Verslag van de akelige jeugd van een NSB jongen komt binnen
als een bom
Jeugdboekenschrijfster Wilma Geldof (1962) verdiepte zich in
de problemen van een jongen uit een Haarlems NSB gezin en schreef daarover een
fantastische jeugdroman die ook door ouderen gelezen kan en mag worden. Geldof
zet een sterk beeld neer van de tijd in en na de Tweede Wereldoorlog en plaats
daarin heel waarachtig de gevoelige Maarten Prins, die na de oorlog, tijdens
zijn verkering met de jonge verpleegster Hanne, steeds meer met zijn gevoelens
in de knoop komt en zelf een uitweg forceert.
De roman begint met mooi openingsbeeld van een jongen op een
paard, galopperendlangs de zee, dat een fantasie blijkt te zijn. In
werkelijkheid is Maarten een moederskindje, dat weinig liefde krijgt van zijn
vader. De laatste heeft meer op met zijn enkele jaren oudere stoere zoon Walter.
Maarten wil wel graag de liefde van zijn vader verdienen, zweert daarom de
liefde van zijn moeder zoveel mogelijk af, neemt deel aan de Jeugdstorm en
treedt, na een triest stemmende periode op de HBS, toe tot de de Reichsschule
in Valkenburg, waar hij in ieder geval niet gepest wordt en hetgeen hem ook de waardering
oplevert van zijn vader, al brengt het hem zelf later in een moeilijk parket.
In het verhaal zit een fraai portret van zijn joodse
klasgenootje Eva. Maarten redt haar in mei 1937 uit een sloot als zij op de
lagere school zitten. De roman spitst zich toe op de vraag of zijn vader van de
deportatie van Eva en haar oudere broer op de hoogte is geweest. Schrijnend is
het gesprek dat Maarten aan het eind van de roman daarover met zijn vader heeft.
Na een ruzie met zijn vriend Arthur op de HBS heeft hij namelijk tegen zijn
vader gezegd dat er onderduikers in diens ouderlijk huis zitten, maar hij hoort
pas veel later dat Eva en haar oudere broer daar zaten. Deze draad zorgt voor
een
sterk plot, waarin de nodige verrassende wendingen voorkomen.
De eerste episode rond het contact met
Hanne
in 1948 in Amsterdam is prachtig en ontroerend beschreven. Maarten is dan op
het heropvoedingskamp gekomen, woont in bij zijn oom in Amsterdam en werkt als
nachtportier in het ziekenhuis waar Hanne verpleegt. Het is knap dat Geldof
zich zo goed kan inleven in de seksuele gevoelens van een jongeman die in de
knoop zit met zichzelf. De erotische sfeer en de ongemakkelijkheid van de
adolescent is zelden mooier weergegeven.
De hele roman is trouwens een zintuigelijk genot, zoals op
het eind in het Vondelpark als hij daar in het gras ligt met Hanne en Arthur: ‘Ze liggen met z’ n drieën in het gras. De
zon schijnt en geen parkwachter die hen lastigvalt. Maarten heeft zijn ogen
gesloten, ruikt de geur van de aarde, en voelt de wind die lichtjes langs zijn
gezicht strijkt. Het gras zingt zachtjes, hij hoort het weer.’
De ouderwetse ronde letter doet het lezen goed. Het is de
vraag of het verhaal in zoveel stukken uiteen gehaald moest worden. Ik denk dat
een meer chronologisch verloop soepeler had gelezen, al was het wel mooi om te
beginnen met de romance, want daarmee komen de moeilijkheden van Maarten ten
opzichte van Hanne meteen als een bom binnen.
Hier de site van
het Verhalenarchief met daarin een
rubriek over kinderen van foute ouders. Geldof haalde hier haar materiaal
vandaan, naast interviews met mannen die een dergelijke jeugd als die van
Maarten beleefden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten