zich
kon inleven in elk vergrijp van een mens die nu eenmaal door de erfzonde
getekend is. Men ontdekt zijn ware aard ontdekt in extreme omstandigheden. Het
geloof in een betere wereld aan gene zijde is dan ook onuitroeibaar.
De tocht gaat verder door Mississippi en Tennessee. Zanger
David Johansen vertelt over Harry Smith die in het Chelsea Hotel verbleef, veel
oude muziek verzamelde en daarmee aan de basis van de folkbeweging stond. De
heuvels van Virginia zijn doordrenkt met spiritualiteit, zoals af te lezen is
aan de gedenktekens aan bomen en brugleuningen. Banjospeler Lee Sexton verhaalt
over het zware leven in de kolenmijn. Zijn vader was ook een banjospeler maar verloor
zijn handen door een ontploffing, zijn zoon kwam om bij een ongeluk. De muziek
brengt hem troost. White voelt de geestkracht te midden van de hillbillies.
Tenslotte dumpt hij het Jezusbeeld en brengt de Chevy terug naar de eigenaar.
De kijker blijft achter met een intrigerend beeld van het Zuiden met
godsdienstwaanzin, geweld, armoede maar vooral de troost van verrukkelijke muziek.
Hier de trailer op
vimeo, die begint met mooie beelden van de swamp.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten