Vijf Finse stellen die de liefde voor elkaar met tuinarbeid
belijden
De documentaire Garden
lovers werd met recht aangekondigd als een mengeling van de serie Slaapkamers van Pieter Kramer, waarin
stellen in de slaapkamer aan het woord komen over hun intieme verhouding en de
serie Maartens moestuin, waarin
Maarten ’t Hart zijn liefde voor het tuinieren toont. De vaak onderscheiden
Finse documentairemaakster Virpi Sutaari ondervraagt vijf, vaak wat oudere,
Finse stellen die graag tuinieren over hun verhouding.
Het eerste stel heeft elkaar nog niet zo lang geleden
ontmoet. Nadat de man zijn bedrijf had verkocht zette hij een
contactadvertentie waarin hij zei dat hij van tuinieren hield. Hij kreeg daarop
104 reacties die hij allemaal onderzocht. Seija was nummer 98, zegt de man. De
resterende zes anderen kwamen niet meer aan bod. Seija ziet vanuit de
weelderige tuin in een ligstoel uit over de omgeving. Het verbaast haar dat een
buurman allemaal windmolentjes in zijn tuin heeft gezet en dat een ander een
kunstbloem, zo heeft ze met de verrekijker vastgesteld, heeft. De vrouw was
acht jaar alleen voordat ze zich aan de man bond. Ze vindt hem eerlijk, slim
maar ook wel vreemd. De man heeft geleerd over de liefde te onderhandelen, net
als in het zakenleven.
Het tweede stel droomt van het kweken van een reuzenpompoen
waarmee ze kampioen van Finland kunnen worden. Hoewel de man
hartritmestoornissen heeft, beginnen ze altijd al om een uur of vijf, zes in de
tuin bij de molenaarswoning te werken. Ze hebben de woning gekocht na de dood
van hun zoon. Door het tuinieren veranderde hun verdriet in een verlangen. De
man zegt dat Pirjo en hij al lang samen zijn, elkaar al in andere levens gekend
hebben, bijvoorbeeld in een suikerplantage in Mexico en zelfs in de jungle in
Congo. De vrouw meet de pompoenen en als ze groot genoeg zijn, laden ze die op
een aanhanger, op weg naar de wedstrijd, die me deed denken aan The curse of the Were Rabbit van Wallace
en Gromit.
Het derde stel is mogelijk nog actiever. De man zegt dat de
vrouw, die kunstgewrichten heeft, het liefst haar eigen taken heeft en dat ze
het heerlijk vindt om onkruid te verwijderen, zelfs waar dat helemaal niet
nodig is. Hij vindt dat ze soms doordraaft, want soms is ze ook in de nacht op
de tuin te vinden en soms gaat ze hem ook commanderen. De man vindt dat de
liefde wederzijds moet zijn. Hij weet nog hoe knap zijn vrouw vroeger was en
vindt hun leven samen goed geweest.
Ter afwisseling heeft Sutaari ook een homostel gefilmd,
waarvan de een niet zoveel aan de tuin doet maar meer aan zijn internationale
carrière. Hij heeft ook een dochter, Rosa, die in het weekend met hem meekomt.
De ander is degene die zich uitslooft. Ze werken in principe dagelijks twee uur
in de tuin en hebben ook vee, waaronder zelfs een koe die gemolken wordt. De
vader van de dochter zegt dat het soms wel een werkkamp lijkt in plaats van een
paradijs.
Het laatste stel heeft een wetenschappelijke achtergrond. Ze
werken op de universiteit waar ze elkaar hebben leren kennen en hebben een huis
op het platteland gekocht vooral vanwege de tuin, die zich in een verwilderde
toestand begint. Dat willen ze graag zo houden. De man bestudeert de opkomst en
ondergang van soorten en zegt, terwijl hij in de tuin bezig is, dat wij
hetzelfde evolutionaire verleden als onze voorouders hebben en vraagt zich af
of de liefde, waarvan hij ervaren heeft dat die behoorlijk grillig kan zijn,
alleen bij de mens voorkomt.
P.S. Een van de vrouwen van de eerste drie stellen, ik weet niet meer zeker welke, lijdt op het eind aan chronische leukemie waarmee ze, om schimmels uit de aarde tegen te gaan, met een mondkapje moest tuinieren. De vrouw weet al dat ze gecremeerd wil worden en op het eind schudt de man de urn leeg bij een struik.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten