Getuigenissen van wrede daden tegen de menselijkheid
Vier jaar na het drama in Srebrenica, waar het grootste
bloedbad werd aangericht sinds de Tweede Wereldoorlog, vertrok Leslie Woodhead
naar de vroegere vakantieplaats om nog eens minutieus de gebeurtenissen in juli 1994 te
reconstrueren. De niets ontziende beelden van de slachtpartij, de aankomst van totaal
uitgeputte Bosniërs uit de bergen in veilig gebied en de borrel die Karremans met
Mladic dronk, zijn na twintig jaar nog steeds aangrijpend.
Woodhead begint heel persoonlijk met beelden van Saliha
Osmanovic die naar het plaats in het gras zoekt waar ze op 6 juli 1994 haar
jongste zoon begroef, die gedood werd bij een granaataanval. Dat was vijf dagen
voor de inval van de Serviërs. Ze is met enkele bussen vol vrouwen een dag
teruggegaan naar haar oude woonplaats en zegt wanhopig dat ze ooit een graf
voor hem zal laten maken. Ze woonden 27 jaar vreedzaam samen met Serviërs in
het centrum van Screbrenica, tot in 1992 de oorlog uitbrak. De wrede acties van
Naser Oric zetten kwaad bloed bij de Serviërs, die daarop wraak namen op de
Bosniërs.
Saliha is de vrouw van Ramo Osmanovic die bekend van
televisiebeelden waarop hij, bewaakt door Servische soldaten, zijn zoon Nermin
roept om te komen omdat alles veilig is. Dat was tijdens de vlucht die grote
aantallen moslims namen nadat Mladic de enclave was ingetrokken. Niet veel
later zijn beide verdwenen. Op het eind van de documentaire krijgt Saliha bezoek
van twee artsen voor gerechtigheid die gegevens over haar man willen in verband
met identificatie van de vele lijken die in massagraven liggen en in een
zoutmijn in Tuzla bewaard worden. Ze zeggen er niet bij dat Ramo wel vermoord
zal zijn, om Saliha niet te kwetsen.
Een andere hoofdpersoon in de documentaire is Hasan
Nuhanovic die zijn hele familie verloor. Hij zegt dat hij wil dat er recht
wordt gesproken, zodat hij eindelijk rust krijgt. De traagheid van het
tribunaal in Den Haag maakt hem boos. De gebeurtenissen van juli 1994 malen nog
door zijn hoofd. Hij was tolk voor Dutchbat en maakte de onderhandelingen
tussen Mladic en Karremans van dichtbij mee. Ook zijn vader, die een intellectuele
opleiding had gehad, onderhandelde met Mladic.
Beelden van commandant Wim Dijkema tonen de lege fabriekshal
in Potocari waarin Dutchbat in januari 1995 zijn intrek nam. Dijkema kan ook
goed vertellen over zijn gevoelens in de juli dagen. Al gauw kwam het tot
onenigheid met de Serviërs die geen transporten meer door lieten en later een
belangrijke observatiepost veroverden waarbij ze dertig Dutchbatters gijzelden.
Spannend was of de luchtsteun nog zou komen toen de Serviërs steeds dichterbij
kwamen. De ochtend van de mogelijke bombardementen was het mistig en daarna
bleef het rustig, zegt ook Hasan. Nadat twee Nederlandse F16’s twee bommen
hadden afgeworpen, werd de actie gestaakt om het leven van de gegijzelden niet
in gevaar te brengen.
Na de val van de enclave werden veel moslims door Dutchbat
in veiligheid gebracht in Potocari. Ook Saliha en haar man en zoon gingen ernaartoe.
De scheiding van mannen en vrouwen doet sterk aan de concentratiekampen denken.
Zo waren ook de foto’s in de krant in die dagen van uitgemergelde mannen achter
tralies. Saliha heeft nog altijd spijt dat ze haar man zonder protest liet gaan.
Op het laatst werden ook de gezinsleden van Hasan afgevoerd van de basis. Omdat
zijn vrouw en zoon van Dutchbat niet mochten blijven, ging ook de vader mee.
De Franse onderzoeker René Ruez doet onderzoek naar de
massaslachting voor het Joegoslavië tribunaal. Hij legt alle wreedheden vast. Op
dat moment liep Mladic nog vrij rond.
Hier
de trailer, die begint met de beelden van Saliha, zoekend naar de begraafplaats van
haar zoon.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten