Welcome, reader! According to Antony Hegarty in this second decade of the new century our future is determined. What will it be? Stays all the same and do we sink away in the mud or is something new coming up? In this blog I try to follow new cultural developments.

Welkom, lezer! Volgens Antony Hegarty leven we in bijzondere tijden. In dit tweede decennium van de eenentwintigste eeuw worden de lijnen uitgezet naar de toekomst. Wat wordt het? Blijft alles zoals het is en zakken we langzaam weg in het moeras van zelfgenoegzaamheid of gloort er ergens iets nieuws aan de horizon? In dit blog volg ik de ontwikkelingen op de voet. Als u op de hoogte wilt blijven, kunt u zich ook aanmelden als volger. Schrijven is een avontuur en bloggen is dat zeker. Met vriendelijke groet, Rein Swart.

Laat ik zeggen dat literaire kritiek voor mij geen kritiek is, zolang zij geen kritiek is op het leven zelf. Rudy Cornets de Groot.

Do not go gentle into that good night, Old age should burn and rage at close of day; Rage, rage against the dying of the light. Dylan Thomas.

Het is juist de roman die laat zien dat het leven geen roman is. Bas Heijne.

In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. Johannes.



zondag 3 januari 2016

Hans Dorrestijn – de kunst van het lijden (2015), documentaire van Hans Quatfass


Cabaretier die van zijn somberheid een handelsmerk maakte

Hans Dorrestijn (1940) is een goed voorbeeld van de stelling dat kunst ontstaat door lijden. Hoe meer lijden, des te groter de kunst. In de aanhef van de documentaire wordt dan ook gezegd dat de aangeboren gevoeligheid en de ongelukkige jeugd een vruchtbare voedingsbodem zijn geweest voor het werk van de cabaretier, auteur en liedjeszanger. Dorrestijn zegt zelf dat hij in zijn eentje gemakkelijk gedeprimeerd kan raken, maar dat het contact met anderen juist bevrijdend voor hem is. Het is ongetwijfeld de wisselwerking tussen deze beide sferen die de kracht van zijn kunst verklaart.

Documentairemaker Hans Quatfass loopt in de aanloop naar zijn 75-ste verjaardag met Dorrestijn mee en filmt hem in zijn woning in Bennekom, met vrienden als Jacques Klöters, tijdens optredens met de drie meiden van Zazi en met vogelaar en tekstschrijver Rob Chrispijn in Spanje. Te samen met de nodige voordrachten krijgen we een aardig beeld van de hardwerkende man die met zijn openlijke gestuntel en geworstel een unieke plaats inneemt in het hedendaagse literaire en culturele milieu.    

Een van de eerste uitspraken van Dorrestijn in zijn woning, waarin heel geprononceerd een typemachine staat, doet, gaat over zijn somberheid, dat een handelsmerk van hem is maar niet iets waarmee hij koketteert. Hij knapt altijd op als hij met anderen is, die genoten en genieten van zijn droevige verhalen. Hoewel hij overdrijft, zit er altijd een kern van waarheid in zijn verhalen en gedichten.

Een belangrijke reden voor zijn gesteldheid vormt zijn stiefvader met wie hij slecht overweg kon. Het duurde lang voor hij hem van zijn schouders kon werpen. Zijn doorzettingsvermogen speelde daarbij een belangrijke rol. Hij noemt zich een meester oefenaar, die opkeek tegen anderen die studeerden. Vanwege te slechte cijfers kon hij niet naar de HBS, maar doorliep hij de liefdeloze Mulo. Hij is nog steeds ontroerd over de leraren van de kweekschool die hem op de rails zetten. Op kamers in Amsterdam beleefde hij zijn eerste gevoel van vrijheid.   

Klöters was onder de indruk van het gebrek aan schaamte bij Dorrestijn, die dat verklaart uit het feit dat hij geen verschil ziet tussen zijn eigen leven en de openbaarheid. Hij was ooit zo trots dat hij geld verdiende met optreden dat hij Klöters uitnodigde voor een etentje waarbij hij het duurste mocht bestellen wat hij wilde. Samen met Willem Wilmink schreef Dorrestijn kinderliedjes, onder andere voor Joost Prinsen. Hij speelt Eendjes voeren op de piano en zegt dat hij kinderen troost wil bieden. 

Op zijn twaalfde wilde hij al een eind maken aan zijn leven, maar miste daarvoor de moed. Zijn liederen hielpen hem zijn ellende te relativeren. Hij wil niet zielig gevonden worden en gebruikt daarom een hardere toon dan iemand die medelijden wil wekken. Klöters meent dat zijn gevoeligheid over zijn stiefvader hem parten speelde. Dorrestijn zegt dat wat voor anderen een speldenprik voor hem een mokerslag is. De lach is voor hem het hoogst bereikbare. Het vormt een bevestiging dat het vroeger allemaal niet zo erg was als hij dacht.

Het optreden met Lévi Weemoedt werd zo zwaar, dat Dorrestijn in 1986 in een kliniek belandde waar hij tijdens creatieve therapie krokodillen maakte die goed verkochten. Na zijn opname liet zijn vrouw hem niet meer in huis. Horecaondernemer Peter Valkenburg informeerde in zijn café in Ede naar zijn toestand. Na zijn scheiding zat de werkloze Dorrestijn heel armoedig in een tentje op een camping, waarop Valkenburg een kamer voor hem regelde. Met chauffeuse Daniëlle had hij een rijdend huwelijk, zoals te lezen is in De Italiaanse chauffeuse (2014). Ze weet nog dat hij vaak slapeloze nachten had, ook na een première die goed verliep, maar ze zegt ook dat Dorrestijn een sterk mens is.

Aangrijpend is zijn verhaal over zijn ouders. Zijn vader zat in het verzet en werd in 1942 doodgehongerd in kamp Amersfoort, zijn moeder kon niet zonder man en ging een relatie aan met Jo, die door Dorrestijnb bezongen wordt als Jan. Hij schreef een vernietigend lied over de beslissing van zijn moeder om haar leven met Jo te delen en zegt dat hij eerder een streep onder hun verhouding had moeten zetten. Gelukkig biedt de natuur troost.         

Hier de trailer op Vimeo, hier meer informatie, onder andere over de gelijknamige tentoonstelling in het Letterkundig Museum, op de zeer uitgebreide site van Dorrestijn.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten