Boeiende verknoping van levens in de stad van de liefde
Het romandebuut van Bregje Hofstede is een ode aan de liefde
in een bijzondere verschijningsvorm waarin vrouwelijke identiteiten in elkaar
overvloeien, namelijk die van de oudere Mathilde en de jongere Fie. De Franse
docent kunstgeschiedenis Olivier Massarin vormt de schakel tussen beide
vrouwen, die heel erg op elkaar lijken en, naar het motto van Hanny Michaelis,
een schokgolf in het hoofd van de 52 jarige Olivier veroorzaken. Deze altijd
ongehuwd gebleven docent werd verliefd op Mathilde in zijn studietijd en wordt vijfentwintig
jaar later tijdens zijn colleges op de Sorbonne geconfronteerd met haar
Nederlandse lookalike, die naar Parijs komt om daar te studeren.
De hemel boven Parijs
opent meteen al heel fraai met de eerste kennismaking van Olivier met de 21
jarige Fie. Ze zit kaarsrecht in de collegebanken en maakt geen aantekeningen,
hetgeen hem verontrust. Zijn ongemak wordt groter als hij hoort dat ze in het
huis woont van zijn bevriende collega Paul Bonnard, die in een ver verleden
haar moeder gekend heeft. Olivier krijgt een band met Fie door een essay dat ze
moet schrijven en waarmee hij haar als buitenlandse studente een beetje helpt, aanvankelijk
tegen zijn zin in. Het boeiende is dat het essay over onvoltooide doeken van
Paul Cézanne gaat, die betrekking hebben op een belofte die nog steeds mogelijk
is. Nog sterker is de visie van de eerder levende Frenhofer die kunst wil maken
die net zo echt is als het afgebeelde.
Fie rakelt de eerdere verliefdheid van Olivier op Mathilde
weer op. Hij raadpleegt in zijn appartement regelmatig foto’s die hij van haar
heeft bewaard, al probeert hij daar ook afstand van te nemen door tijd door te
brengen met zijn Franse vriendin Sylvie en flink te rugbyen. Het vertrek van
Fie bij Paul zorgt ervoor dat de banden met haar verder worden aangehaald. Hij
regelt een kamer voor haar die ze, vanwege de hoge huurprijs, samen een zoon
van zijn rugbyvriend betrekt. Haar zwangerschap zorgt voor een verdere
verknoping met Mathilde in het hoofd van Olivier omdat zij ooit in haar tijd
met hem een abortus onderging. Olivier neemt wraak op het verleden door dit
maal een andere keuze te maken. Daarbij gebeurt waar hij bang voor was, zoals
dat gaat in het leven.
Het vertelperspectief ligt niet alleen bij Olivier, maar ook
bij Sofie, zoals ze voluit heet. Hierdoor leren we de verhouding van twee
kanten kennen. Fie is stil en twijfelend en Olivier raakt zijns ondanks
betrokken bij haar leven. Het contact tussen de twee wordt soepeler als ze
onschuldige fantasieën toelaten bijvoorbeeld over een denkbeeldige hond die ze
op hun wandeling meenemen of een treinkaartje dat een scheermesje wordt.
Gaandeweg wordt het steeds onduidelijker wat er in het hoofd gebeurt en wat in
werkelijkheid. Hofstede zet hier een mooie stap naar een bewustzijn waarin levensfeiten
en de personen die deze feiten beleven inwisselbaar worden, maar ontknoopt ze
ook weer.
De taal waarin dit verhaal is vervat is verrassend en beeldend,
zoals blijkt uit de manier waarop Olivier zijn vroegere geliefde Mathilde ziet:
‘De afstand tussen het ene en het andere
uiterste van haar stemmingen was zo groot, dat hij een dagtocht nodig had om
die te overbruggen.’
Dit blijkt uit een scène waarin Olivier op de zolderkamer
van Mathilde is als zij het raam uitgaat en Olivier haar met angst en beven
volgt: ‘Even stond hij besluiteloos in
het trapgat. Toen zette hij zich af, zijn voeten hingen loodzwaar aan zijn
lijf, en wurmde zich naar buiten. Hij moest zich met beide handen vastklemmen
aan het kozijn om niet voorover te storten, en zag in een seconde dat hij in de
dakgoot gehurkt zat vijf manieren waarop hij zou vallen.’
De titel is ontleend aan een nacht waarin Olivier Fie voorstelt
om op hun jassen te gaan liggen en naar de sterren te kijken, een toestand waarin
Olivier zich heel wat comfortabeler voelt dan in de dakgoot. Het voorbeeld
geeft al aan dat de roman van down to earth weet op te stijgen. Hofstede roept de
verbeelding op, een kwaliteit die bij uitstek in de literatuur thuishoort, maar
zelden zo wordt aangeraakt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten