De stilte betrachten om een idee voor een boek op te doen
Inez van Dullemen heeft inmiddels de respectabele leeftijd
van negentig jaar bereikt en haar zevenentwintigste en mogelijk laatste boek
geschreven waarin ze terugblikt op haar schrijversleven en haar huwelijk met
Erik Vos, regisseur bij toneelgroep De Appel.
Wim Brands vraagt haar of ze dagelijks schrijft.
Van Dullemen antwoordt dat ze dat nooit heeft gedaan, dat haar
inspiratie altijd bij vlagen kwam.
Brands wil weten hoe De
twee rivieren tot stand is gekomen.
Van Dullemen legt uit dat ze in haar huis in Zuid-Frankrijk vaak
naar de twee rivieren keek die daar samenkomen. Ze kan eerst niet op de namen
komen, maar herinnert zich dan dat het om de Dordogne en de Vézère gaat.
Op tafel liggen notitieboekjes van Van Dullemen. In totaal
schreef ze er achtenzestig vol. De twee
rivieren gaat onder andere over haar herinnering aan Martinus Nijhoff, een
vriend van haar moeder die eens tegen haar zei dat ze verliefd keek. Dat had
echter niet met de dichter te maken, als wel met haar schrijven, dat haar bezielde.
Een andere herinnering heeft betrekking op Jan Arends. Ze ontmoetten elkaar
toen ze een jaar of achttien waren. Hij was een zwerfkat, tragisch vanwege zijn
wees-zijn en zijn leven in een pleeggezin, al had hij ook mecenassen die hem
hielpen. Jan kwam bij de ouders van Van Dullemen over de vloer, kreeg eten van haar
moeder en typte graag op de oude typemachine van een broertje van Inez. Ze
luisterde aan de deur naar het aanslaan van de toetsen en zag bij binnenkomst
de proppen papier die haar aan braakballen deden denken. Ze herinnert zich zijn
gedichten die opgenomen werden in een tijdschrift dat werd uitgegeven door het
dichtersclubje waar ze deel van uit maakte en die ze zowel eenzaam als
geheimzinnig vond.
Brands wil weten hoe ze zelf de eenzaamheid ervaart.
Dat is niet negatief. Van Dullemen zegt dat het tweede huis
in Frankrijk daar een grote rol in speelde. Vanwege de lange onderbreking in de
toneelwereld kon ze daar samen met Erik zes weken naar toe. Als stadsmensen
genoten ze van de natuur en de eenzaamheid. Ze hebben daar zelfs een ezel
gehad. Van Dullemen zegt dat het leven buiten directer op haar af kwam. Ze kan
goed alleen zijn, zoals tijdens haar werk, maar houdt ook van haar gezin. Die
negentig jaren zijn haar komen aangewaaid. Ze leeft op de zelfde manier als
altijd, al is ze minder krachtig, en wordt zeker niet bestookt door
herinneringen.
De vraag van Brands over melancholie verstaat ze als
verliefdheid. Ze zegt dat ze in de verbeelding nog wel verliefd wordt, al zal
die niet meer in een boek terecht komen. Daarvoor is het nodig om stilte te
betrachten en te wachten op ideeën en beelden.
Brands herinnert zich een muzikant waar ze graag ’s nachts
naar luisterde.
Dat is Freddy Mercury, die voortijdig aan aids overleed. Ze
is gek op zijn liederen, die weemoed uitstralen. Ze hoorde de dood in hem
zingen.
Brands wil weten of ze dat angstaanjagend vindt, maar dat is
niet het geval. Het hoorde gewoon bij hem, hij wist hoe zijn leven af zou
lopen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten