Kiezen voor kwaliteit of kwantiteit van leven?
De zesentwintig jaar jonge en trotse moeder Klarine Sikkema is
in de bloei van haar leven als ze te horen krijgt dat ze borstkanker heeft. Hoewel
de ziekte eerst onder controle lijkt, blijken er later toch uitzaaiingen te
zijn. Ze heeft drie jonge kinderen en kan hen niet zomaar loslaten. Ze staat
daarom voor de keuze tussen kwaliteit of kwantiteit van leven.
Toen Karin voor het eerst hoorde dat ze borstkanker had,
dacht ze dat ze dood ging en vroeg ze zich af hoe ze dat aan haar kinderen
moest uitleggen. Ze liet eerst een zonnige fotoshoot maken van het gezin en nam
daarna bewust afscheid van haar borst. Ze gaat voor kwantiteit om nog zo lang
mogelijk bij haar kinderen te zijn en daarom elke zes weken aan het infuus.
Als ook een klier blijkt aangetast laat ze ook de andere
borst weghalen, net als haar eierstokken. Na anderhalf jaar lijkt de ziekte
overwonnen. Ze geeft zelfs met haar man Johan een bedankfeest voor de buurt om
de ziekteperiode af te sluiten. Zij en Johan vinden dat hun relatie zich alleen
maar verdiept heeft. Om dat aan te geven dragen ze een zwarte ring naast de
gouden ring die het goud alleen maar meer doet glimmen.
Vier maanden later krijgt Karin echter rugpijn die haar al
gauw doet beseffen dat de ziekte terug is. Het is moeilijk omgaan met de vastgestelde
uitzaaiing in de botten. Hoeveel tijd heeft ze nog? Tien jaar of één jaar? Moeten
ze voortleven alsof er niets aan de hand is of al maatregelen nemen? Karin is
blij dat ze haar jongste zoon Erik nog kan leren fietsen maar zou ook de
driejarige Annelie naar school willen brengen. Ze maakt babysokjes en raakt van
streek als ze bedenkt dat die straks voor de kinderen van haar dochter kunnen
zijn. Johan loodst Karin door de scan, die moet vertellen hoe de zaak ervoor
staat. De oncoloog vertelt de volgende dag dat de uitslag niet ongunstig is,
maar de kans op genezing uitgesloten. Hij vindt het sneu dat bij Karin al zo
vroeg borstkanker is geconstateerd en dat die ook nog eens terugkwam. Over de
prognose valt weinig te zeggen. Hij voegt daar nog aan toe dat moeders met
jonge kinderen vaak voor kwantiteit kiezen om nog zo lang mogelijk bij hen te kunnen
zijn.
De oudste zoon Gerben vertelt Karin bij het naar bed gaan dat
hij van een klasgenootje gehoord heeft dat zijn moeder doodgaat en wil weten of
dat zo is. Karin kan hem daarover geen uitsluitsel geven, maar belooft wel dat
hij de eerste is die het hoort als dat het geval mocht zijn. Ze zegt dat de
kinderen veel emoties hebben over haar ziekte en dat zij en Johan zich dat niet
zo bewust waren. Met Johan en haar vader ontwikkelt ze een emoboek voor ouders
in vergelijkbare omstandigheden, De
regenboog in de woestijn (2014) geheten. Tevens is er een spel dat een
ingang geeft om over gevoelens te praten. Zelf hebben de ouders als christenen de
nodige moeite om deze straf van God te kunnen begrijpen. Karin is daardoor wel
erg dankbaar met wat ze nog meemaakt. Ze zegt dat ze daarmee de truc van het
leven heeft ontdekt.
Karel van den Berg laat Karin en Johan vaak kijken naar de
beelden die hij geschoten heeft en geeft daarmee tegelijk een terugblik op het moeilijke
proces dat de ouders doormaken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten