Hommage aan vergeten Hollandse schrijfster
Dola de Jong (1911-2003) is schrijfster van En de akker is de wereld, waarin ze haar
ervaringen in Tanger verwerkt. Ze schreef die roman na aankomst in New York. De
vluchtelingenproblematiek raakte haar zeer. Ze leidde zelf een tumultueus
leven. Ze werd van haar geboorteplaats Arnhem naar Amsterdam gedreven,
daarvandaan vluchtte ze in de tijd van het opkomende nazisme naar Tanger, waar
ze trouwde met Jan Howij die met een zeilboot kwam en na enkele jaren
vertrokken ze per schip naar New York. Met Jan hield ze het niet lang vol. Ze
trouwde nog twee maal, kreeg met Robert Joseph zoon Ian die ook in de zaal zit.
Behalve schrijfster en journaliste danste De Jong ook. Reden genoeg om een
avond te wijden aan deze veelzijdige, ondernemende vrouw.
Uitgeefster Eva Cossee leidt de avond in en heet ook de
familie van De Jong welkom. Die middag had ze al een wandeling met hen gemaakt
in de omgeving van de Amstelkerk, waar Dola als jonge joodse vrouw in de jaren
voor de Tweede Wereldoorlog haar leven leidde tot ze tijdens het colporteren
voor vluchtelingen zelf de grond onder haar voeten te heet voelde worden en,
anders dan haar vader en broer, de wijk nam naar Tanger, waar haar vriend Jan gestrand
was. Daar begon Dola een dansschool. Door de goede begeleiding van de dochter
van een voormalige rijke Australische militair kreeg ze tickets voor New York.
Daar kwam ze in contact met redacteur Maxwell Perkins die ook werk van
Hemingway en Scott Fitzgerald uitgaf en haar meteen duizend dollar gaf om haar
ervaringen op schrift te stellen, hetgeen zou uitmonden in de roman En de akker is de wereld. De Nederlandse
heruitgave is een initiatief van Eva zelf die de roman bij haar moeder in de
boekenkast zag staan, net als de roman De
dwaze maagd van Ida Simons, die net als De Jong in 1911 werd geboren.
Marleen Slob, eindredacteur bij Vrij Nederland, schreef
in1995 al een biografische schets over Dola de Jong. Ze interviewde haar
daarvoor in New York en schreef daar onlangs (VN, 20 juni 2015) een mooi
artikel over. Ze zegt dat De Jong met haar journalistieke werk en haar
dansoptredens in de jaren dertig haar tijd vooruit was. Later speelde ze de rol
van intermediair tussen Amerikaanse en Nederlandse literatuur. Ze introduceerde
Hugo Claus en Jan Wolkers in de Verenigde Staten. Slob gaat in op haar lesbische
roman De thuiswacht die in 1955 in
New York verscheen onder de titel The
tree and the Vine. Het was tevens haar laatste roman. De Holocaust zat haar
zo dwars dat ze geen roman meer kon afmaken. Wel schreef ze kinderboeken, te
beginnen met The Level Land (zie omslag) over een
oer Hollands gezin, geïllustreerd door Howij. Het boek werd een groot succes in
Japan, de uitgever aldaar kan niet verklaren waarom, zegt zoon Ian later.
Verder schreef De Jong veel journalistieke artikelen, onder andere in De Nieuwe
Amsterdammer, die, als het aan Eva Cossee ligt, nog eens gebundeld worden. Slob
vertelt dat De Jong tot op oude leeftijd actief bleef. Ze studeerde psychologie
en literaire kritiek en gaf les in creative writing. In Californië nam ze zelfs
rijlessen om zich vrijer te kunnen bewegen. Ze las de biografische schets die
Slob gemaakt had in 1996 in het ziekenhuis waar ze was opgenomen na een
hartaanval en had veel kritiek op het manuscript. Uitgave bleef haar bespaard
omdat uitgeverij Vita failliet ging, maar Cossee heeft inmiddels het stokje
overgenomen, zodat de biografie alsnog zal verschijnen.
Tenslotte spreekt journalist Lucas Ligtenberg met Ian
Joseph, de enige zoon van Dola, die haar een goede moeder vond en van haar
opvoedingsmethode van ‘healthy neglect’ weinig gemerkt heeft. Op zijn dertiende
ging hij naar een internaat, volgens hem op eigen initiatief maar ingefluisterd
door zijn moeder. Hij zat er vaak bij als er Nederlands bezoek was, maar sprak
zelf de taal niet omdat zijn vader een Amerikaan was. Hij kreeg wel het nodige
mee aan Nederlandse cultuur en heeft nog een goed contact met de dochters van
Leo en Tineke Vroman.
Van een zoon is ook geen kritische beschouwing te
verwachten. Daarvoor moeten we wachten op de biografie van Marleen Slob. Wel
was er een aardige tussenkomst van Dorien de Vos, dochter van kunstschilder
Henk de Vos, die mee was op de zeilboot van Jan Howij. Ze toont een schilderij van
haar vader waarop hij een tafereeltje in Tanger uitbeeldt. Zij is het ook die
vertelt van de reis die vanwege gezondheidsproblemen in Tanger eindigde, waar
Howij de boot verkocht, waarop haar vader genoodzaakt was daar te blijven,
alvorens in 1942 naar Indië te gaan waar hij Leo Vroman tegenkwam. Die ontmoette
hij later weer via De Jong in New York, waarvandaan hij een koffer met
kinderkleren meenam van kledingverkoper Robert Joseph voor zijn kroost. De
wereld is klein, bijna een akker.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten