Sentimentele terugblik op het drama van elf september 2001
Tien jaar na de ineenstorting van de Twin Towers, hetgeen
nog altijd moeilijk te bevatten is, is het drama onderwerp van een film en
eerder nog van een roman. Jonathan Safram Foer is verweten dat hij de gevoelens
van de nabestaanden misbruikte door het drama in 2005 te romantiseren, dit
geldt in sterkere mate voor de film van Stephen Daldry. Ik kan me niet
voorstellen dat de sentimentele manier waarop hij het gezin van slachtoffer Thomas
Schell portretteert de pijn van de nabestaanden vermindert.
Hoofdpersoon is Oskar Schell, de autistische zoon van Thomas
en diens vrouw Linda. Hij komt slecht bij zijn gevoelens en panikeert in de
stad. In de jaren en maanden voor september 2011 probeerde juwelier Thomas zijn
zoon opdrachten te geven om over zijn mensenangst heen te komen. Hij had daartoe
een ingenieus spel bedacht rond een verdwenen zesde wijk van New York City.
Het drama dat al meteen met de drie cijfers 9-11 werd
aangeduid, verandert alles. In de film komt de dag waarop Thomas omkomt,
verschillende keren en in steeds beklemmender mate terug. De voice-mails die
hij naar huis stuurt zijn aangrijpend. Zijn vrouw Linda is op haar werk en
Oskar op weg naar huis als de torens instorten. Thuis gekomen luistert hij de
voice mails af en kruipt onder zijn bed. Zijn oma vindt hem daar en later ook
zijn moeder, die vraagt of zijn vader nog een bericht heeft achtergelaten.
Oskar ontkent, verwisselt het antwoordapparaat en luistert nog vaak de zes
berichten van zijn vader af.
Een jaar na het drama, doorzoekt Oskar de kamer van zijn
vader om een antwoord te vinden over de zesde wijk. Hij stoot per ongeluk een
vaas om, vindt een sleutel in een envelop met de naam Black erop en besluit op
onderzoek uit te gaan naar de herkomst van de sleutel. Daartoe bezoekt hij alle
472 personen in New York met deze achternaam. Het slaan met een tamboerijn moet
zijn angst dempen. De eerste persoon heet Abby en verkeert in moeilijke
omstandigheden omdat ze aan het scheiden is van William die we maar heel even
in beeld zien.
Tussendoor zien we herinneringen van Oskar aan de gelukkige
tijd samen met zijn vader, die altijd wel in was voor een spelletje en zeker
voor eentje met een ingenieus karakter. Ze gingen ook naar de schommels in
Central Park, waar zijn vader als kind speelde. Zijn vader deed voor hoe hoog
hij de lucht in ging, maar Oskar vond dat, tot teleurstelling van zijn vader, te
eng.
Daarnaast speelt een geheime huurder die een kamer huurt bij
zijn oma die op verrekijkersafstand woont. Op een bepaald moment legt Oskar
contact met de man via lichtsignalen. De man blijkt niet te kunnen praten, maar
wil wel mee met Oskar op zijn zoektocht. Langzamerhand komt Oskar erachter dat
de huurder zijn opa is, die na het bombardement op Dresden zijn stem is
kwijtgeraakt. Opa laat zich sturen door zijn bazige kleinzoon. Zijn verzoek om meer
rust op een notitieblok hebben weinig effect op de jongen, die tenslotte toch
zijn doel bereikt, al was het met steun van zijn moeder, zo hoort hij later.
De film zit, behalve vol sentimentaliteit, ook nog vol
onwaarschijnlijkheden. Het is niet te begrijpen dat Linda niet even bij
thuiskomst op het antwoordapparaat kijkt wat haar man heeft ingesproken. Hij
heeft haar nota bene zelf nog op haar werk gebeld en gezegd dat hij nog met
zijn zoon ging praten.
Hier
de trailer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten