Welcome, reader! According to Antony Hegarty in this second decade of the new century our future is determined. What will it be? Stays all the same and do we sink away in the mud or is something new coming up? In this blog I try to follow new cultural developments.

Welkom, lezer! Volgens Antony Hegarty leven we in bijzondere tijden. In dit tweede decennium van de eenentwintigste eeuw worden de lijnen uitgezet naar de toekomst. Wat wordt het? Blijft alles zoals het is en zakken we langzaam weg in het moeras van zelfgenoegzaamheid of gloort er ergens iets nieuws aan de horizon? In dit blog volg ik de ontwikkelingen op de voet. Als u op de hoogte wilt blijven, kunt u zich ook aanmelden als volger. Schrijven is een avontuur en bloggen is dat zeker. Met vriendelijke groet, Rein Swart.

Laat ik zeggen dat literaire kritiek voor mij geen kritiek is, zolang zij geen kritiek is op het leven zelf. Rudy Cornets de Groot.

Do not go gentle into that good night, Old age should burn and rage at close of day; Rage, rage against the dying of the light. Dylan Thomas.

Het is juist de roman die laat zien dat het leven geen roman is. Bas Heijne.

In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. Johannes.



zaterdag 5 september 2015

Kijken in de ziel – rechters (2015), zesdelige gespreksserie van Coen Verbraak



Na psychiaters, voetbaltrainers, advocaten, politici, artsen, topondernemers en journalisten ondervraagt Coen Verbraak dit jaar twaalf rechters in kasteel Groeneveld in Baarn. Omdat de namen niet steeds in beeld gebracht worden, was hij voor mij wel eens moeilijk om te bepalen wie de antwoorden gaf. Het is dus mogelijk dat ik een uitspraak toeschrijf aan de verkeerde persoon. Daarvoor mijn excuses.

De twaalf rechters zijn:
Wendy Vierveijzer, persrechter in Gelderland
Elianne van Rens, strafrechter te Den Haag
Martien Diemer (zie foto), strafrechter te Amsterdam
Jacqueline Dubois, familie- en jeugdrechter te Haarlem
Sandra Schröder, voorzitter tuchtcommissie
Jan Moors, strafrechter te Amsterdam
Rinus Otte, hoger beroeprechter te Arnhem
Frank Visser, voormalig kantonrechter en rijdende rechter
Sebastiaan Hermens, strafrechter te Den Bosch
Jurjen Bade, strafrechter te Rotterdam
Shirin Milani, strafrechter te Zwolle
Frans Bauduin, strafrechter te Amsterdam

Aflevering 1: wachters van de wet

Rechters zijn aangesteld op knopen door te hakken, alleen of samen, in kleine of grote zaken. Dubois vertelt dat ze eens zeer aangedaan was toen ze een zoon na haar uitspraak hartverscheurend afscheid zag nemen van zijn moeder, maar toch bij haar beslissing bleef. Ze wil vooral recht doen aan de situatie. Diemer, die de zaak tegen Jomanda na de dood van Sylvia Millecam behandelde, vond dat een mooi project, iets dat hij liever doet dan fraudezaken. Otte heeft een voorkeur voor schuldmisdrijven. Bade is vroeger advocaat geweest maar zag, net als Dubois, teveel het standpunt van de andere partij. Hermens zegt dat de legitimiteit van zijn uitspraken beperkt is omdat hij benoemd is en dat andere landen daarom juryrechtspraak hebben. Moors wil mensen gelijk behandelen, dus zonder vooroordelen. Hij wil dus onder ogen zien dat hij bijvoorbeeld bij echtscheidingen vaak wil dat men zichzelf bedruipt. Dubois wil liever aardig gevonden worden dan rechtvaardig zijn.

Rechters zijn geen mensen die altijd de broek aan hebben, al is Schröder graag in the lead, zoals ze dat noemt. Bade weegt af of iets het waard is om thuis de strijd over aan te gaan. Dubois hakt thuis geen knopen door. Daar krijgt ze de kans niet voor. Ze vindt het daarom prettig in haar werk gehoord te worden.

Otte gaf in zijn eerste zaak de dader van een mishandeling een taakstraf omdat hij niet veel anders kon, Milani moest met twee andere rechters beslissen over doodslag of moord. Visser kreeg te maken met een geval uit de krankzinnigenwet te maken waarbij hij, na het verzoek daartoe van de advocaat en een onduidelijk advies van de psychiater, besloot de aangeklaagde niet op te sluiten. Hij kon zich wel voor zijn kop slaan toen de persoon binnen vierentwintig uur een moord pleegde. 

Aflevering 2: de verdachte

Hoe kijkt de rechter tegen de verdachte aan, wat is de rol van de intuïtie? Schröder zegt dat ieder mens anders reageert onder druk, Diemer voegt daar aan toe dat de manier waarop iemand op zijn stoel zit, cultureel bepaald is. Het zou verkeerd zijn een verdachte die onderuitgezakt hangt, daarop af te rekenen. Wellicht probeert hij (de meeste verdachten zijn mannen, rs.) zich te ontspannen. Milani vindt wel dat er eerbied voor de rechter moet zijn. Anderen tillen daar minder zwaar aan. Vierveijzer wil de verdachte nog wel eens vragen naar zijn lichaamshouding en neemt dat mee in haar oordeel. Visser heeft er geen moeite mee als iemand een pet ophoudt, maar ziet dat wel. Moors vindt dat hij zijn standpunt zelf moet kunnen verantwoorden. Dubois gaat het conflict met de verdachte niet aan. Van Rens houdt in het achterhoofd dat een allochtoon een grotere kans heeft in de cel terecht te komen.   

Hierna komt de rol van de intuïtie aan bod. Visser geeft een voorbeeld waaruit blijkt dat men zich daarbij kan vergissen. Een door hem opgetekend vonnis kan nog zo goed kloppen maar toch niet deugen. Dubois gaat liever op haar gevoel af dan op de regels. Van Rens is zich ervan bewust dat een dossier door de tegenpartij opgemaakt is en daarom zeer geïnteresseerd in de mening van de verdachte zelf.

Dit brengt Verbraak tot vragen over het zwijgen van de verdachte. Volgens Bauduin kan het een goede strategie zijn om te zwijgen. Milani herinnert zich de ontzetting toen een dader, die altijd gezwegen had, in de rechtszaal opeens begon te vertellen over de moord op zijn vrouw. De discrepantie tussen diens zachte stem en vreselijke daad intrigeerde haar. Moors weet dat een bekentenis in Groot-Brittannië een lagere straf tot gevolg heeft. Volgens Vierveijzer helpt het om excuses te maken.

Daarmee zijn we bij het kopje berouw. Hermens ziet niet vaak oprechte spijt, al is dat natuurlijk moeilijk vast te stellen. Milani vindt dat een rechtszitting beter verloopt als men berouw toont. Bauduin herinnert zich dat een dader die zijn vrouw mishandeld had, een lijntje naar hem probeerde te leggen.

Ze hebben allemaal wel eens te maken gehad met een dreigende dader. Hermens zag eens dat iemand een aardappelschilmesje pakte om zichzelf van het leven te beroven, maar de dreiging was alweer voorbij toen de tolk de woorden van de man vertaald had. Otten werd eens bespuugd en vond dat vooral vies. Moors kreeg een verdachte op hem af, leidde hem af en zag tot zijn opluchting dat de advocaat zich verder over de man ontfermde. Bauduin ziet wel eens op tegen een zaak. Hij denkt terug aan de vele emoties die tijdens de zaak tegen de 26 jarige Mohammed B. speelden. Zelf had hij te doen met de Amsterdammer die in de val was getrapt van islamitische extremisten, maar hij kon niet veel anders dan de jongeman tot levenslang veroordelen.

Aflevering drie: straf  

Verbraak begint met de functie van straf: afschrikking of vergelding. De meeste rechters gaan voor het tweede. Moors zegt dat een hogere straf niet helpt in geval van moord in het gezin, omdat daar emotionele redenen aan ten grondslag liggen. Diemer vindt dat de straf ook aan de omgeving recht moet doen. Van Rens wil met straffen vooral herhaling voorkomen. Hermens vindt dat met de straf eigen richting wordt voorkomen maar vraagt zich tegelijk af waarom de mensheid nooit verder is gekomen dan het huidige strafsysteem. Visser zegt dat het milde strafklimaat niet bijdraagt tot preventie, zoals te zien is bij het geweld van voetbalsupporters.

Verbraak wil weten wat rechters moeten doen als de partijen zich tijdens de rechtszaak met elkaar verzoenen. Van Rens vindt dat de rechter er dan niet meer aan te pas hoeft te komen. Ook Vierveijzer ziet het nut van tussenkomst niet in, maar Otten vindt dat het maatschappelijk belang erbij gediend is dat een zaak rond echtelijk geweld wel doorgaat. Bauduin wijst op het Romeinse recht waarin genoegdoening voldoende was om tot een vergelijk te komen. Visser twijfelt aan het taboe op geweld in een wereld die zeer gewelddadig is. Volgens hem kan het wel eens bevrijdend zijn als er klappen vallen.

De vraag naar de plaats van TBS in de uitspraak leidt tot verschillende meningen. Van Rens vindt dat een dader eerst zijn straf moet uitzitten voor hij behandeld kan worden, maar Schröder wil liever eerst behandelen. Ook een ander wijst erop dat het niet handig is om af te sluiten met straf.  

De vraag of men te licht straft, wordt door alle twaalf rechters verworpen. De straffen zijn de laatste jaren in de hoogte gegaan. Volgens Schröder hebben de moord op Fortuyn en Van Gogh daaraan bijgedragen. Vierveijzer zegt dat in Nederland de hoogste straffen van Europa worden opgelegd. Bade herinnert zich nog een congres waarin gesproken werd over het sluiten van de gevangenissen, omdat die geen nut zouden hebben. Diemer straft net als anderen tegenwoordig zwaarder dan vroeger. Vroeger gold een bepaald vast tarief voor winkeldiefstal, maar daar is men tegenwoordig weer anders over gaan denken. Men wil meer afschrikken. Dubois wijst op een ander aspect: hoe meer men weet van een zaak, hoe milder men is.

De doodstraf wordt door geen van de rechters meer terug gewild. Voor Diemer is het een kwestie van beschaving, die we in het Verslag van de Rechten van de Mens vastgelegd hebben. Over levenslang zijn de meningen verdeeld. Velen willen de dader zijn perspectief niet onthouden, maar Visser vreest dat de doodstraf weer naderbij komt als levenslang niet meer gegeven kan worden. Verder vraagt Verbraak naar de hoogste straf die men heeft opgelegd. Dubois kwam tot achttien jaar voor een man die zijn vrouw drogeerde en haar het water inreed. Bauduin begint nog eens over de zaak tegen Volkert van der G. Hermens meent dat Van der G. nu meer straf had gekregen dan de achttien jaar in 2003. Otten vertelt een bizar verhaal over de veroordeling van Lucia de B. die hij levenslang oplegde zonder dat hij naar de schuldvraag keek. Die was in het hoger beroep niet van toepassing. Hij pleit net als Verbraak voor herziening van het rechtssysteem in het geval van dit soort vreemde procedures.   

Aflevering 4: twijfel

Twijfelen hoort bij het werk van een rechter. Visser zegt dat het niet goed is te zeker noch te onzeker te zijn. Milani spreekt iemand bij gerede twijfel vrij. Hermens is er niet om een zaak rond te krijgen. Als dat niet gebeurt spreekt hij een dader liever vrij. Hij zou bij twijfel lager willen straffen, maar zo werkt het systeem niet. Later zegt Bauduin nog dat veel misdaden nooit berecht worden. Alsof die paar vrijspraken er wel bij kunnen. Hij voegt er aan toe dat een rechtsstaat nu eenmaal een zeker risico inhoudt. Dubois twijfelde heel erg aan de schuld van de dader in een gruwelijke moordzaak maar kreeg door het geraadkamer meer zekerheid.

Dat brengt bij de werkwijze in de raadkamer. De jongste rechter begint met het uitspreken van zijn of haar oordeel. Bauduin wil als voorzitter vooraf van de collega’s horen wat hun intuïtie zegt. Hij is het wel eens met de anderen oneens, maar voegt zich dan toch naar de meerderheid. Je zit samen in de kar, zegt hij. Volgens Dubois kan het er in de raadkamer heftig aan toegaan. Otten stelt dat er voor de schuldige veel op het spel staat. Hermens moest eens het vonnis uitspreken waar hij niet achter stond.

Verbraak wil weten hoe men tunnelvisie voorkomt. Volgens Dubois moet men zich daar steeds bewust van blijven. Van Rens weet niet of dat te voorkomen is. Diemer wilde tijdens de Schiedammer parkmoord niet teveel aanleunen tegen de visie van het Openbaar ministerie. Volgens Visser was het nauwelijks voor te stellen dat er in hetzelfde park op hetzelfde moment nog een andere pedofiel rondliep. Schröder wijst op het belang om het begin van de zaak voor ogen te houden. Net als doktoren kan daarmee een blind voortgaan in hetzelfde spoor voorkomen worden. Soms wordt een zaak de speelbal van specialisten. Visser zegt dat door de verkeerde uitspraak over Lucia de B. het vertrouwen in de rechterlijke macht is afgenomen. Bade stelt vast dat rechters ook fouten maken.

Aflevering 5: de buitenwacht

Deze aflevering gaat over de invloed van de buitenwereld op het werk van de rechters. Sommigen hebben er geen moeite mee dat media en politiek zich met de rechtspraak bemoeien, anderen denken dat men niet teveel in elkaars vaarwater moet zitten om het systeem van gescheiden machten leefbaar te houden.

Hermens zegt dat de publieke opinie noodgedwongen een rol speelt bij zijn uitspraken, Bauduin daarentegen meent dat hij nog nooit zijn oor geleend heeft aan de publieke opinie. De twee uitspraken hoeven mijn inziens niet eens met elkaar in strijd te zijn als het gaat om de vorming van een oordeel dat zich in het hoofd van de rechter afspeelt. Van Rens ziet dat het juridische verhaal soms niet aansluit bij de emoties en beter uitgelegd dient te worden.

Otten is het wel eens niet eens met een wet. Bauduin heeft meegemaakt dat hij zo’n wet moest toepassen. Van Rens moet weinig hebben van de bed, bad en brood regeling. Schröder meent dat een wetsvoorstel om de omgang met de grootouders te regelen de problemen groter maken. Vierveijzer is tegen de regeling die vaker een taakstraf verbiedt. Milani meent dat zoiets te omzeilen is. Visser heeft er moeite mee dat taakstraffen niet meer gegeven worden voor wie ze bedoeld zijn, namelijk voor werkenden.  

Vervolgens gaat het om de verhouding tot de politiek. Volgens Schröder wordt de maatschappij niet veiliger als er meer gestraft wordt. Visser vindt het niet erg als een politicus zich uitspreekt over het werk van de rechter, maar staat daarin alleen. Hermens vond de reacties na de overval op een juwelierszaak in Deurne ongepast. Van Rens ziet niets in een nieuwe wet waarin minimumstraffen worden vastgesteld. Over het algemeen vindt men dat de rechter binnen de geldende wettelijke regels zelf de strafmaat moet bepalen. Diemer houdt er anders zelfs mee op.

Tenslotte gaat het over het proces tegen Wilders over de grenzen van wat een politicus wel en niet kan zeggen. Van Rens vindt dat de impact van de televisie daarbij te groot was. Otten vond het een tenenkrommende vertoning omdat elk woord van de rechter onder een vergrootglas gelegd werd. Volgens Milani had strafrechter Moors zich meer op de vlakte moeten houden. Moors zelf wilde een opmerking aan Wilders ontlokken over zijn zwijgrecht. Voor hem is een rechtszaak een (twist)gesprek. De wraking door collega’s van dezelfde rechtbank kwam voor hem onverwachts. Het was alsof hij zijn werk niet goed had gedaan en vooringenomen was. Otten denkt dat Bram Moszkowicz als overwinnaar uit het proces naar voren kwam, Dubois ziet Wilders als winnaar, al toonde hij weinig respect voor de rechters, maar ook de rechtstaat. 

Aflevering 6: de rechter

Aan het eind van de serie komt de mens zelf in beeld. Wie zijn die rechters? Begrijpen ze wel genoeg van de maatschappij om een juist oordeel te kunnen vellen? Visser is als kind van een caféhouder door het leven gepokt en gemazeld, Schröder zegt dat rechters minder regentesk zijn dan vroeger. Dubois haalt een anekdote aan waarin een oude rechter niet wist wat een fruitautomaat was en een sapautomaat voor ogen had. Bade zegt dat hij door de verschillende zaken een beetje deskundig werd op een breed terrein. Diemer weet weinig van het leven van verslaafden of pooiers, maar het gaat tenslotte om een oordeel in conflictsituaties.

Rechters hebben emoties, maar Otten rationaliseert die graag. Bade en Bauduin kennen de boosheid uit situaties in hun gezinnen, Moors was eens boos over de behandeling in een warenhuis maar hield zich vanwege zijn beroep. Anderen kijken er voor uit om aanstoot te geven al rijden ze wel eens te hard of betalen ze een hulp zwart. Over het naar de hoeren gaan zijn de meningen verdeeld, maar lid zijn van een politieke partij kan wel, al wil Milani, uit angst in een hokje gestopt te worden, niet zeggen op welke partij ze stemt. 

Het maakt uit waar men terecht staat, al vindt Van Rens dat dit niet zo zou moeten zijn. Dat rechters verschillende oordelen geven heeft te maken met hun vrijheid van oordelen. Hermens legt uit dat het verschil tussen levenslang en vrijspraak soms dicht bij elkaar ligt. Van Rens vindt dat zij streng is. In geval van kinderporno straft ze vaak lager en in geval van mishandeling en moord hoger dan haar collega’s. Ze denkt dat vrouwen anders tegen een zaak aankijken. Milani zegt dat vrouwen, die pas sinds 1947 rechter zijn en inmiddels in de meerderheid zijn, andere vragen stellen. Vierveijzer vindt dat ze toegankelijker zijn, minder afstand tot de andere partijen hebben.

Daarna gaat het over de zedenzaak tegen pedofiel Robert M. die veel jonge kinderen misbruikte. Bauduin vond het net als Diemer een moeilijke zaak. Diemer keek maar niet in de ogen van de huilende ouders om niet meegesleept te worden in het verdriet. Bauduin vond de beelden van het misbruik schokkend om te zien. Diemer was blij dat er aan het eind van de dag collega’s klaar zaten met een borrel en een luisterend oor.

Tenslotte het mensbeeld van de rechter. Hermens is niet verbaasd over de wandaden die mensen tegenover elkaar begaan, maar wil die niet als norm zien. Van Rens stapte na drie en een half jaar uit het strafrecht om op adem te komen. Visser zegt dat het mensbeeld van een strafrechter er niet beter op wordt. Bauduin vindt dat zijn positie nederig maakt en heeft respect voor de andere partijen in een zaak. Zijn werk bevestigt zijn mensbeeld dat men streeft naar beter, maar dat dit moeilijk te bereiken is. We leren niet van onze fouten maar werken er wel aan.

Hier mijn verslag over de ondervraging van zeven voetbaltrainers.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten