Fraaie beelden zinken weg in een clichématig verhaal
Kosten noch moeite zijn gespaard om een mooie
familievoorstelling op de planken te brengen. De samenwerking tussen Oorkaan,
Holland Baroque en Orkater moeten garant staan voor de kwaliteit. De sfeer in
de zaal en op het podium in opperbest bij de première in de Philharmonie. De
jonge orkestleden lopen rond in blauwe poncho’s en hebben een blauw parapluutje
op hun hoofd. De regen wordt verbeeld door dikke druppels op een scherm aan de
achterwand. Tussen de orkestleden staan banken, planten, schemerplanten, die
voor nog meer sfeer zorgen. Daar zijn ook de drie spelers te ontwaren die,
samen met de orkestleden, een uur lang de sterren van de hemel proberen te
spelen.
Esmeraldadina, Valentijntino en Jaak zijn kinderen uit een
gezin waar ruzie tussen de ouders heerst. De onophoudelijke regen heeft daar
mee te maken. Die maakt dat ze niet eens meer buiten kunnen spelen. Ze
besluiten de raad te gaan inwinnen van een man die weet hoe de regen gemaakt
wordt, maar komen nooit bij hem terecht. Ze verdwijnen in een oerwoud met
sprookjesachtige elementen rond een heks met een huisje van snoep en een draak die
natuurlijk verslaan moet worden, waarin vooral allerlei clichés heersen, de muzikale
inzet en de sfeervolle animaties ten spijt.
De hand van regisseur Ria Marks is duidelijk te zien in de
expressie die de spelers in hun spel leggen. Alle drie hebben ze hun eigen
karaktertje: Esmeraldadina verdwijnt graag in haar tablet, de stoere Jaak wil
elke uitdaging aangaan die op zijn pad komt en Valentijntino speelt de rol van
de grote verzoener, ook tussen zijn oudere zus en jongere broer die elkaar snel
in de haren zitten. Marks zorgt ervoor dat de teksten die de spelers
uitspreken, waarbij zij zichzelf in de derde persoon beschouwen, nooit saai
worden. Met veel flair springen ze in het rond en proberen ze met simpele
handelingen een dynamiek op te roepen die echter door de barokke muziek en het
slappe verhaal nauwelijks tot de verbeelding gaat spreken.
Af en toe lijkt er wat pit in de voorstelling te komen,
namelijk als de orkestleden zich met het spel gaan bemoeien. Dit is
bijvoorbeeld het geval als de kinderen willen gaan staken. De actie van de
orkestleden met de instrumenten in de lucht zet kracht bij aan de intentie van
de kinderen. Ook de twee vrouwelijke orkestleden, een gitariste en een violiste
die samen de rol van heks met een Duits accent op zich nemen en Jaak proberen
te troosten, doen in de verte denken aan iets wat de oppervlakte overstijgt
maar over het algemeen overheerst, anders dan het projectiescherm wil doen
geloven, de fantasieloosheid.
Zoals gezegd doen ook de spelers hun best om de vonk te doen
overslaan. Dat blijkt bijvoorbeeld in een grappige huilscène van Jaak als hij
in het bos zijn broer en zus kwijt is, een daarop volgende scène met
Valentijntino die hij in een put vindt en die hij er op allerlei muzikale
verleidingen uit probeert te halen, maar al gauw zitten we weer bij een prins
die Esmaraldadina wakker moet kussen en dat was niet eens de pindakaasprins die
ergens in het verhaal ondergemoffeld werd.
Het is bij dit alles de vraag wat kinderen van de
voorstelling hebben opgestoken. Wellicht zijn ze geïmponeerd geraakt door alle
kleur en beweging op het toneel maar anderzijds worden ze zwaar tekort gedaan
met zo’n verhaal zonder kraak of smaak. Ook de inspanningen van iedereen die
meewerkte worden door de tekst van Freek Vielen van mindere waarde dan mogelijk
was geweest. De protserige namen van de kinderen zeiden het eigenlijk al. Wie
zichzelf daarmee te buiten gaat, moet wel hard vallen.
Hier een filmpje
van Holland Baroque over de voorstelling op vimeo.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten