Groots samenspel tussen Kas en Van ’t Hof
Matterhorn is een
prachtig portret van een dwangmatige weduwenaar uit een christelijk dorp die
een verhouding begint met iemand die aan komt lopen. Dit is voor de verandering
niet in seksuele maar algemeen menselijke zin bedoeld. De film lijkt helemaal
toegesneden op de gekte van René van ’t Hof, maar Ton Kas speelt fantastisch
met hem samen.
Het motto van de film is ontleend aan J.S. Bach en luidt: ‘Het
is niet moeilijk. Men hoeft slechts de juiste toetsen op het juiste moment te
raken.’ De muziek van dezelfde Bach legt een bijzondere schoonheid over Matterhorn. Het Erbarme dich dat aan het begin en aan het eind te horen is, is
hartverscheurend, maar ook andere aria’s en pianostukken passen fraai in het
beeld van het Zeeuws aandoende landschap.
Matterhorn begint
ook met Bach. Weduwenaar Fred is een groot liefhebber van zijn werk en luistert
naar het Erbarme dich totdat hij
wordt gestoord door stemmen buiten. Zijn steile buurman (Porgy Franssen) is in
gesprek met een zwerverachtige man die om benzine vraagt. Fred is hels wan de
man heeft hem een dag eerder ook al benzine gevraagd. Hij wil wel eens weten
waar diens auto is en als die niet blijkt te bestaan laat Fred de man zijn
straatje schoonmaken als genoegdoening.
Het is meteen al fantastisch hoe Van ’t Hof zijn rol
inkleedt, namelijk door niets te zeggen en de vermoorde onschuld te spelen.
Later horen we dat hij Theo heet en niets kan zeggen vanwege een zwaar ongeluk
dat hij gehad heeft met hersensletsel ten gevolg, waardoor hij thuis niet meer
te houden is en steeds wegloopt.
Maar voor het zover is, zien we een boeiende ontwikkeling
tussen de zwaar christelijke, getraumatiseerde en dwangmatige Fred en de Stan
Laurel achtige Theo, die na de tuinwerkzaamheid blijft eten en slapen, kortom
zijn intrek neemt bij Fred. Theo zit tegenover Fred aan tafel, onverstoorbaar
zijn aardappelen prakkend met ook nog een spraakgebrek. Fraai is bijvoorbeeld
de scène waarbij Fred hem een groot glas jenever inschenkt dat niet wordt gezien
door Theo. Als Fred hem erop wijst, neemt hij een slok en zet het glas
vervolgens bij Fred neer. Ook grappig is dat Fred Theo leert voetballen, zelfs
op zondag hetgeen tegen de zin van de buurman is, waarmee een bijzonder trekje
van Fred naar voren komt. Hij is minder zwaar christelijk als het lijkt en dat
komt de film ten goede, zoals uit het vervolg blijkt.
Tijdens het doen van de boodschappen doet dierenvriend Theo
een geitje na hetgeen door andere winkelende mensen met veel vriendelijkheid
wordt begroet. Een vader vraagt hen zelfs voor een kinderpartijtje, hetgeen
Fred op een idee brengt. Heel grappig zijn de kinderliedjes die hij instudeert
terwijl Theo de dierengeluiden maakt. Nog kostelijker is het dat Theo zich in
een jurk hijst van Trudy, de tijdens een vakantie naar
de Matterhorn verongelukte vrouw van Fred. Dit kan
natuurlijk niet goed aflopen. Eerst krijgt Fred al een waarschuwing van de
dominee (Helmert Woudenberg) en zijn buurman die ouderling is, maar als later
zijn huis beklad wordt en Fred met Theo naar het gemeentehuis gaat om hem op
zijn adres in te laten schrijven komt de aap uit de man en blijkt Theo
getrouwd.
Een zwak moment in de film is de reactie van Saskia, de
vrouw van Theo, op de komst van Fred en haar man. Het is raar dat ze zo koel
reageert. Voor het zelfde geld had het scenario wat aangepast kunnen worden,
maar liever zo’n kleine zwakte in een verder heel sterke film dan andersom.
Deze eerste lange speelfilm van acteur Ebbinge, die
overigens nog voortgaat met nieuwe ontwikkelingen rond Trudy en de zoon van
Fred, doet denken aan Van Warmerdam, want ook hij laat een vlieg zoemen tijdens
het avondeten en ook bij hem komt de jenever dan op tafel, maar is net wat
serieuzer van toon en daarom ontroerender dan de meer absurdistische
voortbrengsels van zijn voorganger.
Hier
de trailer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten