Kunst sterker dan politiek
Ter gelegenheid van het 125 jarig bestaan van het
Koninklijk Concertgebouworkest reisde Heddy Honigmann met de orkestleden de wereld rond. Tijdens
de vliegreizen worden de instrumenten in pyjama ingepakt zodat ze hun
temperatuur behouden en niet ontstemd de plaats van aankomst bereiken. Tijdens
het tournee door zes continenten sprak ze met bezoekers van de concerten en daarnaast
lichtte ze ook enkele orkestleden uit de grote groep. Een van hen is een
slagwerker die op hilarische wijze vertelt over een optreden waarin hij slechts
een keer op de bekkens moest slaan. Het kostte de nodige moeite dat moment niet
te verzaken.
De beminnelijke Mariss Jansons vraagt in Buenos Aires of de
ventilatie aan mag want anders dan in Brazilië is het er warm. De Duitser
Kersten belt met zijn jarige zoon in Saarbrücken en vertelt hem dat hij in het
land van Messi is. Een taxichauffeur bekent aan Honigmann zijn liefde voor de
klassieke muziek. Het geeft hem geborgenheid in de eenzaamheid van zijn auto.
Een fagottist skypt met zijn familie en zegt dat hij vanaf het balkon van zijn
hotelkamer zijn geboorteland Uruguay kan zien. Kersten en hij praten tijdens
het diner over hun muziekvoorkeur. Kersten houdt van volksmuziek. Fluitist Liviu
gaat op de slotdag met een collega naar een winkel om bonbons te kopen en geeft
meteen een miniconcert. De groep bezoekt een monument waarop de namen van alle
vermisten tijdens het regime van Videla vermeld staan. Liviu zegt dat muziek
maken een levend proces is dat mensen altijd zullen blijven doen. Hij kan niet
zonder Bach, maar is ook dol op volksliedjes zoals Aan de Amsterdamse grachten. Honigmann ruimt het fragment uit het
drukbezochte Prinsengrachtconcert in 2013 in, waarin dit lied door de Maltese
tenor Joseph Calleja gezongen wordt.
De orkestleden worden bij aankomst in Soweto verwelkomd door
een swingende jonge brassband. Het Concertgebouworkest speelt het sprookje van Peter en de wolf van Prokofjev, terwijl
een zwarte verteller het verhaal vertelt in het Engels, omdat dat de taal is
die iedereen verstaat. De man kent Liviu nog en hun ontmoeting is heel
hartelijk. Janine Jansen soleert. Contrabassist Dominic vertelt de leden van de
brassband over de vier groepen waaruit het orkest bestaat en toont het
toverstokje waarmee de dirigent de orkestleden kan bespelen. Een van de
bandleden die meteorologe wil worden, vertelt dat ze in een gevaarlijke
omgeving woont en dat de muziek de spoken in haar hoofd verjaagt. Een Zuid
Afrikaanse violist vertelt dat zijn vader een slagersjongen was en zijn moeder
een wasvrouw, dat hij in de ban was van een optreden van Yehudi Menuhin en
vervolgens een strijkstok voor zijn verjaardag kreeg waarmee hij luchtviool kon
spelen. Blanken wilden geen les geven aan een zwarte, maar een joodse
hoogleraar liet hem gewoon door de voordeur komen. Tegenwoordig geeft hij zelf
ook vioolles aan kinderen uit Soweto.
Dominic die eerder in de township vertelde over het orkest
was zeer onder de indruk van een stuk van Sjostakovitsj waarin de bassen de
melodielijn hebben. Het onheilspellende intro zou verwijzen naar de repressie van
het regime onder Stalin. Sjostakovitsj zelf had altijd zijn koffers gepakt voor
geval hij moest vluchten. Kunst is altijd sterker dan politiek, zegt Dominic. In
Sint Petersburg vertelt een bezoeker over zijn liefde voor Mahler, hem door
zijn grootmoeder bijgebracht, over zijn vader die door de geheime dienst werd
meegenomen, de verbanning met zijn moeder naar Kazachstan en over de periode vanaf
zijn vijftiende toen hij naar het Duitse concentratiekamp Halberstadt werd
gestuurd. Na het concert is de man, die het leven na de dood van zijn vrouw
niet gemakkelijk vindt, zichtbaar ontroerd. Datzelfde geldt voor de toeschouwer
van deze rustige, veelzijdige en inspirerende documentaire - met fraaie
achtergrondmuziek bij de beelden - die heel liefdevol gemaakt is en niet lang
genoeg kon duren.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten