Dochter vrij, moe gevangen
Hoe is het om als een moeder een kind te verliezen? Hoewel
daar geen woorden voor bestaan, doet de Vlaamse schrijfster Lief Vleugels in Alles stroomt een dappere poging om iets
van haar pijn te articuleren. Sinds het verlies van haar dochter Matilde, anderhalf
jaar geleden op 37 jarige leeftijd, is ze hard bezig om het verlies te verwerken, zo
lees ik wel eens op Facebook. Maar de wond is nog zo vers, dat de heling,
voorzover die al mogelijk is, nog wel enige tijd in beslag zal nemen.
Vleugels wisselt in Alles
stroomt fragmenten uit de nagelaten dagboeken van Matilde, vijfentwintig
dikke schriften in totaal, af met haar eigen reflecties over hun verhouding die
zich voor een groot deel in het Belgische Herentals afspeelde. Soms schrijft ze ook weer vanuit het heden met
haar Nederlandse vriend Joost, die ze later leerde
kennen. Door het dialogische karakter van het boek begrijpen we meer van de
moeilijke relatie die moeder en dochter met elkaar hadden. Terwijl Matilde zich ongewenst voelde,
weerspreekt haar moeder dat met klem.
Langzaamaan vormt zich een beeld van het leven van Matilde.
De incestueuze relatie met haar stiefvader vormt de basis voor een leven vol
problemen. Op school wordt ze gepest en buitengesloten. Ze kiest voor het
theater omdat ze alleen op het podium zichzelf kan zijn. In oktober 1997 krijgt
Matilde haar eerste psychose op haar kamer in Antwerpen en wordt opgenomen in
Charleroi 26. Later sterft haar vriend Michael. De latere relatie met Sander
houdt ook geen stand. Hoewel hij veel van haar houdt, kan hij haar drankzucht
niet meer aanzien en stelt een ultimatum waaruit hij tenslotte zelf de
consequentie trekt. De tragiek is dat Matilde alles wil doen om hem te
behouden, maar daarin juist faalt. Het leven is ook paradoxaal zoals blijft uit
haar uitspraak dat ze verlossing zoekt en net daardoor lijdt. Zoals vaak in
geval van psychische problematiek was de relatie niet gelijkwaardig en daardoor
tot mislukken gedoemd. Dat ze op het eind van haar verhouding met Sander verliefd
werd op een vrouw zal ook niet geholpen hebben. Ze ontmoet in de inrichting
lotgenoot Willem, met wie ze besluit samen een eind aan hun leven te maken.
Lief was zich niet van het misbruik van haar vriend bewust. ‘ Ik zag het niet, terwijl ik het had moeten
zien. Ik zag niet wat een pervert hij was, terwijl ik het zelf elke dag
ondervond. Ik zag het niet, terwijl jij me telkens smeekte om bij je te
blijven. Een moeilijk kind, dacht ik, een moeilijke puber. Ik wilde weg van
mijn kinderen om mezelf te verrijken, dacht ik, ik wilde alleen maar weg van
hem en liet mijn kinderen achter.’
Ze nam regelmatig de wijk naar India om bij te tanken.
Desondanks kwam ze terecht in depressies en werd daarvoor later ook opgenomen. In
1997 toen Matilde in Charleroi was opgenomen voelde ze dat ze haar dochter verraadde.
Matilde was echter ook niet altijd duidelijk over de incest. Toen haar moeder
haar tegen het advies van de artsen in mee naar huis had genomen, zei Matilde aanvankelijk
dat ze het hele verhaal verzonnen had.
Na een kwart van het boek veranderde mijn de belangstelling
voor de zorgen van Matilde naar die van haar moeder. De aantekeningen van Matilde
zijn minder interessant omdat ze haar problemen in uitgebreide fragmenten poogt
te 195 bezweren en daarbij de taal van de hulpverleners overneemt. Dat ze niet
veel meer is dan een doorgeefluik zegt veel over haar kwetsbaarheid. Vaak
bedient ze zich van het psychologische jargon waarin het bijvoorbeeld gaat over
het benutten van het eigen potentieel. Ook Joost zag haar dagboeken meer als
een therapeutische exercitie. Dan zijn de reacties van Lief interessanter. Heel
openhartig vertelt ze over haar eigen pijn.Terwijl haar dochter vrij is zit zij gevangen.
Panta rhei, alles stroomt. Het zijn de woorden van
Heraclitus die op het graf van Matilde en Willem gebeiteld staan. In een brief
verklaarde Matilde de betekenis voor hen. ‘Panta
Rhei kun je oneindig op alles toepassen en onze bedoeling was hiermee de
klassieke psychiatrie, waaraan we beiden serieus zijn blootgesteld, in vraag te
stellen. Ja, wie zijn wij? Twee manisch- depressieven die op basis van
filosofieën van een oude man de huidige psychiatrie in een ander kleedje willen
steken.’
Dat Matilde kritisch bleef op de psychiatrie moge haar
moeder in haar lijden tot steun zijn. Het doet verlangen naar een
samenleving waarin een andere geaardheid als een kwaliteit wordt gezien en niet als een ziekte. Matilde
verdient het om met alle kracht daarvoor te blijven strijden, al is dat voor Lief natuurlijk
een schrale troost.
Interessante samenvatting vind ik, reden genoeg om het boek te willen lezen.
BeantwoordenVerwijderen