In de frontlinie met de Britse acteur Ross Kemp
De Britse acteur en documentairemaker Ross Kemp (1964) ging
als embedded journalist mee met een Brits bataljon in Afghanistan. De Britten
vechten daar al sinds 2001. Kemp wil weten hoe het is om daar in de verzengende
hitte te vechten tegen de fanatieke taliban en schetst een eerlijk beeld van
het moderne soldatenleven. Hij leert zelf een geweer bedienen en raakt in de
frontlinie bijna aan zijn einde. Zelf had ik moeite met de betekenissen van de verschillende
benamingen van alle gevechtseenheden zoals peloton, bataljon of compagnie. Daarnaast
was de muziek wel erg heroïsch.
Aflevering 1: Descent
into hell
In de eerste aflevering zien we de voorbereidingen in Surrey
van het bataljon dat in 2007 naar Helmand in het zuiden van Afghanistan
vertrekt. De Australische luitenant Mick Ashton (34) vertelt de manschappen dat
de informatie over de aanwezigheid van de taliban in de buurt niet helemaal
duidelijk is. Kemp vraagt zich af hoe een jonge soldaat omgaat met hun missie,
hoe ze denken over oorlog en hoe hun familie erover denkt. Josh Hill (18) is de
jongste soldaat en zit al twee jaar in het leger. Het is het beste wat hem in
zijn leven overkwam. In Afghanistan zal hij zijn plicht doen. Zijn ouders maken
zich ongerust maar laten hem dat niet merken. Sergeant Keith Neives ziet zijn
uitzending als een droom die na dertien jaar uitkomt.
Acht weken voor uitzending oefent de groep in een bebouwde
kom van een dorp. De oefening heeft Fish, dat staat voor Fighting in Somebody
Else’s House. Kemp vindt het vele geschreeuw bij de inname van een huis verwarrend.
Hill wordt met als de anderen zenuwachtiger voor uitzending, maar Ashton zegt
dat men zich moet vermannen. Een training met gewonden - oud militairen die
zelf ledematen hebben verloren en weten hoe het is om hulpeloos te zijn - moet
de soldaten ongevoeliger maken voor het leed dat ze ongetwijfeld straks zullen
meemaken.
De laatste dagen voor uitzending brengen de soldaten thuis
door. Simon Thorne heeft drie kinderen en ziet net als zijn vrouw op tegen het
moment van vertrek. De vrouwen van de militairen hebben het vaak moeilijk met
de eenzaamheid en hun ongerustheid. Kemp drinkt een laatste biertje met twee
onderofficieren die denken dat hen niets zal overkomen, maar beseffen dat enige
zorg over de toekomst raadzamer is dan zelfingenomenheid.
Bij zijn aankomst in Kandahar in mei 2007 treft Kemp en zijn
crew enkele soldaten die men tijdens de voorbereiding ontmoette en die op
verlof gaan. Onder hen is Hill, die volgens Kemp vijf jaar ouder lijkt en vertelt
dat Neives al eerder is terug gegaan vanwege verwondingen. Met een Hercules
transportvliegtuig vliegt Kemp verder naar kamp Bastion, waar drieduizend
Britten op acht vierkante kilometer in de hete woestijn gelegerd zijn. Om te
voorkomen dat men uit de lucht geschoten wordt, daalt men verticaal. Als Kemp
met zijn benen op de grond staat is hij meteen getuige van een
repatriëringsceremonie voor een omgekomen soldaat.
Aflevering 2: Death on
patrol
Camp Bastion is de uitvalsbasis van Kemp voor de komende
vierenhalve week. Hij installeert zich in een tent met airconditioning en
bezoekt een briefing over de operatie Lastay Kulang waarbij de B compagnie van
het eerste bataljon van het Royal Anglian Regiment vanuit het bedreigde dorp
Sanguin uitvallen zal doen tegen de taliban. De tocht in konvooi naar het dorp op
zo’n vijfenzeventig kilometer afstand is gevaarlijk. Kemp heeft de nodige
morfine in een medicijnenkistje meegekregen en is duidelijk gespannen. Dat
blijkt niet voor niets. Tijdens de eerste dag ziet Kemp vanuit een Viking
transportvoertuig veel kinderen met ontbrekende ledematen in de dorpen die ze
passeren. Als het konvooi in de woestijn wordt stopgezet, blijkt een wagen op
een bermbom gereden waarbij een dode te betreuren valt. De soldaten zijn
daardoor aangeslagen als ze op basis Robinson, omgeven door verwoeste huizen,
aankomen waar ze de nacht doorbrengen. De gedode Aaron Bonner wordt naar Groot
Brittannië teruggevlogen terwijl zijn makkers in het veld doorvechten.
Tijdens de tweede dag in de hitte van de woestijn zoeken de
mannen verkoeling in de rivier Helmand. Aan het begin van de derde dag waarin
ze een veldslag gaan leveren, krijgt Kemp een heldhaftig gevoel over zich dat
van alle tijden moet zijn. Onder leiding van Mick Ashton trekt men te voet naar
de groene zone met papavervelden langs de rivier waar de taliban zich moet
ophouden. Als die begint die te schieten, kruipt Kemp naar een beschutte plek.
Vandaar ziet hij dat de artillerie die hen te hulp schiet, geen bommen gooit op
de moskee waarin de taliban zich verschanst heeft. Een sluipschutter zorgt voor
verder gevaar, waarbij een granaat over zijn hoofd scheert, maar de dader wordt
gedood. Na een tocht, zwaarbepakt door een veld, die in dubbel opzicht heet is,
komt er een rustpauze, waarin Kemp praat met de achttienjarige Monks die
tijdens de confrontatie met de vijand behoorlijk angstig was.
De taliban lijkt verdwenen, maar wordt op de vierde dag
gezien bij een grotingang in de vallei in de verte. Met luchtsteun wordt daar
alles weggevaagd, waarbij vier kinderen gewond raken die verzorgd worden dan
wel overgebracht naar Camp Bastion. Onderopperbevelhebber Dave praat, omdat
Ashton elders is, met enkele autochtone mannen uit de buurt over het
bombardement. In het dorp Sanguin zijn de bewoners niet eens blij dat ze ontzet
zijn. Ze klagen erover dat er geen hulp is. Kemp doet zijn best hen aan het
verstand te peuteren dat ze Isaf moeten steunen zodat er dokters en leraren
kunnen komen.
Op de laatste dag worden vijf gevangenen ondervraagd en
vastgehouden omdat hun antwoorden onbevredigend zijn. Ze worden weer losgelaten
als blijkt dat ze niet bij de taliban horen. Kemp is uitgeput. Een
oorontsteking en ontstoken voeten vallen echter in het niet bij de doden die te
betreuren zijn. De oorlog kent volgens hem korte periodes van hevige
intensiteit afgewisseld met lange periodes van passiviteit. Hij bereidt zich in
Camp Bastion voor op de volgende operatie.
Aflevering 3: Those
left behind
Die volgende operatie komt al snel. Als de manschappen zich gevoed
en gewassen hebben, de nodige brieven van het thuisfront gelezen hebben en
ontspannende films hebben gezien, krijgen ze een briefing over een geplande
actie om de stad Now Zad te ontzetten, zodat de burgerbevolking daar naar toe terug
kan keren. De compagnie gaat per chinook, Kemp volgt in een Viking en komt aan
het eind van de dag gebutst en met een uitgevallen tand aan in het basiskamp,
waar Ashton instructies geeft. Kemp bekijkt met een wachtpost de onzichtbare taliban
in de groene zone.
De volgende ochtend wordt Kemp wakker met zand in zijn mond.
Hij wast zich en zegt erbij dat hij nooit meer kritiek zal hebben op badkamers
in hotels. Na het ontbijt gaat hij mee op patrouille naar ANP Hill, een
vooruitgeschoven post op een heuvel in de stad, lijkend op een middeleeuws fort
dat twintig jaar eerder gebouwd is door de Russen. De hitte slaat al gauw toe. We
horen dat ze tijdens de missie geen artillerie of luchtsteun kunnen krijgen. In
ANP Hill zit wel een vuursteungroep, zoals dat heet. Men test alvast de wapens
voor de komende actie en houdt verdachte bewegingen in de gaten.
Kemp staat de dag erna achter een berg zandzakken op en bewondert
de natuur met de bergen op de achtergrond. De soldaten doen fitnessoefeningen
om de zware tocht vol te kunnen houden. Ashton vergadert met enkele ouderlingen
uit de stad die weinig loslaten. Kemp denkt dat ze zwijgen uit angst voor
represailles van de taliban. Now Zad is een spookstad, ziet Kemp. Er zijn
sluipweggetjes die de taliban neemt en er kunnen overal boobytraps liggen. Kemp
is blij dat hij weer terug is voor een kop thee. Hij spreekt met soldaten die
niet verwacht hadden dat ze man tegen man zouden moeten vechten en aan het eind
van de missie willen gaan stoppen, hoewel dat later blijkt mee te vallen. Kemp
vliegt na een herdenkingsbijeenkomst voor de drie gedode soldaten terug naar
Groot Brittannië, terwijl de manschappen nog de nodige weken moeten blijven.
Thuis gekomen spreekt hij met de moeder van de omgekomen soldaat Chris Gray en
is getroffen door het verlies dat nooit meer goed te maken is.
Aflevering 4: Blue on
blue
Kemp is nog in Groot Brittannië als hij hoort dat een
gevechtseenheid in Kajaki getroffen is door eigen vuur. Er is footage via een
helmcamera van een F-16 die bommen afwierp op de eigen troepen, waarbij drie
soldaten gedood werden. De regering laat het tragische incident onderzoeken.
Kemp gaat terug naar Camp Bastion om met de maten van de omgekomenen te praten.
Van Camp Bastion vliegt hij in een chinook naar Sanguin. De
vlucht duurt dertig minuten maar is geen business class, zegt Kemp met gevoel
voor understatement. Hij merkt dat het geen goed moment is om met de soldaten
over het incident te praten. De volgende dag staat een actie gepland in het
gebied waar de soldaten zijn omgekomen. De taliban is door het incident
dichterbij gekomen en moet weer teruggedrongen. Kapitein Robinson wil wel iets over
het incident zeggen. Hij heeft van te voren ingeschat dat er tijdens de missie
tien soldaten zouden omkomen en vindt dat het peloton zich goed heeft gehouden.
Het is een gevaarlijke tocht per chinook. Eerder werd er al
eens zo’n helikopter uit de lucht geschoten. Een Apache helikopter begeleidt
hen daarom. Kajaki is een geïsoleerde basis, waar een waterkrachtcentrale
beschermd wordt die aan twee miljoen Afghanen energie levert. Kemp gaat vanaf
de basis met de vuursteungroep mee. De tocht gaat langzaam vanwege het gevaar
van bermbommen. Als de vuursteungroep de soldaten ondersteunt, worden ze opeens
zelf beschoten. Het peloton zit vast. De vuursteungroep blijft in actie om te
zorgen dat de taliban niet wegkan en vraagt, ook al liep dat eerder verkeerd
af, luchtsteun die de taliban moet doden. Op dit moment in een film had ik het
gevoel dat het niet meer om mensen ging. In ieder geval slaagt de missie. Er
heerst stilte. Kemp is opgelucht de soldaten terug te zien en praat alsnog met
de maten van de omgekomen soldaten die vertellen over gevoelens van
hulpeloosheid en over de sensatiezucht van de kranten, die meteen op zoek
gingen naar een zondebok, terwijl zoiets gewoon kan gebeuren en men dit heeft
te aanvaarden. Het onderzoek loopt nog wel een tijdje.
Aflevering 5: Face to
face
Kemp gaat voor de laatste keer mee op een missie, waarbij
men de compound in het stadje Mazdurak wil verwoesten die het leven heeft
gekost aan drie soldaten. Men vertrekt - met twee honden als mascottes – in de nacht
omdat men dan onzichtbaar is voor sluipschutters. In de buurt van de frontlinie
vangt men radioverkeer van de taliban op die een verrassing voor hen in petto
heeft. Ze geven de locatie door aan de bommenwerper die eerst deze compound
bestookt voordat er een bom op de bedoelde compound wordt afgeworpen. De mannen
rennen daarna de greppel uit. Kemp vertelt dat hij doodsbang is vanwege de rook
om hem heen en volgt Ben Browning, die het bevel voert, de stad in. In elk
compound wordt eerst een granaat gegooid voordat men naar binnen gaat. De
taliban ligt op een afstand van driehonderd meter. Na acties van de
vuursteungroep verspreidt de taliban zich. Omdat de munitie voor de mitrailleurs
opraakt, geeft Browning het bevel om terug te trekken. Tijdens de terugtocht is
men kwetsbaar voor tegenaanvallen en blij dat men een duik in het verkoelende
stuwmeer kan nemen. Browning vertelt tegen Kemp dat hij zeer tevreden is over
de actie en dat de strijd tegen de taliban geen kortdurende actie is, maar een
taaie strijd net als in Noord Ierland.
In basis Kajaki praat Kemp verder met hem en met Josh Hill
uit de eerste aflevering, die door de oorlog veranderd is. Zelf zegt hij dat
zijn verandering voor zijn oude vrienden nooit te begrijpen is. Als hij straks
thuis is neemt hij eerst een portie fish and chips. Browning denkt bij eten aan
vlees maar verlangt nog eerder naar zijn vrouw en zoontje. Op de laatste dag
laat Kemp nog een foto maken van hemzelf omringd door leden de vuursteungroep.
Hij heeft het er moeilijk mee dat de mannen moeten blijven terwijl hij
terugvliegt. Vanuit de chinook ziet hij nog eenmaal het adembenemende landschap
onder zich.
Kemp is bij de terugkomst van de troepen, die via Cyprus in
Engeland landen. Hij spreekt Hill, Newton, die hartstochtelijk verwelkomd wordt
door zijn dochter en Browning wiens zoontje verlegen is met alle aandacht. Parker,
die tijdens het bombardement op de eigen troepen onder het puin vandaan gehaald
werd, herinnert zich niets van het incident. Hij kwam bij in een ziekenhuis in
Birmingham, maar is snel hersteld want hij loopt alweer op krukken en is zijn
humor niet kwijtgeraakt.
Op negen november 2007 volgt een rouwdienst voor de negen
omgekomen soldaten waaronder Aaron Bonner en Chris Gray. Kemp gaat naar de
familie van de negentienjarige Robert Foster uit Essex, een van de soldaten die
tijdens het eigen vuur omgekomen is. De moeder zegt dat ze het wist op het
moment dat er een officier bij de voordeur stond. Ze wilde horen dat het niet
waar was, omdat de waarheid te ondraaglijk zou zijn. De gesprekken met zijn
maten zijn voor de familie belangrijk om de dood van Foster te kunnen
verwerken.
Op 15 november worden de onderscheidingen in de kazerne
uitgereikt. Men schat dat de groep zo’n duizend talibanstrijders heeft gedood.
De lange termijn effecten van de strijd zijn niet duidelijk, maar de soldaten
wisten waaraan ze begonnen. Kemp zegt tot besluit dat de lagere klassen meer
loon mogen ontvangen, dat het eten beter mag en dat er betere hulp moet komen
voor de gewonden. Zijn reportages gingen niet over de rechtvaardigheid van deze
oorlog maar over soldaten die om welke reden ook, voor deze zware baan kozen.
De serie, waarin de oorlogsspanning zindert, herinnerde me
aan de heldhaftige sfeer die in Groot Brittannië heerst. De Engelsen kennen
veel meer een traditie van oorlog. Tijdens de Falklandcrisis klonken meteen
weer verontrustende militaire geluiden. Op Engelse campings ziet men veel meer
vlaggen dan in Nederland. Wellicht heeft dat, behalve met het roemruchte verleden,
ook te maken met het feit dat men op een eiland leeft.
Hier
een impressie van de strijd tegen de taliban.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten