Vreselijke dolfijnenslachting in een zee van bloed
Louie Psihoyos rijdt samen met voormalig dolfijnentrainer
Rick O’Barry naar het Japanse stadje Taji, waar op dolfijnen wordt gejaagd.
O’Barry zit achter het stuur van de auto en vreest dat zij worden gevolgd omdat
hij eerder een gevangen dolfijn probeerde te bevrijden. Hij werd beroemd door
de serie Flipper die zelfs in en rond zijn huis werd opgenomen. Nadat hij eens
zag hoe een dolfijn in gevangenisschap zelfmoord pleegde, gewoon door zijn adem
in te houden, voert hij met veel overtuiging actie tegen deze misdaad. Als de
mannen hun intrek nemen in een hotel horen ze meteen dat het niet de bedoeling
is dat ze het jachtgebied in gaan. Ze worden steeds als ze in de buurt zijn op agressieve
manier door politie en vissers bejegend.
O’Barry vertelt dat de populaire serie Flipper een enorme
toeloop van mensen creëerde die graag die dolfijnen wel eens in het echt wilden
zien. Overal in de wereld schoten de dolfinaria als paddenstoelen uit de grond.
Om die te voorzien van hun springende attracties worden die in Taji gevangen en
voor veel geld doorverkocht. De dieren die overblijven worden gedood voor hun
vlees, dat veel kwik bevat en gevaarlijk is, vooral voor zwangere vrouwen, iets
dat onbekend was bij het overgrote deel van de bevolking. Eerder al werd
wereldwijd geprotesteerd tegen de walvisvangst, maar de belangen zijn groot om
die op te geven, vooral door Japan. Die acht het een vorm van nationale trots
om op walvissen en hun soortgenoten de dolfijnen te blijven jagen. Daar komt
nog bij dat ze de dolfijnen beschuldigen van het eten van vis. Alsof dat niet eerder
zou komen door overbevissing.
Omdat dolfijnen akoestische beesten zijn die gevoelig zin
voor geluiden, worden ze door Japanse vissers met hamerende geweld naar de kust
gedreven waar ze in netten worden verstrikt en daarna gevangen of gedood. Psihoyos
wilde in samenwerking met duikers van de Oceanic Preservation Society de jacht
en moord vastleggen en ging met zijn producer naar de gemeente om een
vergunning los te krijgen. Hoewel dat niet lukte kregen ze wel een aanwijzing
waar zich de geheime baai in een nationaal park bij de stad bevond waar de
slachting jaarlijks in september plaatsvindt. Om geen verdenking op zich te
laden, bezochten ze toeristische tempels in de buurt. Kleine rotsjes in de tuin
waar door Japanners bij gemediteerd wordt brachten Psihoyos op het idee om die
zelf te laten maken en daar onderwatercamera’s in te laten zetten.
In de documentaire is de blik vooral gericht op de missie
van Psihoyos en het OPS om de jacht en de kille moord op de dolfijnen te
filmen. O’Barry wordt nog eens door de hoteldirectie gevraagd naar zijn
betrokkenheid maar ontkent en vertelt dat hij alleen maar interviews geeft.
Daarnaast is er achtergrondinformatie over de onwil van Japan om zich te houden
aan internationale afspraken, maar ook informatie over de dolfijnen zelf. Een surfer
vertelt dat hij eens door dolfijnen werd gered toen hij op zijn surfboard in de
buurt kwam van een haai. Ze zwommen tussen hem en de haai. Een duikster in het
team van OPS, die hard wordt aangepakt door de vissers en ziet dat een klein
dolfijntje in de zee sterft, vertelt dat ze goed met de dolfijnen kan
communiceren. O’Barry meent dat ze een bewustzijn bezitten dat groter is dan
dat van de gemiddelde mens.
Tenslotte zien we beelden van de manier waarop de resultaten
van de missie wereldkundig worden gemaakt. Dat gebeurt op een internationale
conferentie voor de walvisvaart. O’Barry loopt totdat hij wordt afgevoerd rond
met een laptop met daarop beelden van een bloedrode zee en spartelende
dolfijnen. De kracht van de documentaire bestaat hierin dat het woedend maakt
dat deze praktijk nog kan voortbestaan.
Hier
de trailer
Geen opmerkingen:
Een reactie posten