Man met dwangstoornis in de dubbelrol van filmer en strijder
De documentaire Point
and shoot vertelt het verbazingwekkende verhaal van Matt van Dyke, een
verlegen, 29 jarige man met een dwangstoornis uit Baltimore, Maryland. Als hij
eenmaal klaar is met studeren, besluit hij in 2006 een spoedcursus
volwassenheid te gaan doen. De reis door de Arabische landen die hij daartoe
onderneemt brengt hem naar de burgeroorlog in Libië, waar hij filmer van de strijd
en zelf ook een bekend vrijheidsstrijder wordt, met alle nadelige kanten die
daar ook aan vast zitten.
In het begin van de documentaire toont Matt zijn kogelvrije
vest uit de burgeroorlog en de helm met camera die hij eerder op zijn motorreis
droeg. Filmen was een passie voor deze jongeman die als kind al een
avontuurlijke aanleg had. Misschien was het juist zijn beschermde opvoeding die
maakte dat hij na zijn Middle East
studies besloot om te gaan kijken hoe de wereld er in het echt uit zag.
De Australische avonturier Alby Mangels, die door de woeste
wereld trok en zijn activiteiten zelf filmde, was zijn grote voorbeeld. Matt
kocht een motor en liet die naar Europa verschepen. Zijn vriendin Lauren, die
onderwijzeres is, vond het goed dat Matt actie ondernam. Het zou de
ontwikkeling van de jongeman die vroeger alleen maar videogames deed, goed
doen.
Het is fantastisch om de reis van Matt door het Rifgebergte
via de helmcamera te volgen. Zijn dwangstoornis, die maakt dat hij steeds bang
is dat hij iemand heeft aangereden, maakt de tocht tot een spannende ervaring.
Als hij daar door de telefoon met Lauren over praat en zij hem een schijterd
noemt, besluit hij door te zetten. Hij rijdt 55.000 kilometer door de Arabische
landen, werkt in Bagdad als embedded journalist voor de Amerikanen, hetgeen een
goede leerschool voor de latere strijd in Libië blijkt te zijn.
In Afghanistan ontmoet hij Nuri, een hippie uit Libië en
later bezoekt hij hem in Tripoli, hetgeen voelt als thuiskomen. Het is dan ook
niet vreemd dat Matt die eind 2010 terugkeerde naar de Verenigde Staten, zich,
tot ergernis van Lauren, aan het begin van de Arabische lente aansluit bij de
Libische rebellen. Via Cairo rijdt hij met de auto naar Benghazi dat in handen
is van de rebellen. Onafscheidelijk is de videocamera die hij, net als eerder
zijn helmcamera, gebruikt om zijn activiteiten te filmen.
Deelname aan de strijd brengt hem in de cel, waar hij het
vijf maanden lang te kwaad heeft, ook door zijn dwangstoornis. Hij begint te
hallucineren, hetgeen door Curry fraai in beeld is gebracht met animaties. Als
hij eenmaal vrijkomt bij een gevangenenruil keert hij niet terug naar de
Verenigde Staten, zoals Lauren graag wil, maar verklaart zich solidair met de
rebellen die dan door de luchtsteun van de Navo aan de winnende hand zijn. Matt
neemt samen met Nuri deel aan de strijd in Sirte, de woonplaats van Khadafi en
het laatste bolwerk van de dictator. Hij belt af en toe via een
sateliettelefoon met Lauren en realiseert hoe compleet anders hun levens
zijn.
Het einde van de film is het meest aangrijpend: als Matt
wordt gevraagd een vijandelijke scherpschutter te doden, geeft hij zijn camera
aan een collega en zet zich aan zijn taak. Hij slaagt echter niet in zijn
opdracht en dat maakt hem verward. De vraag van Curry of zijn stoomcursus
geslaagd is, hoeft niet eens meer beantwoord te worden. Het zou interessant
zijn te weten hoe het met Matt in de Verenigde Staten verder gaat, maar
misschien horen we dat nog eens.
Point and shoot
doet denken aan de documentaire First to
fall van Rachel Beth Anderson uit hetzelfde jaar waarin twee Canadese
jongemannen met een Libische achtergrond zich eveneens in de vrijheidsstrijd
mengen en alle twee ook de nodige klappen krijgen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten