Welcome, reader! According to Antony Hegarty in this second decade of the new century our future is determined. What will it be? Stays all the same and do we sink away in the mud or is something new coming up? In this blog I try to follow new cultural developments.

Welkom, lezer! Volgens Antony Hegarty leven we in bijzondere tijden. In dit tweede decennium van de eenentwintigste eeuw worden de lijnen uitgezet naar de toekomst. Wat wordt het? Blijft alles zoals het is en zakken we langzaam weg in het moeras van zelfgenoegzaamheid of gloort er ergens iets nieuws aan de horizon? In dit blog volg ik de ontwikkelingen op de voet. Als u op de hoogte wilt blijven, kunt u zich ook aanmelden als volger. Schrijven is een avontuur en bloggen is dat zeker. Met vriendelijke groet, Rein Swart.

Laat ik zeggen dat literaire kritiek voor mij geen kritiek is, zolang zij geen kritiek is op het leven zelf. Rudy Cornets de Groot.

Do not go gentle into that good night, Old age should burn and rage at close of day; Rage, rage against the dying of the light. Dylan Thomas.

Het is juist de roman die laat zien dat het leven geen roman is. Bas Heijne.

In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. Johannes.



maandag 4 januari 2016

K. Schippers over Niet verder vertellen, VPRO Boeken, 3 januari 2016


Visueel ingestelde schrijver brengt ode aan zijn moeder

Dichter, schrijver en begenadigd verteller K. Schippers krijgt in de eerste uitzending van VPRO Boeken in 2016 ruimschoots de tijd te vertellen over zijn nieuwe boek Niet verder vertellen, waarin hij naar Turijn reist om het licht en de ruimte te zien in het werk van De Chirico en Giacometti. Door middel van meegebrachte foto’s uit een Amsterdams archief legt hij meteen een verbinding met het leven van zijn bijna honderd jaar oud geworden, in 2001 overleden moeder.

Schippers vertelt dat hij goed kon opschieten met zijn moeder, die bij hem thuis overleed. Ze keken samen naar de geschiedenis van de jazzmuziek op televisie. Zijn moeder kwam uit een leuke familie. Schippers haalt een herinnering op aan een man in de tram die vergeten was het hangertje van zijn nieuwe jas eraf te halen. Zijn moeder, die eerst in de Jordaan en later in de Staatsliedenbuurt woonde, maakte de man erop attent en nam het mee als herinnering. Zijn oom was een goochelaar, die in de buurt van de Hortus woonde waar de uitzending vandaan komt. Hij overleed door een fietsongeluk. Schippers vond het prettig in hun nabijheid op te groeien. Hij ging met zijn moeder vaak naar The Movies in de Haarlemmerstraat en zag daar vele bekende acteurs en actrices langskomen.

In zijn boek heeft hij zijn moeder tot leven gebracht, zoals zij vroeger hem het leven schonk. Zij sliep thuis in een alkoof en moest als veertienjarige naar beneden om aan een collega van haar vader, die postbesteller was, te melden dat haar vader niet kwam omdat hij het benauwd had en doodde de tijd voor zijn komst met hinkelen op een door haar zelf bedacht versje. Hij wilde haar bewaren. Aan het eind van het boek neemt ze het zelfs over.

Wim Brands moet denken aan een eerder boek dat Schippers over Bernlef en kinderboekenschrijver Gerard Brands maakte, met wie hij in 1958 Barbarber oprichtte en die hij nog dagelijks mist. Hij laat de laatste niet sterven maar verdwijnen, omdat daardoor de hoop blijft dat hij nog kan terugkeren. Het boek over zijn moeder is geen biografie, maar een speels boek waarin zij in Turijn de bioscoop in kan stappen en er in Amsterdam weer uit kan komen. De oude foto’s van haar die hij meenam op zijn reis waren minstens zo belangrijk. Ze geven een beeld van het leven in Amsterdam aan het begin van de twintigste eeuw. Samen met Kees Hin maakte hij eerder de documentaire De gevoelige plaat (1976) waarin anonieme mensen aan ons voorbijtrekken die veel vertellen over het levensgevoel in die dagen. Nog steeds kijkt Schippers op straat graag om zich heen. Een titel van een hoofdstuk in het boek
(dat door Maartje Wortel in Er moet wat gebeuren wordt aangehaald, rs) gaat over wat een rug over een persoon zegt.

Brands meent de bedoeling van het werk van Schippers te begrijpen. Het gaat om het bewaren van herinneringen, of ze nou tragisch of komisch zijn. Hij toont een bladzijde uit een oud Frans tijdschrift uit 1947 waarin de oom een truc uitlegt met de verscheurde krantenpagina die weer heel wordt.
Schippers zegt komt het voorbeeld waarin kinderen over de ontdekking van de eerste woorden en kleuren praten. Ook een oud fotoalbum van de familie van zijn moeder past hierin. De meeste personen die erin staan kent niemand meer en zijn voorbijgangers geworden, net als mensen op straat dat zijn.

Brands wil weten wat kenmerkend is voor het straatbeeld begin twintigste eeuw.
Schippers vindt vooral de brede straten opvallend waarin het leven langzamer gaat dan nu. Hoewel er minder vertier was, was er meer plezier.

Brands kan zich niet voorstellen dat Schippers wel eens chagrijnig is en dat lijkt ook niet zijn levenshouding te zijn. Hij kijkt vooral. Met zijn boek wil hij iets onmogelijks tot stand brengen.

Brands vraagt over komende boeken en herinnert zich dat Schippers al bij voorbaat weet hoe lang een boek moet worden.
Schippers vergelijkt het met een schilder. Die weet ook van te voren hoe groot het doek moet zijn voor het onderwerp dat hij gaat schilderen. Hij is met een poëziewerk bezig en ook met een prozawerk maar wil daar niet teveel over zeggen, behalve dan dat het over kijken en zien gaat.

Brands praat verder over de reis die Schippers naar Italië maakte.
Schippers begint over zijn pleinvrees die een verheviging van de ervaring teweeg brengt en over de bergen die zo hoog waren dat Giacometti het zonder direct zonlicht moest doen, hetgeen van invloed was op zijn werk. Het licht in Amsterdam West noemt hij mottig, zelfs als het niet motregent. Tenslotte komen de twee heren op deze zondagochtend uit op de vliegangst van Dennis Bergkamp.  



  ij  Sch



Geen opmerkingen:

Een reactie posten