Welcome, reader! According to Antony Hegarty in this second decade of the new century our future is determined. What will it be? Stays all the same and do we sink away in the mud or is something new coming up? In this blog I try to follow new cultural developments.

Welkom, lezer! Volgens Antony Hegarty leven we in bijzondere tijden. In dit tweede decennium van de eenentwintigste eeuw worden de lijnen uitgezet naar de toekomst. Wat wordt het? Blijft alles zoals het is en zakken we langzaam weg in het moeras van zelfgenoegzaamheid of gloort er ergens iets nieuws aan de horizon? In dit blog volg ik de ontwikkelingen op de voet. Als u op de hoogte wilt blijven, kunt u zich ook aanmelden als volger. Schrijven is een avontuur en bloggen is dat zeker. Met vriendelijke groet, Rein Swart.

Laat ik zeggen dat literaire kritiek voor mij geen kritiek is, zolang zij geen kritiek is op het leven zelf. Rudy Cornets de Groot.

Do not go gentle into that good night, Old age should burn and rage at close of day; Rage, rage against the dying of the light. Dylan Thomas.

Het is juist de roman die laat zien dat het leven geen roman is. Bas Heijne.

In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. Johannes.



donderdag 28 januari 2016

Theaterrecensie: De Allesgelover, Opium voor het Volk, Toneelschuur, 27 januari 2016


Spel met goed en kwaad uitgevochten rond celluloid en pixels

Na de vorige voorstelling van Opium voor het Volk met de titel De Vriend N.V. had ik niet al te hoge verwachtingen over De Allesgelover, maar soms is dat ook wel weer een voordeel, want het verhaal kende dit keer een mooie ontwikkeling met allerlei lagen, verrassende wendingen en een inhoud die, zoals Opium voor het Volk wil, aansluit bij de actualiteit.

Albrecht (Bart Klever) is eigenaar van een ouderwetse rode bioscoop en denkt door de terugloop van zijn publiek dat hij wordt uitgestoten door de grote jongens op multimedia gebied, zoals Cinemaster. Dat brengt hem tot allerlei complottheorieën. Hij vermoedt dat het moderne publiek gehersenspoeld wordt en meent zelfs dat zijn vrouw door de AIVD is ontvoerd. Met volle overtuiging vertelt hij, terwijl technicus Mike (Mitchell Havelaar) de tijdsduur van zijn toespraak klokt, daarover aan het begin van de voorstelling in de foyer van zijn theater, dat zeer smaakvol is ingericht door Katrin Bombe. Het is net zo smaakvol dat regisseur Paul Knieriem de oude baas niet al zijn gal over het publiek laat uitstorten.

Fraai is de binnenkomst van zijn negentienjarige dochter Leia (Markoesa Hamer) die met haar kwieke motoriek heel duidelijk maakt dat zij van de moderne tijd is. Zij is het die de boeken bijhoudt, de bioscoop bestiert en vindt dat die wel eens een nieuw verfje, lees styling, kan gebruiken. Ze schakelt daartoe iemand in van concurrent Cinemaster, niet wetend dat de vertegenwoordigster daarvan een oude vlam van haar vader is. We komen daarmee terecht op het gebied van de theater van de lach. Trudi Klever als Antoinette doet het uitstekend in die rol met alle ingrediënten die daarbij horen, zoals haar commerciële outfit en haar advies om alle pluche in het oude theater te vervangen.

Even tussendoor: tijdens het discussie met zijn dochter Leia fulmineert Albrecht over de huidige gemakzucht van de mens, die niet eens meer de moeite neemt of in staat is om anderhalf uur op zijn stoel te zitten zonder de benen te kunnen strekken of een drankje en een zoutje te nuttigen. Waren vorige generaties Spartaans of is de mensheid verzwakt geraakt en komt dit omdat we in een soort eindstrijd door andere wezens op de proef worden gesteld?

Albrecht weet het en mag zijn punt maken, maar tegelijk is de rol van opgeblazen kikker hem niet erg op het lijf geschreven. Zo’n amechtige oude baas zou het eerder passen om lijdzaam de nieuwe tijd over zich heen laten komen. Hij zou het allemaal wel uitzitten, al levert dat de door hem vermaledijde vetzucht op. Het is dan ook fraai dat hij niet aan zijn clichématige rol blijft vastzitten maar, door een confrontatie met een vroegere geliefde die inmiddels een concurrente van hem is, een meer kwetsbare kant van zichzelf toont, gevolgd door een meer visionaire en later nog weer nog een strijdbare in zijn rol als leider van een verzet dat zich via een You Tube kanaal organiseert.

Ondanks de zwaar ingezette tirade van Albrecht komt de voorstelling langzaam tot leven. Verschillende scènes worden te veel uitgespeeld, terwijl de strekking duidelijk is. Absurde en suspense achtige wendingen geven het stuk nieuwe vaart. Hierdoor laten we het theater van de lach achter ons, al blijft de humor gelukkig niet achterwege, getuige opmerkingen van Antoinette over de schadelijkheid van lang op je stoel zitten, de aluminiumfolie die Albrecht bij zijn dochter om de bovenarm wikkelt uit angst dat vroegere inentingen haar besmet kunnen hebben met een buitenmenselijk virus of dat hij het wel erg lang vindt gaan duren tot zijn kompanen arriveren.

Dit soort lichtheid is ook wel nodig op het grensgebied van de waan, waarin een ongewenste mededeling tot een waanidee kan leiden. Zo kan Albrecht gemakkelijk van berichten over de uitwassen van de entertainment industrie overgaan tot een idee over de strijd die in de wereld gaande is tussen de mensen en de reptiliërs. Het is in dit verband grappig dat Mike daar een voorafspiegeling van geeft door het in elkaar zetten van een krokodillenhand waarmee hij Antoinette tijdens haar inventarisatie de stuipen op het lijft jaagt.

Erg mooi is de waanzinnige beschouwing van Albrecht, die door Antoinette als knettergek wordt beoordeeld en nog mooier de slotbeschouwing waarin de oude baas een draai maakt van honderdtachtig graden en ons adviseert om maar rustig te gaan slapen. In al dit geweld verdwijnt de figuur van Mike, al krijgt die in deze eerste try-out nog een kans op herhaling in het laatste beeld dat helaas te veel van het goede is na alle wentelingen die het publiek al over zich heen gekregen heeft tot de triomferende muziek die doet denken aan Soldaat van Oranje aan toe. Het is jammer als het einde wordt dicht geplamuurd, zeker voor een modern publiek dat wars is van moraal en alleen happy endings kan verdragen.

Inhoudelijk valt er aan De Allesgelover veel te beleven en nog meer te overdenken, bijvoorbeeld over de grenzen die we, voor zover we daar nog toe in staat zijn, aan de techniek dienen te stellen om te zorgen dat ons samenleven de moeite waard blijft. Deze eerste voorstelling, geschreven door Willem de Vlam in het kader van het project Homunculus, waarin, zoals de flyer zegt, kleine mensen uit angst voor de almaar veranderende buitenwereld vluchten in waandenkbeelden, maakt nieuwsgierig naar het volgende deel, maar eerst nog morgen de première.

Hier de site van Opium voor het Volk met meer informatie, waaronder een interview met Willlem de Vlam in het Haarlems Dagblad, hier mijn bespreking van De Vriend N.V., die achteraf beter was dan mijn titel suggereert, hetgeen laat zien dat alles een kwestie is van perspectief.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten