Onpeilbare klaagzang met veel humor over het voetlicht gebracht
Het was weer een allergenoeglijkst onderonsje met Annette
Kouwenhoven, Miranda Prein en Maureen Teeuwen, de dwaze dames van Maatschappij
Discordia, die hun Weiblicher Akt 6 opvoerden met als maal dit keer de mythe
van Oedipus vanuit een vrouwelijk standpunt gezien. Dat wil niet zeggen dat ze
de man helemaal overboord gezet hebben, want aan het begin en eind mag Jan
Joris Lamers best even opdraven, op het eind nog zijn zegje doen, al is het een
schandere tekst van Mark Strand, en en passant ook nog een raadsel oplossen.
Toffe meiden zijn het die nog snel voor het begin van de
voorstelling de laatste voorbereidingen treffen. Miranda met een verniskwast in
de hand vertelt ons wat de muziek is die bij binnenkomst ten gehore gebracht
wordt. Het gaat om het dissonantenkwartet van Mozart dat door Pasolini gebruikt
werd in zijn Oedipus verfilming uit 1976, die voor een deel in Griekenland en voor een
ander deel in het pre-facistische Italië werd opgenomen. De wand achter haar is
zwart uitgerold waardoor de belichting mooi uitkomt en de tekst alle ruimte kan
krijgen.
Net als de vorige keer toen het over de Brontë zusters ging,
heeft het trio voor een informele caféopstelling gekozen, hetgeen de inhoud
minder zwaar maakt, alsof we die terloops meenemen. Terwijl Miranda een droom
vertelt, die haar op het Elektra complex brengt waarop Maureen haar obsessie
met het mannelijk ding openbaart, doen we ons tegoed aan de literflessen ongefilterd
Tsjechisch bier dat rijkelijk geserveerd wordt, nog een voorbeeld van de
vriendelijke inborst van de dames.
De voorstelling zelf volgt hetzelfde procédé als Weiblicher
Akt 5. Spel en commentaar gaan weer moeiteloos in elkaar over, zelfs de
tekening die Maureen van een naakte vrouw maakt om een dilemma van Oedipus te
verbeelden – aan twee kanten van het podium, de aandacht voor het publiek kent
geen grenzen – kwam al voor in de vorige voorstelling. Dit keer volgen ze het
verhaal van Sophocles over de trieste gang van Oedipus, die, zonder het te
willen, zijn vader vermoordde, met zijn moeder trouwde, bij haar vier
kinderen verwekte en zichzelf de ogen uitstak toen hij besefte wat hij gedaan had.
Het is dan ook niet vreemd dat deze zachtaardige man zich in
het begin van het stuk heeft opgesloten in zijn werkkamer en de sleutel daarvan
aan zijn vrouw heeft gegeven, doodsbang dat hij zich echt aan moord te buiten
zal gaan. Maureen vertelt hierover aan haar medespeelsters, hetgeen Miranda tot
een filosofisch betoog brengt over de vraag of de anderen meteen weten dat
hetgeen ze vertelt over haar gaat. De sfinx die met kartonnen poten achter haar
langs vliegt, geeft al aan dat er weer behoorlijk de draak gestoken zal worden
met de inhoud.
Door de gelaagdheid van de inhoud blijft het cafépubliek
bijna twee uur aan de harde caféstoelen gekluisterd. De voorstelling
fascineert, het zijdelingse commentaar, de uitweidingen en het geharrewar over
de rollen is altijd weer verrassend, tot Miranda op haar fluitje blaast, het
zaallicht dooft en het verhaal over de ongelukkige Oedipus, voor de
herkenbaarheid met een hoedendoos in de hand of op het hoofd, verder gaat.
Een van de hoogtepunten in de voorstelling is de uitbeelding
van Maureen van de gebeurtenis op de driesprong waar Oedipus, nog beduusd van de
uitspraak van het orakel van Delphi, zijn vader doodt. Met veel overtuiging
reconstrueert ze andere mogelijke scenario’s, want het had natuurlijk anders
kunnen aflopen. Annette en Miranda wijzen haar echter op de zwakte van het ‘indien
dit, dan dat’ want ‘ you don’t live with if’ en ook het orakel kent de mens
geen vrije wil toe. De poging die Maureen onderneemt, om zelfverdediging in
plaats van moord niet uit te sluiten, haakt aan bij latere filosofen die in
Oedipus geen dader maar een slachtoffer zien. Wat dit laatste betreft is Voorbij Iokaste wel van grote stappen
snel thuis en blijft de filosofische reflectie over deze eerste detective in de
menselijke geschiedenis onderbelicht, maar het is dan ook geen tekstverklaring,
maar een genoeglijk onderhoud in een bruine sfeer.
Een hilarische scène speelt zich af in het pleeggezin in
Korinthe waar Oedipus is opgenomen. De neurotische jongen wil dolgraag een
nachtkus van zijn moeder, maar wordt voortijdig weggestuurd door de vader die
het laat op de avond echter niets meer uitmaakt of zijn vrouw de nacht bij zijn
pleegzoon doorbrengt. De trap die nog naar vernis ruikt en de groene neuzen,
gemaakt van wc rolletjes, spreken zozeer tot de verbeelding dat de vader geen
wit nachthemd meer nodig heeft om hem daarin te kunnen voorstellen.
Johan Reyniers, hoofddramaturg bij Toneelgroep Amsterdam, die
het nagesprek leidt, komt nog eens terug op de feministische insteek. Hoewel
Maureen zich tijdens haar tirade over de penisnijd al liet ontvallen dat er al
millennia lang een treurig misverstand heeft geheerst over de macht van het
ding, Miranda ons met een knipoog heeft laten weten dat intelligentie een van
de verschilpunten is tussen vrouw en man en op het eind een aangrijpend relaas
hield over de zelfmoord van Iokaste, hetgeen gevolgd werd door een fraaie
monoloog van Annette over het droeve lot van de mens die, net als alles in de
natuur, verloren gaat in de kringloop en weinig anders is dan voedsel voor wat
na hen komt, werd de vrouwelijke kijk niet helemaal duidelijk, al merkte de
zeer goed ingelezen Annette wel op dat Iokaste er in andere bewerkingen zeer
bekaaid vanaf komt. Vanuit de zaal kwam het harde oordeel dat Iokaste schuldig
is aan het dramatische eind van Oedipus omdat ze met hem naar bed ging, maar in
ieder geval zitten er zulke gaten in het verhaal van Sophocles dat
interpretaties altijd mogelijk blijven.
Hier
mijn verslag van Weiblicher Akt 5.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten