Geen uitweg voor wanhopige zoekers naar liefde
De voorstelling Crave is het vierde en voorlaatste theaterstuk van de Engelse toneelschrijfster Sarah Kane, dochter van twee gelovige artsen, die op achtentwintigjarige leeftijd een eind maakte aan haar leven. Regisseur Thibaud Delpeut regisseerde eerder de laatste voorstelling 4.48 Psychosis in 2011 in Utrecht. Dit seizoen trekt Theater Utrecht het land in. Crave wordt in de flyer heel fraai gekenschetst als een stemmenpartituur voor twee mannen en twee vrouwen, voortgestuwd door een schaduwkwartet van vier musici.
De voorstelling Crave is het vierde en voorlaatste theaterstuk van de Engelse toneelschrijfster Sarah Kane, dochter van twee gelovige artsen, die op achtentwintigjarige leeftijd een eind maakte aan haar leven. Regisseur Thibaud Delpeut regisseerde eerder de laatste voorstelling 4.48 Psychosis in 2011 in Utrecht. Dit seizoen trekt Theater Utrecht het land in. Crave wordt in de flyer heel fraai gekenschetst als een stemmenpartituur voor twee mannen en twee vrouwen, voortgestuwd door een schaduwkwartet van vier musici.
Dit is precies wat het is. Het kwartet is dan ook het eerst aan
zet. Boven de desolate omgeving van een parkeergarage zitten ze op afstand van elkaar,
net als de acteurs beneden hen op een bureaustoel, een slaapbank of tegen een grijze
betonnen muur. Het kwartet speelt schrille tonen op viool, klarinet, contrabas of
keyboards, gecomponeerd door Wilbert Bulsink die zelf de toetsen voor zijn rekening
neemt. De drie verschillende fragmenten, steeds even onderbroken door een stilte,
brengen de toeschouwer in de juiste sfeer.
In de verstilling breekt beneden tussen twee mannen en twee vrouwen
een woordengevecht uit dat begint met de woorden: ‘Voor mij ben je dood.’ De spelers
krijgen geen namen maar symboliseren de toestand aan de onderkant van de Britse
samenleving. Ze slapen in een parkeergarage en houden hun jassen aan. Op de poster is hun isolement duidelijk te zien. De
vrouw rechtsboven ligt de meeste tijd in een zwarte jas op bed. Soms wendt ze zich in haar
wanhoop tot het publiek om steun en begrip voor haar moeilijke omstandigheden. Ze
wordt bestookt door de man linksboven die hard op zoek is naar een beetje liefde zoals
zij allemaal. De skinhead rechtsonder in een jas met een bontkraag raakt bij het minste of
geringste over zijn theewater, de vrouw linksonder draagt een mantelpak en kijkt vaak met een verwrongen gepijnigde
blik strak voor zich uit. Troostelozer kan niet.
Het is bijzonder hoe de gesprekken, die eerder bijtende statements
zijn dan communicatie, zich met elkaar vermengen en zich weer van elkaar verwijderen.
Aantrekken en afstoten zitten als elastiek aan elkaar vast. De oudere man is wanhopig
op zoek naar warmte maar keert zich af als hij niet krijgt wat hij zoekt, de vrouw
met de verwrongen blik wil wanhopig graag een kind, maar alleen uit liefde. Alle
vier hebben ze een motief om niet aan hun ongeluk te kunnen ontkomen. Het verleden
achtervolgt hen. Verkrachting, moord, incest passeren de revue. De eenzaamheid spat
eraf. Altijd is er weer het kwartet dat de stemming weergeeft en benadrukt, de wanhoop doet
toenemen, de chaos laat aanzwellen.
De vraag is hoe nog te ontkomen aan deze Britse somberheid. De ene vrouw vraagt aan de ander of ze problemen in haar relatie heeft, dan wel of ze een relatie heeft. De oudere man wordt vernietigd door de pijn die de afwezigheid
van liefde in hem veroorzaakt. Er is een grote hunkering naar verlichting, maar
de weg daarnaartoe is onbereikbaar. Ze zitten geparkeerd in een garage waar de kalk
van de muren valt. Het tikkende geluid dat hun woorden begeleidt doet denken aan
een tijdbom. Vaker eindigt de twist in een ja of een nee. Doorgaan of niet, dat
is de kwestie.
Delpeut heeft met de afwisseling tussen muziek en tekst een mooie
vorm gevonden om de wanhoop van Kane te verbeelden. Daarbij is ook het spel fraai
om te zien, al wordt men er niet vrolijk van.
Crave werd in 1998
voor het eerst in Edinburgh opgevoerd. De Nederlandse versie door Theater Utrecht
werd gespeeld door Joost Bolt, Astrid van Eck Titus Muizelaar en Karina Smulders
en net zo goed gespeeld door het Utrechtse Rosa Ensemble.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten