Na psychiaters, voetbaltrainers, advocaten, politici,
artsen, topondernemers en journalisten ondervraagt Coen Verbraak dit jaar
twaalf rechters in kasteel Groeneveld in Baarn. Omdat de namen niet steeds in
beeld gebracht worden, was hij voor mij wel eens moeilijk om te bepalen wie de
antwoorden gaf. Het is dus mogelijk dat ik een uitspraak toeschrijf aan de
verkeerde persoon. Daarvoor mijn excuses.
De twaalf rechters zijn:
Wendy Vierveijzer, persrechter in Gelderland
Elianne van Rens, strafrechter te Den Haag
Martien Diemer (zie foto), strafrechter te Amsterdam
Jacqueline Dubois, familie- en jeugdrechter te Haarlem
Sandra Schröder, voorzitter tuchtcommissie
Jan Moors, strafrechter te Amsterdam
Rinus Otte, hoger beroeprechter te Arnhem
Frank Visser, voormalig kantonrechter en rijdende rechter
Sebastiaan Hermens, strafrechter te Den Bosch
Jurjen Bade, strafrechter te Rotterdam
Shirin Milani, strafrechter te Zwolle
Frans Bauduin, strafrechter te Amsterdam
Aflevering 1: wachters
van de wet
Rechters zijn aangesteld op knopen door te hakken, alleen of
samen, in kleine of grote zaken. Dubois vertelt dat ze eens zeer aangedaan was
toen ze een zoon na haar uitspraak hartverscheurend afscheid zag nemen van zijn
moeder, maar toch bij haar beslissing bleef. Ze wil vooral recht doen aan de
situatie. Diemer, die de zaak tegen Jomanda na de dood van Sylvia Millecam
behandelde, vond dat een mooi project, iets dat hij liever doet dan
fraudezaken. Otte heeft een voorkeur voor schuldmisdrijven. Bade is vroeger
advocaat geweest maar zag, net als Dubois, teveel het standpunt van de andere
partij. Hermens zegt dat de legitimiteit van zijn uitspraken beperkt is omdat
hij benoemd is en dat andere landen daarom juryrechtspraak hebben. Moors wil
mensen gelijk behandelen, dus zonder vooroordelen. Hij wil dus onder ogen zien dat
hij bijvoorbeeld bij echtscheidingen vaak wil dat men zichzelf bedruipt. Dubois
wil liever aardig gevonden worden dan rechtvaardig zijn.
Rechters zijn geen mensen die altijd de broek aan hebben, al
is Schröder graag in the lead, zoals ze dat noemt. Bade weegt af of iets het
waard is om thuis de strijd over aan te gaan. Dubois hakt thuis geen knopen
door. Daar krijgt ze de kans niet voor. Ze vindt het daarom prettig in haar
werk gehoord te worden.
Otte gaf in zijn eerste zaak de dader van een mishandeling
een taakstraf omdat hij niet veel anders kon, Milani moest met twee andere
rechters beslissen over doodslag of moord. Visser kreeg te maken met een geval
uit de krankzinnigenwet te maken waarbij hij, na het verzoek daartoe van de
advocaat en een onduidelijk advies van de psychiater, besloot de aangeklaagde niet
op te sluiten. Hij kon zich wel voor zijn kop slaan toen de persoon binnen
vierentwintig uur een moord pleegde.
Aflevering 2: de
verdachte
Hoe kijkt de rechter tegen de verdachte aan, wat is de rol
van de intuïtie? Schröder zegt dat ieder mens anders reageert onder druk,
Diemer voegt daar aan toe dat de manier waarop iemand op zijn stoel zit,
cultureel bepaald is. Het zou verkeerd zijn een verdachte die onderuitgezakt hangt,
daarop af te rekenen. Wellicht probeert hij (de meeste verdachten zijn mannen,
rs.) zich te ontspannen. Milani vindt wel dat er eerbied voor de rechter moet
zijn. Anderen tillen daar minder zwaar aan. Vierveijzer wil de verdachte nog
wel eens vragen naar zijn lichaamshouding en neemt dat mee in haar oordeel. Visser
heeft er geen moeite mee als iemand een pet ophoudt, maar ziet dat wel. Moors
vindt dat hij zijn standpunt zelf moet kunnen verantwoorden. Dubois gaat het
conflict met de verdachte niet aan. Van Rens houdt in het achterhoofd dat een
allochtoon een grotere kans heeft in de cel terecht te komen.
Hierna komt de rol van de intuïtie aan bod. Visser geeft een
voorbeeld waaruit blijkt dat men zich daarbij kan vergissen. Een door hem
opgetekend vonnis kan nog zo goed kloppen maar toch niet deugen. Dubois gaat
liever op haar gevoel af dan op de regels. Van Rens is zich ervan bewust dat
een dossier door de tegenpartij opgemaakt is en daarom zeer geïnteresseerd in
de mening van de verdachte zelf.
Dit brengt Verbraak tot vragen over het zwijgen van de
verdachte. Volgens Bauduin kan het een goede strategie zijn om te zwijgen.
Milani herinnert zich de ontzetting toen een dader, die altijd gezwegen had, in
de rechtszaal opeens begon te vertellen over de moord op zijn vrouw. De
discrepantie tussen diens zachte stem en vreselijke daad intrigeerde haar.
Moors weet dat een bekentenis in Groot-Brittannië een lagere straf tot gevolg
heeft. Volgens Vierveijzer helpt het om excuses te maken.
Daarmee zijn we bij het kopje berouw. Hermens ziet niet vaak
oprechte spijt, al is dat natuurlijk moeilijk vast te stellen. Milani vindt dat
een rechtszitting beter verloopt als men berouw toont. Bauduin herinnert zich
dat een dader die zijn vrouw mishandeld had, een lijntje naar hem probeerde te
leggen.
Ze hebben allemaal wel eens te maken gehad met een dreigende
dader. Hermens zag eens dat iemand een aardappelschilmesje pakte om zichzelf
van het leven te beroven, maar de dreiging was alweer voorbij toen de tolk de
woorden van de man vertaald had. Otten werd eens bespuugd en vond dat vooral
vies. Moors kreeg een verdachte op hem af, leidde hem af en zag tot zijn
opluchting dat de advocaat zich verder over de man ontfermde. Bauduin ziet wel
eens op tegen een zaak. Hij denkt terug aan de vele emoties die tijdens de zaak
tegen de 26 jarige Mohammed B. speelden. Zelf had hij te doen met de Amsterdammer
die in de val was getrapt van islamitische extremisten, maar hij kon niet veel
anders dan de jongeman tot levenslang veroordelen.
Aflevering drie: straf
Verbraak begint met de functie van straf: afschrikking of
vergelding. De meeste rechters gaan voor het tweede. Moors zegt dat een hogere
straf niet helpt in geval van moord in het gezin, omdat daar emotionele redenen
aan ten grondslag liggen. Diemer vindt dat de straf ook aan de omgeving recht
moet doen. Van Rens wil met straffen vooral herhaling voorkomen. Hermens vindt
dat met de straf eigen richting wordt voorkomen maar vraagt zich tegelijk af
waarom de mensheid nooit verder is gekomen dan het huidige strafsysteem. Visser
zegt dat het milde strafklimaat niet bijdraagt tot preventie, zoals te zien is bij
het geweld van voetbalsupporters.
Verbraak wil weten wat rechters moeten doen als de partijen
zich tijdens de rechtszaak met elkaar verzoenen. Van Rens vindt dat de rechter
er dan niet meer aan te pas hoeft te komen. Ook Vierveijzer ziet het nut van
tussenkomst niet in, maar Otten vindt dat het maatschappelijk belang erbij
gediend is dat een zaak rond echtelijk geweld wel doorgaat. Bauduin wijst op
het Romeinse recht waarin genoegdoening voldoende was om tot een vergelijk te
komen. Visser twijfelt aan het taboe op geweld in een wereld die zeer
gewelddadig is. Volgens hem kan het wel eens bevrijdend zijn als er klappen vallen.
De vraag naar de plaats van TBS in de uitspraak leidt tot
verschillende meningen. Van Rens vindt dat een dader eerst zijn straf moet
uitzitten voor hij behandeld kan worden, maar Schröder wil liever eerst
behandelen. Ook een ander wijst erop dat het niet handig is om af te sluiten
met straf.
De vraag of men te licht straft, wordt door alle twaalf rechters
verworpen. De straffen zijn de laatste jaren in de hoogte gegaan. Volgens
Schröder hebben de moord op Fortuyn en Van Gogh daaraan bijgedragen.
Vierveijzer zegt dat in Nederland de hoogste straffen van Europa worden
opgelegd. Bade herinnert zich nog een congres waarin gesproken werd over het
sluiten van de gevangenissen, omdat die geen nut zouden hebben. Diemer straft net
als anderen tegenwoordig zwaarder dan vroeger. Vroeger gold een bepaald vast
tarief voor winkeldiefstal, maar daar is men tegenwoordig weer anders over gaan
denken. Men wil meer afschrikken. Dubois wijst op een ander aspect: hoe meer men
weet van een zaak, hoe milder men is.
De doodstraf wordt door geen van de rechters meer terug gewild.
Voor Diemer is het een kwestie van beschaving, die we in het Verslag van de
Rechten van de Mens vastgelegd hebben. Over levenslang zijn de meningen
verdeeld. Velen willen de dader zijn perspectief niet onthouden, maar Visser
vreest dat de doodstraf weer naderbij komt als levenslang niet meer gegeven kan
worden. Verder vraagt Verbraak naar de hoogste straf die men heeft opgelegd. Dubois
kwam tot achttien jaar voor een man die zijn vrouw drogeerde en haar het water
inreed. Bauduin begint nog eens over de zaak tegen Volkert van der G. Hermens
meent dat Van der G. nu meer straf had gekregen dan de achttien jaar in 2003.
Otten vertelt een bizar verhaal over de veroordeling van Lucia de B. die hij
levenslang oplegde zonder dat hij naar de schuldvraag keek. Die was in het
hoger beroep niet van toepassing. Hij pleit net als Verbraak voor herziening
van het rechtssysteem in het geval van dit soort vreemde procedures.
Aflevering 4: twijfel
Twijfelen hoort bij het werk van een rechter. Visser zegt
dat het niet goed is te zeker noch te onzeker te zijn. Milani spreekt iemand
bij gerede twijfel vrij. Hermens is er niet om een zaak rond te krijgen. Als
dat niet gebeurt spreekt hij een dader liever vrij. Hij zou bij twijfel lager willen
straffen, maar zo werkt het systeem niet. Later zegt Bauduin nog dat veel
misdaden nooit berecht worden. Alsof die paar vrijspraken er wel bij kunnen. Hij
voegt er aan toe dat een rechtsstaat nu eenmaal een zeker risico inhoudt.
Dubois twijfelde heel erg aan de schuld van de dader in een gruwelijke
moordzaak maar kreeg door het geraadkamer meer zekerheid.
Dat brengt bij de werkwijze in de raadkamer. De jongste
rechter begint met het uitspreken van zijn of haar oordeel. Bauduin wil als
voorzitter vooraf van de collega’s horen wat hun intuïtie zegt. Hij is het wel
eens met de anderen oneens, maar voegt zich dan toch naar de meerderheid. Je
zit samen in de kar, zegt hij. Volgens Dubois kan het er in de raadkamer heftig
aan toegaan. Otten stelt dat er voor de schuldige veel op het spel staat.
Hermens moest eens het vonnis uitspreken waar hij niet achter stond.
Verbraak wil weten hoe men tunnelvisie voorkomt. Volgens
Dubois moet men zich daar steeds bewust van blijven. Van Rens weet niet of dat
te voorkomen is. Diemer wilde tijdens de Schiedammer parkmoord niet teveel aanleunen
tegen de visie van het Openbaar ministerie. Volgens Visser was het nauwelijks
voor te stellen dat er in hetzelfde park op hetzelfde moment nog een andere
pedofiel rondliep. Schröder wijst op het belang om het begin van de zaak voor
ogen te houden. Net als doktoren kan daarmee een blind voortgaan in hetzelfde
spoor voorkomen worden. Soms wordt een zaak de speelbal van specialisten.
Visser zegt dat door de verkeerde uitspraak over Lucia de B. het vertrouwen in
de rechterlijke macht is afgenomen. Bade stelt vast dat rechters ook fouten
maken.
Aflevering 5: de
buitenwacht
Deze aflevering gaat over de invloed van de buitenwereld op
het werk van de rechters. Sommigen hebben er geen moeite mee dat media en
politiek zich met de rechtspraak bemoeien, anderen denken dat men niet teveel
in elkaars vaarwater moet zitten om het systeem van gescheiden machten leefbaar
te houden.
Hermens zegt dat de publieke opinie noodgedwongen een rol
speelt bij zijn uitspraken, Bauduin daarentegen meent dat hij nog nooit zijn
oor geleend heeft aan de publieke opinie. De twee uitspraken hoeven mijn
inziens niet eens met elkaar in strijd te zijn als het gaat om de vorming van een
oordeel dat zich in het hoofd van de rechter afspeelt. Van Rens ziet dat het
juridische verhaal soms niet aansluit bij de emoties en beter uitgelegd dient
te worden.
Otten is het wel eens niet eens met een wet. Bauduin heeft meegemaakt
dat hij zo’n wet moest toepassen. Van Rens moet weinig hebben van de bed, bad
en brood regeling. Schröder meent dat een wetsvoorstel om de omgang met de
grootouders te regelen de problemen groter maken. Vierveijzer is tegen de
regeling die vaker een taakstraf verbiedt. Milani meent dat zoiets te omzeilen
is. Visser heeft er moeite mee dat taakstraffen niet meer gegeven worden voor
wie ze bedoeld zijn, namelijk voor werkenden.
Vervolgens gaat het om de verhouding tot de politiek. Volgens
Schröder wordt de maatschappij niet veiliger als er meer gestraft wordt. Visser
vindt het niet erg als een politicus zich uitspreekt over het werk van de
rechter, maar staat daarin alleen. Hermens vond de reacties na de overval op
een juwelierszaak in Deurne ongepast. Van Rens ziet niets in een nieuwe wet
waarin minimumstraffen worden vastgesteld. Over het algemeen vindt men dat de
rechter binnen de geldende wettelijke regels zelf de strafmaat moet bepalen.
Diemer houdt er anders zelfs mee op.
Tenslotte gaat het over het proces tegen Wilders over de
grenzen van wat een politicus wel en niet kan zeggen. Van Rens vindt dat de
impact van de televisie daarbij te groot was. Otten vond het een tenenkrommende
vertoning omdat elk woord van de rechter onder een vergrootglas gelegd werd. Volgens
Milani had strafrechter Moors zich meer op de vlakte moeten houden. Moors zelf
wilde een opmerking aan Wilders ontlokken over zijn zwijgrecht. Voor hem is een
rechtszaak een (twist)gesprek. De wraking door collega’s van dezelfde rechtbank
kwam voor hem onverwachts. Het was alsof hij zijn werk niet goed had gedaan en
vooringenomen was. Otten denkt dat Bram Moszkowicz als overwinnaar uit het
proces naar voren kwam, Dubois ziet Wilders als winnaar, al toonde hij weinig
respect voor de rechters, maar ook de rechtstaat.
Aflevering 6: de
rechter
Aan het eind van de serie komt de mens zelf in beeld. Wie
zijn die rechters? Begrijpen ze wel genoeg van de maatschappij om een juist
oordeel te kunnen vellen? Visser is als kind van een caféhouder door het leven gepokt
en gemazeld, Schröder zegt dat rechters minder regentesk zijn dan vroeger.
Dubois haalt een anekdote aan waarin een oude rechter niet wist wat een
fruitautomaat was en een sapautomaat voor ogen had. Bade zegt dat hij door de
verschillende zaken een beetje deskundig werd op een breed terrein. Diemer weet
weinig van het leven van verslaafden of pooiers, maar het gaat tenslotte om een
oordeel in conflictsituaties.
Rechters hebben emoties, maar Otten rationaliseert die
graag. Bade en Bauduin kennen de boosheid uit situaties in hun gezinnen, Moors was
eens boos over de behandeling in een warenhuis maar hield zich vanwege zijn
beroep. Anderen kijken er voor uit om aanstoot te geven al rijden ze wel eens te
hard of betalen ze een hulp zwart. Over het naar de hoeren gaan zijn de
meningen verdeeld, maar lid zijn van een politieke partij kan wel, al wil
Milani, uit angst in een hokje gestopt te worden, niet zeggen op welke partij
ze stemt.
Het maakt uit waar men terecht staat, al vindt Van Rens dat
dit niet zo zou moeten zijn. Dat rechters verschillende oordelen geven heeft te
maken met hun vrijheid van oordelen. Hermens legt uit dat het verschil tussen
levenslang en vrijspraak soms dicht bij elkaar ligt. Van Rens vindt dat zij
streng is. In geval van kinderporno straft ze vaak lager en in geval van
mishandeling en moord hoger dan haar collega’s. Ze denkt dat vrouwen anders
tegen een zaak aankijken. Milani zegt dat vrouwen, die pas sinds 1947 rechter
zijn en inmiddels in de meerderheid zijn, andere vragen stellen. Vierveijzer
vindt dat ze toegankelijker zijn, minder afstand tot de andere partijen hebben.
Daarna gaat het over de zedenzaak tegen pedofiel Robert M.
die veel jonge kinderen misbruikte. Bauduin vond het net als Diemer een
moeilijke zaak. Diemer keek maar niet in de ogen van de huilende ouders om niet
meegesleept te worden in het verdriet. Bauduin vond de beelden van het misbruik
schokkend om te zien. Diemer was blij dat er aan het eind van de dag collega’s
klaar zaten met een borrel en een luisterend oor.
Tenslotte het mensbeeld van de rechter. Hermens is niet
verbaasd over de wandaden die mensen tegenover elkaar begaan, maar wil die niet
als norm zien. Van Rens stapte na drie en een half jaar uit het strafrecht om op
adem te komen. Visser zegt dat het mensbeeld van een strafrechter er niet beter
op wordt. Bauduin vindt dat zijn positie nederig maakt en heeft respect voor de
andere partijen in een zaak. Zijn werk bevestigt zijn mensbeeld dat men streeft
naar beter, maar dat dit moeilijk te bereiken is. We leren niet van onze fouten
maar werken er wel aan.
Hier
mijn verslag over de ondervraging van zeven voetbaltrainers.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten