Wedijver in de maatschappij voedt de drift om anderen uit te
roeien
In 1999 maakte Leslie Woodhead de indringende documentaire A cry from the grave over de dramatische
gebeurtenissen die zich in juli 1995 in Screbrenica afspeelden. In 2005 ging
hij hierop door. Hij volgt de twee hoofdrolspelers Osmanovic en Hasan Nuhanovic
uit zijn vorige documentaire om te horen hoe het hen sindsdien vergaan is en
vraagt zich tevens af of zo’n drama in de toekomst te voorkomen is.
Screbrenica, never
again? begint men het overgeven van lijkkisten tijdens de herdenking van de
massamoord. Geïdentificeerde lichamen worden herbegraven op de daartoe
ingerichte plek tegenover de compound in Potocari waar Dutchbat gelegerd was. Vanwege
de steeds opnieuw geopende massagraven duurt het nog jaren voordat dit proces
afgelopen is. Hasan Nuhanovic was een van de initiatiefnemers van de
herdenkingsplaats waar jaarlijks de slachtoffers van de genocide worden
herdacht. Hij heeft kritiek op Bill Clinton die de herdenkingsplaats opende
maar zich niet verontschuldigde voor zijn falen. Hij voelt zich ook niet op
zijn gemak bij de protocollaire rituelen.
Woodhead toont beelden van de aanklager tijdens de processen
van Neurenberg die benadrukte dat de wereld de door de Nazi’s gepleegde wreedheden
nooit mocht vergeten. Zoiets is een wassen neus zolang politiek niet gebaseerd
is op respect voor individuen en etnische minderheden. De Pool Raphael Lemkin,
die de polgroms in zijn land meemaakte en geschokt was door de moorden op de
Armeniërs, was vijftig jaar geleden de bedenker van de term genocide. Hoewel de
term door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties werd ingevoerd volgden
daarna nog vele genociden in Cambodja, Darfur en twintig jaar geleden in
Bosnië.
Screbrenica was een welvarende plaats waar moslims en
christenen vreedzaam samenleefden tot in 1992 de oorlog uitbrak. In april 1993 werd
Screbrenica tot een veilige haven uitgeroepen voor moslims die bedreigd werden.
Nuhanovic werd tolk voor Dutchbat en haalde zijn familie naar Potocari. Hij
vindt het achteraf spijtig dat hij zijn broer niet de bossen in heeft gestuurd,
want dan was zijn kans op overleving groter geweest. Hij heeft nog geen
zekerheid over zijn familie en worstelt zichtbaar met het verleden. Zijn moeder
was na gedwongen vertrek uit het kamp in de gevangenis beland en werd naar een
ziekenhuis gestuurd nadat ze uit angst voor haar beulen haar polsen doorsneed,
maar daarna is ze verdwenen. Hasan woont tegenwoordig met vrouw en dochter in
Sarajevo, maar leidt daarnaast een parallelleven dat zich in het verleden
afspeelt. Hij zou het vreselijk vinden om terug te gaan naar Screbrenica en
daar een oorlogsmisdadiger tegen het lijf te lopen. Hij verwijt het de
internationale wereld dat men de misdaad heeft mogelijk gemaakt en wil daarover
een uitspraak. Daartoe is hij vaak in Nederland waar het Internationale
Strafhof gevestigd is, de enige instantie die zich over de zaak kan buigen. Hij
boekte een kleine overwinning toen hij getuigen mocht oproepen die hebben
gezien dat zijn familie de dood zijn ingejaagd of daaraan zelfs hebben
meegewerkt. Zijn strijd voor gerechtigheid gaat door. Hij heeft een droom dat
zijn zesjarige dochter en een net zo oud Servisch meisje, dat hij zag in Screbrenica,
in vrede zullen samenleven.
Saliha Osmanovic, die haar hele gezin in de oorlog kwijtraakte,
woont in het huis van haar broer, zestig kilometer buiten Screbrenica en kan door
bureaucratische regels geen herhuisvesting krijgen in haar oude dorp Dobrak,
net buiten Screbrenica, waar ze, hoewel de verhoudingen tussen moslims en
christenen precair zijn, graag naar terug wil. Als ze weer een
identiteitsbewijs heeft, hoort ze dat geldschieters niet staan te trappelen om
huisvesting voor alleenstaanden te financieren. Alsof ze ervoor gekozen heeft
om alleenstaande te zijn! Later hoort ze dat een rijke zakenman over de brug
wil komen.
Het ligt in de lijn der verwachting dat Woodhead nog weer eens terug gaat
om te horen wat Hasan Nuhanovic vindt van de karige excuses die inmiddels door minister Hennis zijn aangeboden en hoe het Saliha Osmanovic
bevalt in haar opgeknapte huis in haar oude dorp. Wat betreft die andere vraag van
Woodhead: de huidige staat van de maatschappij en de ontwikkeling van ons
denken maken het onwaarschijnlijk dat genociden tot het verleden behoren. Deze
pessimistische conclusie durf ik inmiddels wel te trekken. Wat betreft respect
voor de medemens en inzicht in de eigen gevoelens staan we, gevoed door een
maatschappij die op wedijver gebaseerd is, nog dicht bij onze primaire driften.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten