Burgervader toont zich van gedegen en belegen kant
De Rotterdamse burgemeester Ahmed Aboutaleb (Ben Sidi,
Marokko, 1961) beloofde vooraf een persoonlijke televisie avond. Hij vertelt
tegen Wilfried de Jong dat hij de mens Aboutaleb wilde laten spreken, waarbij zijn
geweten en gevoelens aan bod zouden komen. Persoonlijke verhalen zouden iets
zeggen over de gewetensnood van een burgemeester, die zelf ook graag zijn zegje
doet als hiaten in de wet dat toelaten, zoals in de kwestie van bed, bad en
brood voor uitgeprocedeerde asielzoekers. Fel was zijn boodschap aan Gert
Wilders om over de brug te komen na zijn eerdere verkiezingsbelofte het aantal
Marokkanen in Nederland te verminderen, vastbesloten zijn oproep aan de regering
om de stad (naar het fragment uit de documentaire Urbanized (2011)) meer armslag te geven en het niet als een
uitvoeringsfiliaal van de regering te zien, maar uiteindelijk werd het, door
het gebrek aan scherpe vragen van De Jong toch een tamme avond.
Aboutaleb begint zijn favoriete televisieavond met beelden
van de bokswedstrijd tussen Mohammed Ali en Joe Frazier en dan niet de eerste partij
uit 1971 waar ik voor uit mijn bed kwam, maar de revanche partij uit 1975 die
Ali won. Aboutaleb kwam er in zijn dorp in het Rifgebergte van Marokko voor uit
zijn bed. Hij zag de wedstrijd bij een broer van zijn opa die verpleger was in
het leger en een generator bezat waardoor hij zowel licht had als waarop de
televisie kon werken, een unicum in die tijd in dat Berber dorp in de buurt van
Melilla, waarin men met droogte kampte, hetgeen later voor binnenlandse
emigratie zorgde. Aboutaleb was zelf ook een vechtersbaasje, uit noodzaak omdat
leeftijdsgenoten hem, een stuudje noemt hij zichzelf, wilden weerhouden om naar
de school te gaan die zeven kilometer verderop lag.
Zijn vader was in die tijd al in Nederland en werkte hier
als gastarbeider, een mooie term achteraf gezien. Aboutaleb heeft een nieuwsuitzending
uitgekozen van Jaap van Meekren, die hem later de beginselen van de
journalistiek bijbracht. In de uitzending uit 1969 is Van Meekren in Marokko om
de sfeer in het land te proeven. De Nederlander Jongejan die ook al te zien was
in de driedelige documentaireserie Land
van aankomst, selecteert werkkrachten voor de Nederlandse markt op een
wijze die Van Meekren ertoe brengt de man te vragen of hij zich op een
slavenmarkt bevindt. Aboutaleb is het hier hartgrondig mee eens. Hij vindt het
schandalig zoals er in die tijd met mensen werd omgegaan. Hij vertelt over zijn
ouders die tegenwoordig pendelen tussen Marokko en Nederland omdat zijn vader
liever in Marokko is en daar ook begraven wil worden. Voor Aboutaleb zelf geldt
dat niet: hij wil begraven worden, daar waar hij dood gaat.
Een volgend fragment gaat over de Syrische dichter Adonis,
die in 2013 fraai geportretteerd werd door John Albert Jansen. Aboutaleb
vertaalde een lang gedicht van hem dat werd uitgegeven door de bibliotheek van
Rotterdam onder de titel Het vieren van
eenzaamheid. Aboutaleb voelt zich verwant aan Adonis, die vanwege de burgeroorlog
in Beiroet naar Parijs vluchtte. Dichten is de mogelijkheid hebben te zeggen
wat men wil zeggen. Aboutaleb heeft de literaire vrijheid hoog zitten. Zelf
werd hij op de LTS op een beta spoor gezet, maar stelt nog altijd het onderzoeken
van de werkelijkheid centraal en zal eerlijk toegeven als hij iets fout heeft
gezien.
Vrouwen spelen volgens hem een belangrijke rol in de
overgang naar een democratischer islam. Hij toont beelden van een wat
vervreemdende soort poëzie Idols in Abu Dhabi, waarin een in het rood
gesluierde hersenonderzoekster opkomt voor vrouwenemancipatie. Ou Kalsoum
bezong de vrijheid in Egypte en de christelijk Libanese zangeres Fairouz
verenigde de verschillende partijen na de burgeroorlog in 1994, hoewel de
toestand in het Midden Oosten inmiddels weer terug bij af is. In dit kader geen
vraag van De Jong over het aanstaande bezoek van Aboutaleb aan Jeruzalem
waarover in de Rotterdamse raad het nodige te doen was.
Aboutaleb brengt een eerbetoon aan een overleden Marokkaanse
vriend die opbouwwerker was in Den Haag, waar Aboutaleb zijn eerste scholing
opdeed en die praatte als het typetje Mehmet Pamuk van Koot en Bie. Aboutaleb
zegt dat Nederlands een moeilijke taal is omdat men zegt dat men op school zit en niet in school. De Jong kan het niet laten
op te merken dat zijn gast in zijn taalvaardigheid goed geslaagd is. Later
vraagt hij evenwel of het niet van arrogantie getuigt dat Aboutaleb
tegenwoordig zelfs rapporten van academici op taalfouten corrigeert.
Vader Abraham is een wat vreemde eend in de bijt. Aboutaleb
spreekt na het bekijken van het lied Het
kleine café aan de haven over tegenstrijdige gevoelens over het kleine en
het gelijke van Nederland, maar ziet het toch als een vertolking van de
Nederlandse mentaliteit. Dat lied wordt op één lijn gezet met de Kronkels van
Carmiggelt, maar is natuurlijk van een heel andere kwaliteit.
Naar aanleiding van het televisiefragment uit 19 mei 2014 waarin
Wilders toezegt dat er minder Marokkanen in Nederland zullen komen, doet Aboutaleb
zijn oproep aan Wilders om zijn toezegging hard te maken omdat zijn ouders zich
daardoor bang voelen. Anderzijds gelooft Aboutaleb niet dat het ooit zover in
Nederland zal komen dat zij of hij zal worden uitgewezen. Hij vindt de uitspraak
van Wilders in ieder geval van een heel andere orde dan zijn eigen oproep aan
jihadisten om op te rotten als het leven in Nederland hen niet bevalt. Op de
vraag van De Jong of hij last heeft gehad van zijn bruuske uitspraak, antwoordt
hij dat hij daarmee wel kan omgaan.
Niet alleen onder vrouwen maar ook onder mannen komen helden
voor. Abdelkrim El Khattabi (zie foto)was een vrijheidsstrijder die zich begin 1900 verzette
tegen de macht van de Spanjaarden in Marokko en na de onafhankelijkheid door de
regering in Rabat werd genegeerd. Aboutaleb voelt zich verwant aan de
verzetsheld, is blij dat de huidige koning hem heeft gerehabiliteerd en eindigt
de avond met een mooi gedicht van hem over bevrijding. Ghandi (Attenborough, 1982) is een leider die met innerlijke kracht
het verzet tegen de Britten organiseerde. Hij was een natuurlijk leider, iemand
die niet gekozen is, maar opstaat. Mandela was de laatste. Inmiddels moet de
wereld het zonder hen doen. De paus krijgt veel kritiek. Zelf spreekt Aboutaleb
zich niet uit voor een eventueel premierschap. Wonderlijk in deze context is
zijn keuze voor Karremans die het bijna in zijn broek doet in gesprek met
Mladic en die later nog zei dat de Nederlanders zich zo goed van hun taak hadden
gekweten. Het lijkt me onnodig om Nederland met zijn wapenhandel en als
doorvoerhaven voor malafide financiële transacties aan te prijzen als handelsland.
Aboutaleb toonde een fragment van The message (Moustapha Akkad, 1977) en zou met zijn kennis van de
islamitische cultuur een belangrijke schakel kunnen vormen tussen de verschillende
bevolkingsgroepen in Nederland en daarbuiten, maar helaas ging het gesprek niet
over de grote tegenstellingen in de wereld van vandaag en daarmee schoot de
aangever tekort en werd het een gedegen maar tegelijk belegen televisieavond.
Hier
mijn bespreking van
Land van aankomst,
hier mijn bespreking van
Het afwezige
land over Adonis,
hier
Mehmet Pamuk bij de groenteboer.