Voortslepend proces tegen moorden op Hongaarse minderheid
Judgment in Hungary gaat over een rechtszaak tegen vier
rechtsextremistische mannen, die in de periode tussen juli 2008 en augustus
2009 verdacht werden van de moord op zes Roma, waaronder een kind. Eszter Hajdú
volgt het proces dat vier jaar eindigt. Anders dan de aankondiging op mijn
televisie wilde doen geloven, loopt het proces niet echt uit de hand, al komt
de rechter af en toe wel knorrig over. Het is jammer dat Hajdú hem na afloop nog
niet bevraagd heeft over zijn ervaringen, maar anderzijds maakt haar twee uur
durende documentaire zonder commentaar veel indruk.
Dag 1. De vier verdachten, van wie enkelen met kale koppen,
worden op 25 maart 2011 door agenten met bivakmutsen geboeid naar hun plaats in
de rechtbank gebracht. Als ze naar voren moeten komen om schuldig of onschuldig
te pleiten, mogen de boeien er even af. Alleen Apak Scontos bekent dat hij
gedeeltelijk schuldig is. Arpad Kiss, Istvan Kiss en Zsolt Pevko spreken zich
niet uit. Mevrouw Koka geeft haar identiteitskaart aan de rechter en wordt door
hem bevraagd over mogelijke ruzie met haar omgekomen echtgenoot Jeno. In de
rechtbank zijn beelden te zien van de aanslag op zijn leven op 23 april 2009.
Haar advocaat spreekt met haar over de psychiatrische behandeling die ze krijgt
om het trauma te verwerken. Een man die tatoeages zet, praat over de rechtse
opvattingen van Istvan Kiss. Ze verschilden van mening over de holocaust.
Volgens Kiss zelf doen die tatoeages er niet toe. Getuige Eva vertelt over Kiss
die haar ondergeschikte was bij de belastingdienst.
Dag 19. De oude moeder Madgi Csorba hoeft volgens haar
advocaat niet te getuigen waar de verdachten bij zijn. Die horen dan ook haar
verhaal niet aan over molotovcocktails die bij haar dochter naar binnen werden
gegooid en die het leven kostten aan haar zoon Robert en kleinzoontje Robi die
op de vlucht neergeschoten werden. Zelf kreeg ze zeven kogels in haar been,
maar ze hield zich stil uit angst anders ook gedood te worden. Renata de vrouw
van Robert bekijkt de foto’s van de kwetsuren van haar man en kind. De moeder
probeert erachter te komen wie de schutter is geweest en moet van de rechter
beter kijken. Haar man Csaba vond later hulzen in de sneeuw. De
ambulancebroeder kan zich tot ergernis van de rechter weinig meer van het
incident herinneren. De vader krijgt een boete omdat hij voor zijn beurt
spreekt. Buiten de zaal praat de familie over de verklaring van de
ambulancebroeder. Ze denken dat hij bang is voor Istvan Kiss.
Dag 54. Er wordt gesproken over de houding van de verdachten
ten opzichte van de Roma. Er zijn beelden van de Dag van Eer in 2007 op het
Heldenplein in Boedapest(, waar eerder in 1989 massaal de herbegrafenis van
Imre Nagy gevierd werd, rs, zie de documentaire 1989) en beelden van het huis van Pevko, dat vol ligt met wapens. De
verdachten beginnen er steeds meer over dat er een showproces gevoerd wordt met
verdachtmakingen die nergens op gebaseerd zijn.
Dag 99. De zus van de vermoorde Maria Balogh is boos op de
daders, die vlak achter haar zitten. Ze bekijkt de foto van haar zus die ze
door de rechter krijgt aangereikt maar mag niets vragen. Pevko ontkent dat hij
de verwondingen heeft toegebracht en vraagt haar of ze in de tijd na de moord
bedreigd is. De zus vond het brutaal van Pevko dat hij haar aan durfde te
kijken.
Dag 120. Er vindt een reconstructie plaats van de moorden.
Csaba zegt dat foto’s zijn verduisterd. Een man op de tribune roept dat de
moordenaar onder de politiemensen zit en loopt daarna de zaal uit. De aanklager
meent dat de rechter een eigen onderzoek is begonnen maar de rechter ontkent
dat. Hij wil alleen niet lui zijn. De verdediging wil vrijlating. Er zijn
irritaties. De vader van Robert bezwijkt aan een hartaanval en wordt naast zijn
zoon en kleinzoon begraven.
Dag 160. In zijn slotverklaring zegt de aanklager dat de
verdachten de slachtoffers niet zagen als medemensen. Hij wil dat de verdachten
schuldig worden verklaard aan de moorden. De verdediging wil juist vrijspraak
vanwege gebrek aan bewijs. Buiten ontstaat daarover onrust.
Dag 167. Scontos krijgt dertien jaar gevangenisstraf
opgelegd, de anderen levenslang. De rechter zegt dat de procedurefouten niet zo
ernstig zijn dat de straf niet kan worden opgelegd. Hij vindt de moorden moreel
verwerpelijk en onaanvaardbaar. Hij gebiedt de zaal nog even geduld te hebben
en maakt zijn rede af. Hij blijft als laatste achter. Het proces heeft ruim
tweeëneenhalf jaar geduurd. De positie van de Roma in Hongarije en daarbuiten
blijft kwetsbaar.
Hier
meer informatie op de site van Idfa, met onder andere fragmenten die niet
opgenomen zijn in deze lange documentaire, hier
de trailer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten