Existentialistisch portret van de jongste staat in Afrika
De Franse documentairemaker Hubert Sauper, die eerder Darwins nightmare maakte over de
agressieve Victoriabaars die de lokale bevolking rond het meer werkloos maakte, richt zich in
We come as friends opnieuw op Afrika
en wel op het jongste land van dat continent, Zuid Soedan. Anders dan Jan
Willem den Bok, die in Good morning South
Sudan de periode na de onafhankelijkheid in beeld brengt, toont Sauper op
nogal fragmentarische wijze de periode rond de onafhankelijkheid in 2011. De
sprinkhanenplaag waarmee de documentaire opent belooft niet veel goeds, een
bloot jongetje dat over een zandpad loopt evenmin.
Sauper landt, zoals Joost Colijn ooit zo mooi deed in Piloot van goed en kwaad, in een
zelfgebouwd vliegtuigje tussen de velden in het zuiden van Soedan en vraagt
toestemming om daar de nacht door te brengen omdat hij ’s nachts niet vliegen
kan.
Het wantrouwen onder de bevolking is groot. We horen meteen
verhalen over de blanke kolonialisatie die weinig voorspoed heeft gebracht. Men
maakt zich vrolijk over een speeldoosje op het dashboard van het vliegtuigje
dat de Internationale ten gehore brengt. Sauper is iemand met het hart op de
goede plaats. Hij komt als een vriend.
Er horen over Bashir en Kiir, de president en de
vicepresident van Soedan. De eerste is een islamiet en wordt gezocht voor zijn
oorlogsmisdaden begaan in de provincie Dafur, de tweede is een christen met
zijn onafscheidelijke cowboyhoed waarmee hij ook zijn speech houdt tijdens de
onafhankelijk houdt, nadat meer dan twee miljoen doden tijdens de burgeroorlog
geteld zijn. Bashir is op de hand van de Chinezen, Kiir heeft meer met de
Amerikanen. Beide buitenlanden is het om de olie te doen. Zoals de beelden
laten zien trekt de bevolking in het verarmde en vervuilde gebied rond de
olievelden aan het kortste eind.
Sauper gaat honderd jaar terug in de tijd toen Engeland en
Frankrijk tegenover elkaar stonden in Soedan omdat het eerste land van noord
naar zuid wilde en het tweede land van oost naar west. De verdeling in staten
zorgde voor vriendjespolitiek en opstanden. Soedan is een land waar landmijnen
liggen die overal vandaan komen. In een dorp rouwt men over een soldaat die
doodgeschoten is. Volgens een inwoner begon de ellende met geweren tijdens de
olifantenjacht, ook weer zo’n westers idee. Iedereen in het dorp vreest
gevechten.
Nadat de bevolking van Zuid Soedan in een referendum heeft
aangegeven dat het met grote meerderheid onafhankelijkheid wil, ontruimt Bashir
dorpen aan de grens in het kader van de etnische zuivering. Een echtpaar uit
Texas probeert de blote bevolking te overtuigen van de bijbelse opvatting dat
mensen kleren moeten dragen. Op school mag men zelfs geen stamkleding dragen,
maar moet men een schooltenue aan. Bloot is een zonde, zelfs de kralenketting
moet af.
Een conferentie over de ontwikkeling van Zuid Soedan toont
aan dat investeerders toch vooral uit zijn op eigen gewin, al zullen ze dat het
liefst verpakken in mooie woorden. Er is weer vrees voor oorlog met het
noorden. Kiir is bereid voor de onafhankelijkheid te vechten. Tenslotte zien we
beelden van een strompelende man met een stok.
De nogal losjes opgezette documentaire krijgt een
existentialistisch kader door de beelden die Sauper van de aarde laat zien en
verwijzingen naar het feit dat we allen aardbewoners zijn en het met elkaar
moeten zien uit te houden. Dat laatste valt niet mee, zo vertelt het verhaal
van de jongste republiek, die volgens de laatste berichten nog steeds niet tot
wasdom is gekomen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten