Een verwarde doornbos, met of zonder stekels
Wim Brands heeft Oek de Jong en Jaap Goedegebuure
uitgenodigd om te praten over De brieven,
een ruime keuze uit de correspondentie van Frans Kellendonk, die vijfentwintig
jaar geleden op 39 jarige leeftijd aan aids overleed. Brands vermeldt dat later
dit jaar het Verzameld werk uitkomt,
dat tijdschrift Extase een nummer aan
hem wijdde en wijst op Geschilderd eten
dat op tafel ligt.
Vervolgens mogen de gasten Kellendonk eerst heel kort
kenschetsen. De Jong noemt hem een lone wolf, Goedegebuure een weeskind in het
geestelijke. Daarna toont Brands een fragment uit de uitzending Letter en geest van het Uur van de Wolf
uit 1996 waarin Kellendonk zegt dat hij wil dat de lezer zelf nadenkt. Hij is
zich bewust van zijn visie als schrijver en laat zien dat zijn visie maar één
visie is.
Goedegebuure die ook met een biografie over Kellendonk bezig
is, ziet in het fragment een gedistingeerd terughoudend persoon, die net zo
kritisch was op zichzelf als op anderen. Een verwarde doornbos, zou zijn
grootmoeder zeggen. Iemand met stekels. De Jong is in de zomer van 2014
begonnen met het uittikken van zijn brieven die hij vanaf zijn zestiende schreef
en had daar veel werk aan. Hij noemt Kellendonk juist een man zonder bolster,
wiens werk wortelde in zijn persoonlijk leven. Goedegebuure noemt als thema van
Kellendonk het verlangen naar gemeenschap, die ontbreekt. Kellendonk heeft geen
oplossing, maar ook de politiek heeft die niet, waardoor hij in een wrange
spagaat leeft. De Jong zegt dat Kellendonk in een tijd leefde met voortdurende
crises: rond het geloof, zijn homoseksualiteit en dat hij veel zelfhaat had.
Brands signaleert een tegenstelling tussen het zoeken naar
verbinding versus zijn onbekommerde seksuele beleving.
De Jong zegt dat uitspattingen in het homoseksuele circuit
in Nijmegen en Amsterdam gewoon waren tot in begin tachtig aids uitbrak, waar
Kellendonk slachtoffer van werd. Daardoor kwam het er niet meer van om samen
het tijdschrift De jacobsladder te
beginnen.
Goedegebuure voegt daar aan toe dat Kellendonk weliswaar
promiscue was maar ook op zoek naar echte liefde, hetgeen steeds uitliep op een
mislukking. Hij noemt Kellendonk een echte romanticus.
Brands toont een ander fragment uit de uitzending van het
Uur van de Wolf waarin Bas Heijne, die hem tijdens zijn ziekte verzorgde,
spreekt over het geloof dat teloor is gegaan waarbij ook de vragen zijn
afgeschaft. Kellendonk wilde er een nieuwe inhoud aan geven. De Jong zegt dat
Kellendonk het kind niet met het badwater wilde weggooien. Goedegebuure
verwijst naar de bundel Geschilderd eten
(1988) waarin Kellendonk in zijn naschrift de grote woorden geloof, hoop en
liefde een nieuwe inhoud wil geven. Hij citeert daarin Wallace Stevens die
gezegd heeft dat heilig is dat wat geheiligd wordt en dat God troont op de
gezangen van de mensen.
Brands wil weten waarom Kellendonk in de jaren tachtig
indruk maakte met zijn verlangen naar gemeenschap.
De Jong vindt dat Kellendonk een verouderde positie innam,
maar vergoelijkt dat Kellendonk nog erg in ontwikkeling was en tegenwoordig
anders zou denken over zijn idee van een organische samenleving. Hij zou
wellicht honend over de Gay parade schrijven en zijn blijven reflecteren op de
multiculturele samenleving die hij toen als vervlakkend zag. Goedegebuure zegt
dat hij zijn mond open kon doen omdat hij niet gebonden was, ook niet aan een
politieke partij. De Jong voegt daar aan toe dat Kellendonk door zijn ziekte
scherper ging formuleren.
Brands laat nog een fragment zien uit de documentaire Letter en geest, waarin dirigent Ed
Spanjaard dit laatste ook opmerkt. De Jong zegt dat in Mystiek lichaam (1986) de dood al een grote rol speelde.
Goedegebuure wijst op de ironie. Kellendonk wilde geloven maar kon alleen nog
oprecht veinzen. Hij noemt de roman een uniek met gebeeldhouwde zinnen die
staan als een huis. De Jong merkte dat hij bij het lezen vaak moest lachen.
Brands vraagt wat Goedegebuure ontdekte tijdens het werken
aan zijn biografie.
Goedegebuure vond het niet vreemd dat Kellendonk in het
begin van de jaren tachtig theologie wilde gaan studeren vanwege de verdere
ontwikkeling van zijn werk. Bij alle humor was er ook een diepere laag waarin
hij de gemeenschap wilde terugvinden. De Jong vindt dat de term hunkering
daarop het beste van toepassing is. Hij heeft dat in het contact met Kellendonk
in de Bethaniënstraat en aan zijn ziekbed van dichtbij meegemaakt.
Tot slot laat Brands de eerste aflevering horen van een
nieuw initiatief van de VPRO op YouTube. In DichterBij
Leonard Nolens horen we het gedicht Vermoeidheid.
Hier
op het nieuwe poëziekanaal.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten