Gedreven regisseuse onderzoekt de gevoelsbewegingen van haar
ziel
Ann van den Broek (1970, zie foto van Ellen Govaerts en niet te verwarren met de Vlaamse actrice Ann van den Broeck) kwam afgelopen mei in het nieuws omdat haar voorstelling Q61 Cementery op een kerkhof in Alkmaar verboden werd. Ze timmert, na haar danscarrière onder andere bij Krisztina de Châtel, sinds 2000 aan de weg om als regisseur haar ziel op het toneel te verbeelden en doet dat met heel veel intensiteit, zoals blijkt uit de documentaire van Lisa Boerstra.
In het begin van de documentaire spreekt Van den Broek door
een microfoon een tekst in die door dansers verbeeld. Haar werk is persoonlijk en
fysiek. Ze vraagt zich bijvoorbeeld af hoe angst in het lichaam werkt en hoe dat naar buiten komt. Thuis
werkt ze aan de voorstelling The black piece. In de
eerste fase die achter haar ligt, gaat het om het bedenken van het stuk en het
zoeken naar medewerkers. Inmiddels is ze zo ver dat het stuk omkaderd is en dat
ze scènes erbij ziet en hoort. The black
piece gaat over de angst en de vrijheid in het donker, al leidt dat wel tot
de nodige problemen voor de dansers, die geen hand voor hun ogen zien. Vroeger
was Ann bang in het donker, kende ze verlatingsangst. Tot haar zesde sliep ze bij
haar ouders in bed. Tederheid was in het gezin ver te zoeken. Hardheid en
sarcasme overheersten. Ann noemt het masochisme om steeds haar grenzen te
verleggen. De tegenstrijdigheid uit haar jeugd is in haar werk terug te vinden.
Boerstra toont fragmenten uit het begin van deze eeuw
waarin Van den Broek haar gevoelsbewegingen onderzoekt. Haar broer Thom zette
haar op het spoor van het ballet in een tijd dat ze niet wist welk beroep te
kiezen. Tussen de repetities door praat ze met haar zoontje Thomas en
instrueert ze twee speelsters over een gespeelde intimiteit: steeds als er toenadering
lijkt te zijn, wordt die weer afgebroken. Tijdens de doorloop zou ze meer
afstand willen hebben. Ze verzucht, terwijl ze de zoveelste sigaret opsteekt,
dat ze weinig slaapt en altijd maar met haar werk bezig is. Ze zou wel eens een
voorstelling willen annuleren. Ze heeft zelfs geen tijd een verhaal van haar
zoon aan te horen en geeft hem een kus door de hoorn.
We solo men (2009)
gaat over haar broer in zijn hoogtijdagen. In de disco was ze trots op de goed
uitziende jongeman. Zij was het kleine zusje. Bob was dertien jaar ouder, Thom
elf jaar ouder. De laatste zorgde voor haar als haar ouders niet thuis waren.
Haar moeder werkte tot laat en haar vader ging na het werk naar het café. Ann
bezoekt het graf van Bob die, zoals achteraf bleek, al tien jaar aan psychoses
leed en nauwelijks benaderbaar was. Ann woonde in die tijd in Amsterdam en was
bang en machteloos. Haar mentale isolement verbeeldde ze in I Solo Ment (2008).
Boerstra filmt een tournee door Rusland met The red piece, dat over passie gaat. Tijdens
een nagesprek over de voorstelling is Ann slecht te spreken over de
concentratie van de spelers. Een van hen zegt dat hij daarvoor teveel tijd heeft,
een ander vindt dat hij er beter mee moet omgaan. Ann zegt dat haar werk over
tegenstrijdigheid gaat en dat hij dat moet onderzoeken. Later raakt Francesca
geblesseerd aan haar rug. Er is onenigheid over hun proces. Een andere vrouw
voelt zich niet geaccepteerd.
The black piece vraagt
net als de andere stukken veel toewijding van de dansers. Een van de mannen is
twee maanden onafgebroken bezig met zijn rol, waarin hij ook moet acteren, hetgeen
nieuw voor hem is. Een vrouwelijke collega vindt het zeer intens om met Ann te
werken. Ann laat thuis haar zoon het lied Into
my arms horen van Nick Cave dat in de voorstelling verwerkt zit. De zoon
doet ook mee. Zwart heeft niet alleen een negatieve connotatie, maar is ook
vruchtbaar. Ann koestert haar inzichten die ze de laatste vijftien jaar heeft ontwikkeld.
Ze accepteert zichzelf meer. Aan het eind valt ze met haar zoon op de bank in
slaap. Verdiende rust.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten