Roadmovie door het Frankrijk van rapers, sprokkelaars en
plukkers
Good old Agnès Varda (1928) laat zich in Les glaneurs et la glaneuse weer van
haar ontwapenende kant zien. Ze blaast zoals de titel al aangeeft, onder andere
door het filmen van haar eigen oude armen, haar eigen partijtje mee te midden
van rapers, sprokkelaars en plukkers van allerlei soort, op diverse locaties en
met verschillende intenties. Ik moest denken aan de tijd dat ik zelf oude
meubelen van de straat haalde om mijn kraakpand aan te kleden en zag weer de vakantiebeelden
terug van mensen die oesters rapen op stranden in Bretagne. Varda heeft niet
alleen oog voor de activiteiten, maar ook voor de personen die zich hiermee
bezig houden.
Varda begint etymologisch en zoekt in de Larousse de
betekenis op van arenlezen. Dat was een activiteit die vroeger niet onbekend
was: mensen raapten na de graanoogst de achtergebleven aren op. Op het
schilderij Les glaneurs et la glaneuse
zijn drie korenrapende boerenvrouwen te zien. Het nederige bukken, zoals Varda
dat noemt, gebeurt tegenwoordig vaak individueel.
Ze reist naar Arras, filmt onderweg de vrachtwagens op de
snelweg, bekijkt daar het schilderij De arenleester
van Breton en filmt aardappelrapers die overgebleven exemplaren van het
land rapen of gedumpte incourante en kapotte piepers in emmers verzamelen.
Vanwege de economische crisis is het rapen weer in zwang gekomen. Men moet wel weten
waar men moet zoeken want aangekondigd wordt het niet. Varda neemt een serie
aardappelen in de vorm van een hartje mee en schakelt de voedselbank in. Een gescheiden
vrachtwagenchauffeur, die na een controle zijn baan, vrouw en kinderen kwijt
raakte, woont op een gedoogplek met andere zwervers. Zij halen ook
vuilnisbakken leeg. Dat brengt Varda op een jonge Franse kok uit een restaurant
met twee Michelin sterren die al het voedsel opgebruikt en niets weggooit. Hij gaat
zelf de natuur in om kruiden te plukken, zoals het door hem veelgebruikte bonenkruid
dat erg duur is. Rapen zit in zijn familie.
Varda reist naar Bourgondië en bekijkt in Beaune Het laatste oordeel van Rogier van der
Weyden. Ze praat met wijnboeren over achterafplukkers, die de, vanwege het
opgelegde quotum, overgebleven druiven plukken, dat echter geen wijn van goede
kwaliteit oplevert, plukkerswijn genoemd. Een van de wijnboeren is ook
psycho-analyticus. Zijn vrouw ging bij Lacan in analyse om te begrijpen hoe iemand
zoiets kan combineren.
Bij Avignon worden tomaten geraapt door een rechter met het
wetboek in de hand dat net zo rood is als de tomaten die hij plukt. Varda zegt
dat zij beelden raapt, dat ze na haar reis bekijkt wat ze heeft verzameld,
bijvoorbeeld de ansichten met portretten van Rembrandt in Japan. Kunstschilder
Hervé haalt ´s avonds grofvuil op en werkt daar ook mee. Hij houdt van de
wereld van het hergebruik.
Vervolgens gaat Varda, onderweg symbolisch de vrachtwagens
met haar handen grijpend, naar Bretagne waar de oesters geraapt worden, die na
een storm losgeschoten zijn. Rapen is een recht tot een bepaald maximum kilo
waarover geen eenduidigheid bestaat. Al gauw zit ze echter alweer in de
wijnstreek rond de Jura en filmt daar een conflict tussen een supermarkteigenaar
en hangjongeren dat door een vrouwelijke rechter beslecht wordt, al hebben de
jongeren weinig respect voor haar en de wet en uit vuilnisbakken eten. Een
andere man haalt vuilnisbakken leeg uit ethische overwegingen, weer een ander doet
dat op sociale gronden. Hij deelt uit aan buren en levert ook tweedehands koelkasten.
Tenslotte is er een boeiend portret van de vroegere hulpleerkracht
Alain die op groente- en fruitmarkten aan zijn eten komt, in een opvangcentrum
woont, straatkranten verkoopt en in de avonduren Franse les geeft aan
buitenlanders. Varda zegt dat deze man nog de meeste indruk op haar maakte,
naast het in een museum opgeborgen doek van Hédouin Arenleesters tijdens het onweer.
Hier
het fragment waarin Varda als een spelletje vrachtwagens vangt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten