Het leven is een permanente oefening in loslaten
Marja Vuijsje was drie jaar geleden bij Brands om te praten
over Ons kamp, de geschiedenis van haar
joodse familie. Dit maal heeft ze een boek geschreven over een migratiegeschiedenis.
De naam Nematollah komt uit het Iraans en betekent geschenk van God. Dit
geschenk is de vader van Arash, die zich volgens Vuijsje leende als
hoofdpersoon voor een boek waar ze drieëneenhalf jaar aan werkte. Vuijsje
hoorde van de man via zijn zoon die bij een vriendenclub hoorde. De jongen, die
net volwassen was geworden toen hij naar Nederland kwam, had zijn vader, die in
1974 overleed, nooit gekend, maar koesterde nostalgische gevoelens en uitte die door weemoedige
verhalen over hem te vertellen.
Brands wil als een strenge onderwijzer weten waarom Vuijsje
deze familie juist tot onderwerp heeft gekozen.
Vuijsje vertelt dat ze, hoewel ze geen aanvechting heeft om
Amsterdam te verlaten, gefascineerd is door het verschijnsel migratie. In de
stad komt ze vaak migranten tegen. Migratie heeft in de loop van de jaren een
ander gezicht gekregen, omdat men vroeger helemaal afgesneden was van het land
van herkomst, maar tegenwoordig via internet de banden met thuis kan
onderhouden.
Brands vraagt naar het verband met Ons kamp. Hij heeft gehoord dat een familielid van Vuijsje naar
Israël verhuisde.
Dat was haar broer, op zijn negentiende en zonder politieke
reden, maar omdat hij zich als puber ongelukkig voelde. Zij voelde zich
verlaten door zijn vertrek. Het was een shock zoals ze daarna nooit meer
beleefde. Daardoor kon ze zich goed identificeren met de zus van Arash.
Brands begint over Nematollah die een womanizer zou zijn
geweest.
Vuijsje beaamt dit. Hij gaf gemakkelijk geld uit, ook aan
anderen. Hij was een plattelander die rond de Eerste Wereldoorlog naar de grote
stad trok, zes kinderen verwekte en later onderdeel werd van de stroom mensen
die vanwege de islamitische revolutie in 1979 uit Iran vluchtte. Ook de anderen
vluchtten, op de moeder en een dochter na. De dochter zal volgens Vuijsje wel,
net als zijzelf ooit, gedacht hebben dat ze wel weer terug zouden komen.
Zelf zat Arash in een beruchte gevangenis en overleefde die
met schuldgevoel tot gevolg, net als de joden ervaarden die de Shoah
overleefden. De manier waarop haar vader over Auschwitz sprak verschilde niet
veel met de manier waarop Nematollah met zijn verleden omging. Hij zweeg erover
en liet een mist hangen. Vuijsje vertelt dat migranten verschillende motieven
hadden om hun land te ontvluchten, zoals ambtenaren werkloos werden na de
omwenteling.
Brands maakt zich er boos over dat heel gemakkelijk wordt
gesproken over gelukszoekers.
Vuijsje zegt dat men altijd een goede reden heeft om weg te
gaan uit het land van herkomst.
Brands spreekt zijn waardering uit over het inzicht dat hij
in de Iraanse geschiedenis krijgt.
Vuijsje bestrijdt zijn zienswijze dat de intelligentia
meteen op de hand van Khomeini was. Foucault die hem als een bindende figuur
zag, was een uitzondering.
Op de dit seizoen al vaker gestelde vraag van Brands naar
het meest wezenlijke wat ze tijdens het schrijven ontdekte, antwoordt Vuijsje
dat het toch die tegenovergestelde meningen zijn over de vluchtelingenstroom
die deze kant op komt. Ze weet dat het altijd met pijn is dat men vertrekt en
dat het belangrijk is om vluchtelingen als individuen te zien, want
uiteindelijk is iedereen ontworteld en hebben we allemaal om te gaan met onze
omstandigheden. Nostalgie is onvermijdelijk om gevoelens van verlies een plaats
te geven, maar uiteindelijk is het leven een permanente oefening in loslaten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten