Uitgebeend drama over het isolement van een jonge boer
De film Boven is het
stil begint met beelden van een rietveld op het platteland boven Amsterdam,
dat vooral uit weilanden bestaat. Veel van dit waterland komt echter niet in
beeld. De focus is op de boerderij waar Helmer de honneurs waarneemt, nadat
zijn broer overleden is en zijn vader bedlederig is en nergens meer toe in
staat. Dat Helmer in een patroon opgesloten zit, maakt Nanouk Leopold dat in
anderhalf uur heel erg duidelijk.
De eerste menselijke beelden zijn van Helmer die het bed van
zijn vader verschoont en hem de trap opdraagt. ‘Ik heb vader naar boven gedaan,’
aldus de eerste betekenisvolle zin uit het gelijknamige roman van Gerbrand
Bakker. Helmer brengt zijn vader naar de zolderkamer en gaat beneden fiks
opruimen. Belangstelling van anderen houdt hij af. Het is zijn eerste en meteen
ook laatste betekenisvolle daad. Als zijn vader Helmer vraagt waarom hij een
hekel aan hem heeft, zwijgt Helmer.
Terwijl het boek al minimalistisch is, gebeurt er in de film
nog minder. We krijgen een aardig beeld van de werkzaamheden van een veeboer
met dertig koeien en nog wat jongvee, hobbyschapen en twee ezels. Af en toe
komt melkrijder Johan met zijn tankwagen langs om de melktank leegt te maken. Helmer
observeert hem vanachter een plastic raam in de stal. Vage homo-erotische gevoelens
blijven zonder gevolg broeien. Een jonge knecht die zich tot Helmer voelt
aangetrokken, wordt door hem afgewezen en vertrekt tenslotte weer van de
boerderij. Ook de melkrijder neemt afscheid. Hij gaat terug naar zijn zus in
Mechelen. De veehandelaar is al naar Nieuw-Zeeland.
Wat gaat er in het hoofd van Helmer om? Gaat daar eigenlijk wel
iets in om? Helmer zit opgesloten en weet niet hoe eruit te komen. In de roman
was hij iemand die Nederlands studeerde voordat hij teruggeroepen werd naar
zijn vader, maar in de film zie ik hem geen boek lezen of een verhaal
schrijven. Het enige dat hij bijhoudt is de administratie. Hij kijkt door de
vitrage naar buiten alsof daar ergens een oplossing voor zijn isolement te vinden
is of hij zit bij zijn doodzieke vader. Hij kijkt naar diens mooie handen als
de man slaapt. Wellicht vindt hij enige troost bij een jong lam in de stal.
Tegen het einde brengt een gesprek tussen de vader en Helmer
enige duidelijkheid. De vader vertelt over Geert (de tweelingbroer van Helmer
die in de film Henk heet, rs) die verdronken is, waarop Helmer, zoals Ezau
tegen Jacob, zegt dat de verkeerde is achtergebleven. De vader zegt dat hij dat
niet meer weet en vindt Helmer maar een rare snuiter. Dat is hij natuurlijk ook.
Zelfs een uitweg door emigratie naar Denemarken zoals in de roman, wordt hem
door Leopold niet geboden. De mens is gelijk een beest aan zijn bestaansgrond
gebonden. Na de dood van de vader streelt hij de handen waarmee hij vroeger
geslagen werd. Daarna zet hij het raam open en horen we vogelgezang. Helmer
strekt zich uit in het riet en kijkt naar de hemel.
De eenvoudige herhalende pianoklanken doen het goed in de
sombere desolaatheid. Helaas is de casting van de vader niet sterk. Ik moest
steeds denken aan Lex Goudsmit, alleen hoorde ik diens lage stem niet. Anders
is het met Jeroen Willems die met zijn stekelachtige haar en vlakke gezicht een
broer van Gerbrand Bakker kon zijn. Zijn spel was mooi, al was de rol in zijn
laatste film niet gemakkelijk, denk ik.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten