Energieke, maar helaas mislukte poging om een complexe roman
vorm te geven
De jonge honden van Stormvogels hebben de moed opgevat om, na een roman van Kafka en een gedicht van Gorki, het literaire werk De meester en
Margarita van de Russische schrijver Michaïl Boelgakov (1891-1940) op de
planken te brengen. De roman werd pas twintig jaar na de dood van Boelgakov
uitgegeven in een tijd waarin er meer ontspanning heerste tussen de Verenigde
Staten en de USSR, kreeg goede recensies en werd door het publiek zeer
gewaardeerd, maar dat zegt nog niets over de uitvoerbaarheid van een moderne
interpretatie ervan op het toneel. Het vraagt nogal wat om dit complexe werk
over de terreur van Stalin in de jaren dertig naar onze tijd over te plaatsen.
Volgens de flyer haalden Stormvogels er ook de documentaire Im Keller (2015) van Ulrich Seidl nog
bij, waarin afgedaald wordt naar de duisterste krochten van de menselijke geest.
Alsof de verhaallijnen van Boelgakov niet genoeg stof tot overdenking geven. De
voorstelling maakt dan ook nogal een overladen indruk, mist begrijpelijkheid en
herkenbaarheid.
Dat is in het begin nog niet te merken. Al voordat het
publiek heeft plaatsgenomen is de geblondeerde en getrimde Boelgakov al
naarstig bezig met een roman. De omgeving is kil, vooral door de witte
badkamertegels, die een groot deel van het decor uitmaken. De douchegordijnen
in de verschillende kleuren beige en de oude sportschoenen onder een eveneens
beigekleurig kostuum geven de armoedige omstandigheden aan waarin de schrijver
zich bevindt en anders is het wel de tl buis boven hem die niet aan wil
springen. Het is alsof daarmee duidelijk gemaakt wordt dat we deze avond niet
veel kleur hoeven we te verwachten.
Het zit de schrijver niet mee. Hij krijgt een afwijzing van
de uitgever en zoekt zijn troost bij Margarita, het supersexy personage uit De meester en Margarita, waarmee we
meteen in de absurdistische theatertraditie van Pirandello zitten en waar ze
ook niet meer uitkomen. Voordat we vijf kwartier verder zijn trekken er een
heleboel figuren en scènes voorbij, die niet allemaal zo duidelijk met elkaar
verbonden zijn, al is de gezamenlijke component dat we in een wereld terecht
zijn gekomen waar God niet bestaat. Van alle kanten komt de kritiek op
Boelgakov af, soms ook versterkt door een microfoon die elke tegenspraak smoort.
Er zijn geheim agenten in grijze overjassen, er klinkt luide censuur, er is de
verzoeking van de duivel, die in het zwart gekleed met een groot kruis op zijn
rug en een kroontje op zijn hoofd een lichtgevende pop vooruit draagt in een
processie, er zijn de waarschuwingen verpakt als speeltjes in een glimmende
plastic tas door een schokkerig bewegende dominante meesteres.
Het duurt niet lang tot Boelgakov in de psychiatrische
inrichting belandt vanwege zijn kritiek op het systeem en zijn voorstelling van
Stalin als de duivel. Het wordt hem zeer kwalijk genomen dat hij Jezus als een
bestaand persoon ziet, iets wat binnen het communisme als een doodzonde geldt. Daarom
overkomt hem het verhoor van de duivel en de gruwel van de meesteres, te midden
van slapstick in de vorm van een duivelse verpleegster die uit een vriezer komt,
de hitsige rode kater, die zich in een wasmachine probeert te verstoppen en
veel onbeantwoorde lichamelijke lust, die met veel hijgerigheid wordt
gedemonstreerd. Alle vormen van goddeloosheid worden met veel energie door de
Stormvogels uitgebeeld, tot en met een groteske aflevering van Wie van de drie aan toe met Jezus
Christus als de persoon die door het panel geraden moet worden. Wat echter overheerst
is de naargeestigheid en wat ontbreekt is de herkenning, de vonk die zo nodig
is om de bedoeling over te brengen.
Hoewel vragen naar goed en kwaad dicht aan de oppervlakte liggen, worden die nergens
echt boven komen drijven. Dat is jammer in een tijd als de onze waarin morele dilemma’s
volop aanwezig zijn, zoals laatst weer over het verrichten van diensten in ruil
van seks, iets wat toch nauw aansluit bij de getoonde thematiek. Het lijkt
alsof de spelers onder leiding van regisseuse Julie van den Berghe steeds minder
weten waar ze naar toe willen en ze tenslotte weinig
anders kunnen dan toegeven dat ze met het kwaad besmeurd zijn geraakt.
Misschien past deze manier van spelen bij het jong zijn, iets geks willen en
denken dat men nog tijd genoeg heeft om verstandig te worden, maar het publiek
wordt er niet mee overtuigd, het glaasje wodka na afloop ten spijt.
Hier de
trailer
Geen opmerkingen:
Een reactie posten