Vecht, verover en vermoord!
De Russisch-Israelische filmmaker Alexander Gentelev schetst
in Thieves by law een portret van
drie Russische invloedrijke maffialeden, dat veel vertelt over de ongure onderwereld
die na de val het communisme in 1989 haar invloed in rap tempo over Rusland en
West Europa uitbreidde. Door het gebrekkige beleid van Jeltsin kreeg de maffia
een grote voet tussen de deur tijdens de omwenteling van een geleide - naar een
vrije economie. Een van de betrokkenen in de film spreekt van een toestand als
in Chicago in het begin van de twintigste eeuw. Criminelen legden elkaar en zakenlieden
om tot ze vanaf 2000 zelf in zaken gingen en de scheiding tussen zakenleven en
crimineel circuit onduidelijker werd.
De drie leden die anderhalf uur gevolgd worden zijn:
Leonid Biloenov, alias Makintosh, Oekraïne 1949 en tegenwoordig
woonachtig in Frankrijk,
Alimzjan Tochtachoenov, alias Taiwantsjik, Oezbekistan 1949,
voortvluchtig en woonachtig in hotels in Rusland en
Vitali Bjenotsjka, alias Bondav, Rusland 1968, ook woonachtig
in Rusland op zijn privébezit, honderdvijftig kilometer van Moskou.
De mannen hebben allen hun opleiding gekregen in gevangenissen
die voortbouwden op de tradities onder Stalin. Leonid doodde een bewaker die
gevangenen sloeg waardoor hij verder met rust gelaten werd, Alimzjan leerde om
gemeen te zijn, Vitali, op het eerste gezicht de wreedste en meest gewetenloze van
het drietal, heeft aan het gevangenisvoedsel een zwakke maag over gehouden. Hij
vertelt over de dievencode die in de gevangenis gold en die inhield dat men
elkaar niet verraadde.
Na de perestrojka in 1987 kwamen er veel kleine bedrijfjes
op en op de markt mocht men zelf zijn producten verkopen. De nieuwe
bedrijfsvoering vormde een doelwit voor afpersers. De eerste miljonair van
Rusland weet erover mee te praten. De dieven van de wet zagen hem als een
melkkoe. De eerste miljonair van Rusland weet erover mee te praten. De Dieven
van de wet zagen hem als een melkkoe. Huurmoordenaars verdienden goed aan hun
opdrachten. Een van hen, Tolja, vertelt zonder enige schroom over gewelddadige
manieren waarop men anderen geld afhandig maakte op straffe van moord.
Leonid wilde een crimineel vermoorden die zijn gezin wilde
opblazen, maar was net te laat. Op het moment dat hij bij de nachtclub kwam
waar de crimineel zich ophield, werd die ingerekend door de politie, waarop hij
zelf moest huilen, zo erg vond hij het dat hij de man niet kon ombrengen. Hij
noemt de toestand in Rusland wreder dan in een ander Europees land waar de
politie onbetrouwbaarder dan de criminelen. Nadat hij werd uitgewezen uit
Rusland ging hij naar Israël omdat hij zich daar gemakkelijk kon laten
naturaliseren en zijn geld kon witwassen. In Parijs werd hij voorwaardelijk
gestraft vanwege een aanslag op Poetin, maar na zijn hulp bij de bevrijding van
Fransen die door Tsjetsjenen werden vastgehouden, werd zijn uitwijzingsbevel opgeschort.
Hoewel het in Frankrijk verboden is om illegaal geld te schenken, schonk hij na
een goed woordje van Poetin een aardig bedrag aan de Russisch orthodoxe kerk. Tijdens
Roland Garros speelt hij een dubbelpartij met vrienden. Later neemt hij een
duik in zee. Hij ziet de ambtenarij als de nieuwe maffia en zegt dat de
onderwereld inmiddels doorgedrongen is tot de legale sectoren. Door zijn
deelname in veel Russische bedrijven heeft hij veel gezag in het westen. Hij heeft
in de film zichzelf getoond zoals hij is, zegt hij.
Alimzjan ging na een carrière als kaartspeler naar Duitsland,
waar men doodsbang was voor de Ruski’s. Hij woonde ook in Israël maar verkaste
na de dood van zijn vrouw naar Parijs, waar hij acht jaar lang uitrustte. Hij
wilde ijshockeycoach worden, maar ging toch naar Kiev om in de bouw handelen. Hij
ontmoette een Russisch meisje in Italië en trouwde met haar. Hij was betrokken
bij een omkopingsschandaal tijdens de Olympische Spelen. Na een gevangenisstraf
in Italië keerde hij terug naar Rusland en is zelf alleen maar rijker geworden.
Hij vindt de democratie ongeschikt voor Rusland en pronkt met de kunstschatten
die hij verzameld heeft. Hij ziet zichzelf tenslotte niet als een crimineel.
Vitali komt uit Oessoeriejsk een stad die in het uiterste
oosten van Rusland in de buurt van de China ligt. Hij heeft daar nog altijd een
handlanger, Edik genaamd. Op het moment dat Vitali gevangen zat, zorgde Edik
ervoor dat Vitali weer vrij kon komen. Geld zat. Na zijn vrijlating werden veel
collega’s vermoord zegt Vitali. Zelf zit hij er niet mee om een ander te doden
die zijn zelfrespect aantast. Tijdens een banket met vrienden zegt hij dat de
lijken in Oessoeriejsk in zee gedumpt worden en in Moskou in een bos. Edik
bezoekt een begraafplaats die vol ligt met bekenden. Na de privatisering in
1994 luidde het motto vecht, verover en vermoord. Bedrijven kwamen in handen
van criminelen. Zelf ging Vitali in de lucratieve autohandel. Tussen 1994 en
2000 werden veel oorlogen tussen bendes uitgevochten. Daarna was meer te halen
bij legale acties. Tegenwoordig adviseert hij filmregisseurs die films maken
over de wilde dagen na het communisme.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten