Rivermovie met vier stoere Amerikanen in twee kajaks
Voordat de Cahulawassee rivier in het zuiden van de
Verenigde Staten wordt ingedamd willen vier avontuurlijk ingestelde Amerikanen
deze wilde stroom nog eens bedwingen. Ze spreken een datum af en reizen met
twee auto’s met kajaks op het dak in de richting van de rivier. Tijdens de
overlevingstocht beleven ze avonturen die ze liever niet hadden meegemaakt.
De eerste stop is bij een oude man die benzine verkoopt.
Bobby the guitarspeler gaat uit de auto en tokkelt een deuntje van Duelling Banjos dat algauw op banjo wordt
nagespeeld door een zwakzinnige zoon die in een schommelbank zit. Een aardige
appetizer voor wat komen gaat en achteraf gezien misschien wel het leukste
stukje uit de film.
Lewis, een man met een Tarzan achtig voorkomen (gespeeld
door Burt Reynolds), leidt de expeditie naar de rivier. Hij heeft de broers
Griner van een sloopbedrijf voor veertig euro meegekregen om hun auto’s naar het
punt van aankomst bij het stadje Aintry te rijden. Al gauw na het begin van de
tocht passeren ze een brug waarop de zwakzinnige jongen op zijn banjo als het
ware een saluut aan hen brengt.
Daarna nemen de problemen in rap tempo toe. De verhoudingen
tussen de mannen zijn duidelijk. Ed (John Voight) is een man van huisje boompje
beestje en het lukt hem niet om, zoals Lewis deed met een vis, een hert te
schieten met pijl en boog. Later op de dag tijdens een pauze ziet Ed een paar whiskystokers
in het bos die op hun afkomen en kwaad willen. Bobby moet zich uitkleden en
wordt verkracht en juist als ze ook met Ed ontuchtige handelingen willen
verrichten, raakt Lewis met zijn pijl een van de mannen, die met veel gevoel
voor stijl tegen de grond gaat. De ander vlucht en blijft een bedreiging
vormen.
Er ontstaat een nogal opgelegde discussie over wat ze met
het lijk moeten aanvangen. Drew wil het meenemen en overhandigen aan de politie,
maar uiteindelijk wordt de man toch maar aan de oever van de rivier begraven.
Als zich daar straks een stuwmeer vormt kraait er geen haan meer naar.
De beelden van de mannen in de stroomversnellingen waren al
te zien, maar de laatste worden heviger. De mannen slaan over boord en missen Drew
als ze in rustiger water komen. Lewis die zijn been gebroken heeft, zegt dat
Drew doodgeschoten is door de whishystoker die eerder ontsnapte. Ed gaat op
onderzoek uit en klimt daartoe loodrecht met pijl en boog de rotsen op. Na lang
wachten ziet hij een man met een geweer en schiet hem neer. Helaas blijkt het
een jager en niet de whiskystoker. Na het nodige fysieke gestruikel komt Ed met
het lijk beneden. Ze besluiten het af te laten zinken en gaan met Lewis in de
kano naar hun bestemming, zodat die in het ziekenhuis van Aintry verzorgd kan
worden.
Er volgen natuurlijk nog
de nodige vragen van de politie over de precieze toedracht van het ongeluk van
Drew, maar Ed en Bobby weten ze daar uit te redden. Het is grappig te zien dat
op het eind een kerk verplaatst wordt die anders onder water zou komen te
staan. De sheriff wil dat het stadje in vrede kan sterven.
Deliverance ademt
de geest van de frontiers die op weg naar het westen de wilde natuur moesten
bedwingen en is gemaakt naar de gelijknamige roman van James Dickey, die ook
het filmscript voor zijn rekening nam. Echt een film met en voor stoere mannen,
die volgens mij aan het uitsterven zijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten