Het behoud van Griekenland voor de Europese gemeenschap ging gepaard met een groot offer, namelijk het privatiseren van een deel van het publieke bezit. Minister Dijsselbloem deed daar nogal laconiek over. Het zou zorgen voor nieuwe investeringen. In Tegenlicht wordt de vraag gesteld wat deze investeringen bijdragen aan het welzijn van de bevolking.
Voorbeeld is de haven van Piraeus dat sinds 2010 deels in
handen is van het Chinese staatsbedrijf Cosco. De Chinezen vinden dat zij een
rolmodel kunnen vormen in de vernieuwing van de haven. De Chinese directeur
zegt dat de communicatie met de Grieken tijd kost. Hun vertrouwen wordt op de
proef gesteld. Houden ze wel hun werk?
De directeur stelt het daarom voor alsof ze de Grieken komen helpen
bij de wederopbouw. Hij ziet parallellen met China voordat die ging
privatiseren. Tussen de Grieken en de Chinezen is weinig contact. Alleen op
kantoor spreekt men elkaar. De vicedirecteur heeft zijn mening over de
vermeende luiheid van de Grieken bijgesteld.
Op de Griekse pier is het desondanks stil. Die is nog in
handen van de overheid. De privatisering van een deel van de haven heeft voor
een ander beleid gezorgd, al dient daar aan worden toegevoegd dat de Chinezen
een goede afzetmarkt hebben en dat de Chinese arbeiders zeer loyaal aan hun
werkgever zijn. De problemen veroorzaakt doordat de gezinnen van de arbeiders
in China werken, dienen verholpen te worden door het scheppen van de Cosco mens,
zegt de directeur. Hij ziet de voordelen van democratie, maar ook de sociale
problemen die voortkomen uit politieke beloften die slecht zijn voor de
arbeidsmoraal. Het leidt tot luiheid, die verantwoordelijk is voor de crisis in
de Europese economie. Chinezen hebben een andere mentaliteit. Ze hebben haast
omdat ze weten dat het ook weer anders kan worden. De Grieken kennen dat niet.
De Chinezen willen ook de Griekse pier hebben, maar dat
wordt in Griekenland gezien als een uitverkoop. Econoom en parlementslid Kostas
Lapavitsas vindt dat men de haven niet moet verkwanselen. Hij studeerde in
Londen en is omstreden in Griekenland vanwege zijn standpunt voor een Grexit.
Hij is een van degenen die zich van Syriza afscheidde.
In Skouries bevindt zich een goud- en kopermijn. De Canadees
David Hume heeft een modern mijnbedrijf in een beschermd natuurgebied dat door
omwonenden wil worden behouden. De Griekse opzichter gaat niet naar dorpen waar
men tegen de mijn is, omdat men daar agressief reageert. Hij begrijpt de
tegenstand niet goed. Het kan de regio vooruit helpen. Nadat de regering een
kapvergunning introk kan het bedrijf niet verder uitbreiden. De opzichter maakt
zich zorgen over de toekomst, maar Hume zegt dat hij zich niet bij het eerste
conflict terugtrekt. De sterke socialistische traditie zorgt voor wantrouwen in
kapitalisten. Dat is denk ik niet vreemd, want het goud wordt naar China
gebracht en de belasting ontdoken door een brievenbusfirma in Nederland. Een
activist strijdt tegen de vervuiling die de open mijnen veroorzaken. De
samenleving betaalt hiervoor de prijs. Het landschap wordt straks ontsierd door
open wonden en het toerisme zal afnemen. Er verdwijnen meer banen dan er komen.
Tot overmaat van ramp treedt de overheid hard tegen demonstranten op. De waarde
van hun leven bestaat meer uit waardigheid en vrijheid dan uit materiële
voorspoed. In augustus j.l. werd de mijn stilgelegd en de mijnwerkers naar huis
gestuurd. Lapavitsas begrijpt de zorgen van de werknemers, maar vindt het
bedrijf geen goede ontwikkeling, omdat men niet bijdraagt aan de lokale
economie. Buitenlanders hebben weinig op met maatschappelijke belangen.
In Noord Griekenland was vroeger een bloeiende textiel- en
conservenindustrie, die echter afgestoten is. Vroegere werknemers worden
ingezet om de uitrusting in de fabrieken te bewaken. Men vindt dat de overheid
de poorten weer moet openen. Lapavitsas is boos op de overheid. Hij vindt dat
de werknemers vakbekwaam genoeg zijn. Een van de bedrijven is over de kop gegaan
omdat de eigenaar meer interesse had in snelle winst op de beurs. Een vroegere
manager ziet mogelijkheden voor een kleinere productie. Commentator Chris Kijne
zegt dat men mogelijk nog voor de kerst kan beginnen. Lapavitsas vindt dit
belangrijk tegen de machteloosheid en het gebrek aan vertrouwen, verziekt door
een neokoloniale mentaliteit.
In een muntfabriek vond een afslanking plaats omdat de vraag
naar de euro gekelderd was. Men maakt nog kleine muntjes, om de regionale
ontwikkeling te stimuleren en kan altijd nog overstappen op de productie van
kogels. Dat doet me ergens aan denken.
Hier
meer over de uitzending van Tegenlicht, meepraten kan in Pakhuis de Zwijger in
Amsterdam, in de Pletterij in Haarlem en op andere plaatsen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten