Spel met goed en kwaad uitgevochten rond celluloid en pixels
Na de vorige voorstelling van Opium voor het Volk met de
titel De Vriend N.V. had ik niet al
te hoge verwachtingen over De Allesgelover,
maar soms is dat ook wel weer een voordeel, want het verhaal kende dit keer een
mooie ontwikkeling met allerlei lagen, verrassende wendingen en een inhoud die,
zoals Opium voor het Volk wil, aansluit bij de actualiteit.
Albrecht (Bart Klever) is eigenaar van een ouderwetse rode bioscoop
en denkt door de terugloop van zijn publiek dat hij wordt uitgestoten door de
grote jongens op multimedia gebied, zoals Cinemaster. Dat brengt hem tot
allerlei complottheorieën. Hij vermoedt dat het moderne publiek gehersenspoeld
wordt en meent zelfs dat zijn vrouw door de AIVD is ontvoerd. Met volle
overtuiging vertelt hij, terwijl technicus Mike (Mitchell Havelaar) de
tijdsduur van zijn toespraak klokt, daarover aan het begin van de voorstelling
in de foyer van zijn theater, dat zeer smaakvol is ingericht door Katrin Bombe.
Het is net zo smaakvol dat regisseur Paul Knieriem de oude baas niet al zijn
gal over het publiek laat uitstorten.
Fraai is de binnenkomst van zijn negentienjarige dochter
Leia (Markoesa Hamer) die met haar kwieke motoriek heel duidelijk maakt dat zij
van de moderne tijd is. Zij is het die de boeken bijhoudt, de bioscoop bestiert
en vindt dat die wel eens een nieuw verfje, lees styling, kan gebruiken. Ze
schakelt daartoe iemand in van concurrent Cinemaster, niet wetend dat de
vertegenwoordigster daarvan een oude vlam van haar vader is. We komen daarmee
terecht op het gebied van de theater van de lach. Trudi Klever als Antoinette
doet het uitstekend in die rol met alle ingrediënten die daarbij horen, zoals
haar commerciële outfit en haar advies om alle pluche in het oude theater te
vervangen.
Even tussendoor: tijdens het discussie met zijn dochter Leia
fulmineert Albrecht over de huidige gemakzucht van de mens, die niet eens meer
de moeite neemt of in staat is om anderhalf uur op zijn stoel te zitten zonder
de benen te kunnen strekken of een drankje en een zoutje te nuttigen. Waren vorige
generaties Spartaans of is de mensheid verzwakt geraakt en komt dit omdat we in
een soort eindstrijd door andere wezens op de proef worden gesteld?
Albrecht weet het en mag zijn punt maken, maar tegelijk is de
rol van opgeblazen kikker hem niet erg op het lijf geschreven. Zo’n amechtige oude
baas zou het eerder passen om lijdzaam de nieuwe tijd over zich heen laten
komen. Hij zou het allemaal wel uitzitten, al levert dat de door hem
vermaledijde vetzucht op. Het is dan ook fraai dat hij niet aan zijn clichématige
rol blijft vastzitten maar, door een confrontatie met een vroegere geliefde die
inmiddels een concurrente van hem is, een meer kwetsbare kant van zichzelf
toont, gevolgd door een meer visionaire en later nog weer nog een
strijdbare in zijn rol als leider van een verzet dat zich via een You Tube kanaal organiseert.
Ondanks de zwaar ingezette tirade van Albrecht komt de
voorstelling langzaam tot leven. Verschillende scènes worden te veel
uitgespeeld, terwijl de strekking duidelijk is. Absurde en suspense achtige wendingen
geven het stuk nieuwe vaart. Hierdoor laten we het theater van de lach achter
ons, al blijft de humor gelukkig niet achterwege, getuige opmerkingen van
Antoinette over de schadelijkheid van lang op je stoel zitten, de
aluminiumfolie die Albrecht bij zijn dochter om de bovenarm wikkelt uit angst
dat vroegere inentingen haar besmet kunnen hebben met een buitenmenselijk virus
of dat hij het wel erg lang vindt gaan duren tot zijn kompanen arriveren.
Dit soort lichtheid is ook wel nodig op het grensgebied van
de waan, waarin een ongewenste mededeling tot een waanidee kan leiden. Zo kan
Albrecht gemakkelijk van berichten over de uitwassen van de entertainment industrie overgaan tot
een idee over de strijd die in de wereld gaande is tussen de mensen en de reptiliërs.
Het is in dit verband grappig dat Mike daar een voorafspiegeling van geeft door
het in elkaar zetten van een krokodillenhand waarmee hij Antoinette tijdens
haar inventarisatie de stuipen op het lijft jaagt.
Erg mooi is de waanzinnige beschouwing van Albrecht, die
door Antoinette als knettergek wordt beoordeeld en nog mooier de slotbeschouwing
waarin de oude baas een draai maakt van honderdtachtig graden en ons adviseert
om maar rustig te gaan slapen. In al dit geweld verdwijnt de figuur van Mike,
al krijgt die in deze eerste try-out nog een kans op herhaling in het laatste
beeld dat helaas te veel van het goede is na alle wentelingen die het publiek
al over zich heen gekregen heeft tot de triomferende muziek die doet denken aan
Soldaat van Oranje aan toe. Het is
jammer als het einde wordt dicht geplamuurd, zeker voor een modern publiek dat
wars is van moraal en alleen happy endings kan verdragen.
Inhoudelijk valt er aan De
Allesgelover veel te beleven en nog meer te overdenken, bijvoorbeeld over
de grenzen die we, voor zover we daar nog toe in staat zijn, aan de techniek
dienen te stellen om te zorgen dat ons samenleven de moeite waard blijft. Deze
eerste voorstelling, geschreven door Willem de Vlam in het kader van het project Homunculus, waarin, zoals de
flyer zegt, kleine mensen uit angst voor de almaar veranderende buitenwereld vluchten
in waandenkbeelden, maakt nieuwsgierig naar het volgende deel, maar eerst nog
morgen de première.
Hier de site
van Opium voor het Volk met meer informatie, waaronder een interview met
Willlem de Vlam in het Haarlems Dagblad, hier
mijn bespreking van De Vriend N.V., die achteraf beter was dan mijn titel
suggereert, hetgeen laat zien dat alles een kwestie is van perspectief.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten