Welcome, reader! According to Antony Hegarty in this second decade of the new century our future is determined. What will it be? Stays all the same and do we sink away in the mud or is something new coming up? In this blog I try to follow new cultural developments.

Welkom, lezer! Volgens Antony Hegarty leven we in bijzondere tijden. In dit tweede decennium van de eenentwintigste eeuw worden de lijnen uitgezet naar de toekomst. Wat wordt het? Blijft alles zoals het is en zakken we langzaam weg in het moeras van zelfgenoegzaamheid of gloort er ergens iets nieuws aan de horizon? In dit blog volg ik de ontwikkelingen op de voet. Als u op de hoogte wilt blijven, kunt u zich ook aanmelden als volger. Schrijven is een avontuur en bloggen is dat zeker. Met vriendelijke groet, Rein Swart.

Laat ik zeggen dat literaire kritiek voor mij geen kritiek is, zolang zij geen kritiek is op het leven zelf. Rudy Cornets de Groot.

Do not go gentle into that good night, Old age should burn and rage at close of day; Rage, rage against the dying of the light. Dylan Thomas.

Het is juist de roman die laat zien dat het leven geen roman is. Bas Heijne.

In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. Johannes.



donderdag 3 september 2015

Een schitterend ongeluk – Oliver Sacks, gespreksserie van Wim Kayzer, 1993



Vanwege het overlijden, afgelopen zondag, van neuroloog Oliver Sacks (1933-2015), herhaalde de VPRO een dag later de aflevering uit de gespreksserie Een schitterend ongeluk, waarin Sacks vertelt over zijn leven en denken. Het was adembenemend om de twintig jaar oude serie terug te zien. De aflevering met Sacks getuigt van grote kwaliteit. Door de ontspannen manier van vragen stellen van Kayzer, maar zeker ook door de openhartige, bijna lieve wijze waarop Sacks zichzelf naar buiten keert.

De persoonlijke toon in het gesprek dat gevoerd wordt bovenin een flatgebouw in Manhattan waar Sacks kantoor houdt, komt meteen naar voren in de constatering dat beide mannen last hebben van migraine en dat Sacks daarnaast ook lijdt aan claustrofobie. Tussen de opnames door zien we beelden van inwoners van Manhattan die volgens Kayzer zo weggelopen zouden kunnen zijn uit de boeken van Sacks over neurologische aandoeningen. We zien een starende vrouw die ooit op het kruispunt, waar ze werd aangereden, op haar geliefde wachtte. Een verlangen waarop geen ontgoocheling meer volgde, luidt het commentaar. We horen ook een toespraak van een zwarte man op straat die zich verzet tegen de blanke dominantie, iets waar Sacks het hartgrondig mee eens is.  

Het gesprek opent met de afspraak die Sacks de volgende dag in Londen heeft. Dan wordt namelijk een oude vriend van hem begraven. Het brengt hem tot een verklaring over de dood: het verdwijnen van een unieke mens laat onvermijdelijk een leegte achter. Zoals steeds lardeert Sacks zijn uitspraken met citaten van dichters en schrijvers. In dit geval van Kierkegaard wiens laatste woorden geweest zouden zijn: Veeg me maar op. Sacks vertelt over zijn gelukkige jeugd in Hampstead Heath. Hij waande zich onsterfelijk tot hij in Noorwegen een motorongeluk kreeg dat hem herinnerde aan een gedicht van Auden waarin hij schrijft dat de laatste gedachten van een mens dankbaarheid mogen zijn. Anderzijds voelde hij een dierlijke angst voor het lijden en een metafysische voor het niet meer zijn. Tenslotte was hij gepikeerd dat hij zijn werk niet kon voortzetten.

De herinnering staat in het gesprek centraal. Kayzer vraagt naar de geuren, die volgens Sacks in een oud deel van de hersenen zetelen. Bij een aanval van migraine ruikt hij nog de toast die hij als kind in een kinderstoel kreeg voortgezet. Sacks zegt dat herinneringen niet, zoals in een computer, ergens in de hersenen worden opgeslagen. Het zijn interpretaties, geen reproducties en worden gekleurd door het latere leven. Hij kwam hier achter door een Italiaanse kunstenaar die geobsedeerd werd door jeugdbeelden van de Tweede Wereldoorlog in zijn dorp. Zijn exacte schetsen maakten duidelijk dat hij het verleden niet geïntegreerd had. Sacks oppert dat gespletenheid wellicht nodig is om kunst te maken, al is de herinnering in dit geval versteend. 

Sacks meent dat herinneringen het resultaat zijn van onze fylogenetische ontwikkeling. Gapen is prehumaan gedrag dat gemakkelijk overgenomen wordt. Postencefalitische patiënten likken soms water op in plaats van het naar de mond te brengen. Dit soort verschijnselen maken van Sacks een Darwiniaan, die zich aangetrokken voelt tot primitief en primair gedrag en een voorliefde heeft voor landschappen zoals op de Galapagoseilanden. Op de vraag of we beheerst worden door onze instincten dan wel een vrije wil hebben antwoordt Sacks dat we moeten doen alsof er een vrije wil bestaat. Hij haalt zijn collega Luria aan die ontdekte dat een mens met teveel geheugen niet meer tot handelen kwam. Hij gelooft niet in de hypothese van de killer ape, als zou agressie de motor zijn van de menselijke ontwikkeling. De wilde fantasieën van kinderen dienen te worden afgeremd, maar wellicht moet er iets blijven bestaan om creatief werk mogelijk te maken.

Vervolgens gaat het over het onderzoek van Sacks naar de slaapziekte die in de jaren twintig vijf miljoen mensen trof. De film Awakenings (Penny Marshall, 1990) is hierop gebaseerd. Hij behandelde in 1966 een groep hiervan met de drug L-dopa hetgeen een wederopstanding veroorzaakte van zombies, zoals hij zegt. De veerkracht van de persoonlijkheid verbijsterde hem. Tussen Sacks en de patiënten ontstonden mooie verhoudingen. Een van de ontwaakten was Rose, die levendige herinneringen had aan de jaren twintig en de moderne tijd niet als reëel beschouwde, omdat haar bewustzijn lang niet actief was geweest en ze versteend was in het verleden. Sacks vroeg zich af of hij er goed aan had gedaan om haar tot leven te wekken, maar na tien dagen verviel Rose weer in haar oude katatone toestand. Anderen hadden bijzondere fysiologische en psychologische gewaarwordingen. Hester zag geen beweging maar een opvolging van stilstaande beelden, waarmee tijd een ingewikkelde kwestie blijkt te zijn. Sacks denkt regelmatig aan die patiënten terug. Ze verstoorden de mythe van zekerheid en orde met hun prehumane gedrag. Hun reacties op L-dopa waren onvoorspelbaar hetgeen Sacks later aan de chaostheorie deed denken, die in de jaren zestig nog niet voorhanden was. Zijn ontdekkingen waren zowel beangstigend als bevrijdend: ze toonden zowel de broosheid van het zenuwstelsel als de vernieuwende kracht van de natuur, die later door Ilya Prigogine beschreven werd in Orde uit chaos (1985). In 1969 kregen de patiënten tics die te maken hadden met bezoek dat verboden werd en beschadiging van het zenuwstelsel veroorzaakten. Sacks ziet die tics als de tegenhanger van de moral tone bij Parkinson patiënten.

Kayzer eindigt zoals steeds in de serie met de vraag wat de wetenschap ons aan het eind van de twintigste eeuw gebracht heeft. Sacks ziet de mens als iemand die betekenis zoekt en daartoe theorieën opstelt, die volgens hem oneindig zijn omdat elk antwoord weer nieuwe vragen oproept. Terwijl het fysieke universum beperkt is, is het geestelijk universum oneindig. Mechanische wetenschapsmodellen kunnen dat laatste nooit bevatten. Daarvoor is een wetenschap van het subject en het bewustzijn nodig. Hij vraagt Kayzer naar hetgeen hij ziet als hij een migraine aanval heeft en vertelt daarna over spontaan gegenereerde patronen van de visuele cortex, een notie die Aristoteles al kende toen hij de wereld als een zichzelf genererende beweging voorstelde, hetgeen later door Leibniz werd bevestigd. De overdracht van energie kent geen eind. We are such stuff as dreams are made on, stelt Kayzer vast.  

Hier de trailer van Awakenings, hier Carel Peeters in VN over het tweede deel van de autobiografie van Sacks, hier diens In Memoriam van 31 augustus j. l.  

Geen opmerkingen:

Een reactie posten