Rauw verhaal over de zorg voor een doodzieke dochter
Schrijfster Pia de Jong schreef met Charlotte een diep persoonlijk relaas over haar dochter die
doodziek was bij de geboorte en geen kans zou hebben om te overleven. Als Wim
Brands de feiten hierover aan de schrijfster heeft ontlokt, lijkt het onderwerp
afdoende behandeld, maar Brands krijgt toch nog aardig de tijd vol met een
boeiend gesprek.
Brands wil graag het verhaal horen achter de leukemie, die bij
de geboorte van haar inmiddels vijftien jaar oude dochter werd vastgesteld.
De Jong zegt dat Charlotte geen jaar oud zou worden met de
gevaarlijke vorm van leukemie die haar huid blauw kleurde als je die aanraakte.
Een behandeling zou dodelijk geweest zijn. Haar man Robbert Dijkgraaf koos op
wetenschappelijke gronden niet voor een behandeling en zij wilde het intuïtief
niet.
Brands wil vervolgens weten waardoor ze het dan toch
overleefde.
De Jong zegt dat ze doorgegroeid is tot het meisje dat op de
achterflap van het boek prijkt en dat het een raadsel is dat de leukemie
verdween maar dat het te maken moet hebben met het eigen immuunsysteem dat aan
de gang ging om de tumoren te verslaan. Er is één ander geval bekend van een
jongen zoals Charlotte die ook niet behandeld werd.
Brands begint erover wanneer De Jong het idee kreeg om er
een boek over te schrijven.
Dat was in de Verenigde Staten toen ze daar met haar man en
hun drie kinderen naar toe verhuisde. Ze had al zinnetjes in haar dagboek, maar
de geografische afstand tot Nederland maakte, naast het feit dat Charlotte
inmiddels de puberteit doorgemaakt had, dat ze zich aan het schrijven kon
wijden.
Brands wil weten wat haar eerste herinnering was aan die
moeilijke periode.
De Jong zegt dat het de ontroering was om zo dicht bij een
ander te kunnen zijn. De ervaring om zo dicht bij de dood te zijn, maakte dat
ze het leven heel intens ervaarde.
Het was heel intiem. Ze probeerde elke dag iets van het
leven te maken. Ze leefde heel erg in het moment. Haar wanhoop bedwong ze door
zich de taak te stellen zo goed mogelijk voor haar kind te zorgen.
Brands zegt dat ze zelfs op een begraafplaats liep om een plaatsje
uit te zoeken.
Achteraf vond ze dit wel verdrietig, maar in die tijd wilde
ze alvast alles regelen. Ze moest ook nog voor de andere kinderen zorgen. Later
bedacht ze dat ze meer moest genieten van het samenzijn met haar dochter zolang
die er nog was.
Brands zegt dat de buitenwereld verdween toen er een hork
van een buurman binnenkwam, zich over Charlotte boog en zei dat het toch jammer
was dat ze het niet zou overleven.
Dat maakte, zegt De Jong, dat ze behoedzamer werd ten
opzichte van de buitenwereld, iets wat ze nog steeds wel heeft. Soms was het
schrijven wel eens moeilijk en werd ze er somber van, maar het zei ook iets
over wie ze was en hoe ze zo geworden is. Vooral de goede toon raken was van
belang, want ze wilde niet dat het verhaal sentimenteel zou worden in plaats
van rauw en mooi. Met deze non-fictie betrad ze een nieuw terrein waarbij ze
dicht bij zichzelf bleef. Ze moest iets overwinnen om het af te maken. Het
heeft nog steeds iets rauws. Ze is zich meer bewust geworden van haar
kwetsbaarheid.
Brands vraagt of Charlotte het boek gelezen heeft.
Dit blijkt het geval. Charlotte begreep daardoor hun
enigszins symbiotische relatie, waarin haar moeder haar vaak zingen tegemoet
trad, beter.
Tenslotte vraagt Brands of er ook zaken waren die ze niet
durfde te schrijven.
Dat bleek ook het geval en dat heeft te maken met bijgelovigheid
en haar eerder genoemde voorzichtigheid.
Hier
de site van Pia de Jong.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten