Kritische reflectie op onze visuele cultuur
In vier delen gaat de jonge schrijver en kunstcriticus John Berger in
op de kunst van het kijken en verschillende manieren van zien. Kijken is de
eerste activiteit die de baby vertoont en die daarna in een mensenleven alles
overheersend blijft en dus ook beïnvloedbaar is voor manipulatie. Alles ineen is
de uit vier episoden bestaande les van Berger een korte cursus
kunstgeschiedenis, een historische schets van onze beeldcultuur en een meer
algemene cultuur kritiek ineen. In grove lijnen schets ik de contouren. Degenen
die meer interesse hebben kunnen de hieronder vermelde pdf van het daarna
uitgebrachte boek lezen.
Onze manier van kijken is niet ongericht, zegt Berger in de
eerste episode. Er is een nauwe verhouding tussen de kijker en het bekekene. Het
oog van de baby zoekt al de moederborst, al heeft Berger het daar niet over.
Hij gaat al gauw door naar de camera die het verlengstuk van het menselijk oog
is. Sovjet filmregisseur Vertov maakte The
man met the moviecamera (1923) en kwam met het mechanische oog los van tijd
en ruimte (zie p. 17 in de pdf). Die ontwikkeling maakte dat we anders naar
schilderingen gingen kijken. Terwijl ze vroeger aan een bepaalde plaats
gebonden waren, zoals iconen in een kerkgebouw, kunnen ze nu overal getoond
worden. Door ze in huis op te hangen, muziek eronder te zetten of een uitsnede
te maken worden ze van een persoonlijke context voorzien, zoals in de laatste
episode duidelijk wordt. Dat wil niet zeggen dat de originelen niet bijzonder
blijven. De
stilte die uitgaat van Het melkmeisje
van Vermeer is veel sterker als de toeschouwer direct in contact staat met het
origineel. De stilte die dan voelbaar is gaat verder dan tijd en ruimte.
Tenslotte merkt Berger op dat veel van bovenstaande ontleend is aan Het kunstwerk in het tijdperk van de
mechanische reproductie van Walter Benjamin.
De tweede episode gaat over het vrouwelijk naakt, te
onderscheiden van een blote vrouw. Anders dan de meer traditionele
kunstcriticus Kenneth Clarke, waar Berger zich tegen af zet, ziet hij naakt
niet als een verschijning zonder kleren, maar als een reflectie van de
verhouding tussen man en vrouw. Terwijl mannen dromen van vrouwen, dromen
vrouwen van een mooie voorstelling van zichzelf. Ze zien zichzelf vanuit de
ogen van de man. Deze zienswijze wordt zichtbaar op de vele naaktportretten die
van vrouwen gemaakt zijn op Europese olieverfschilderijen van 1500 tot en met
1900, dus voor de tijd van de camera. Ze komen daarop, anders dan de
liefdesafbeeldingen in de Indiase cultuur tonen, heel passief en behaagziek
over, bedoeld om de man te charmeren, niet om de eigen seksualiteit te tonen.
Die zit verstopt achter schaamte zoals al op voorstellingen uit het paradijs te
zien zijn. De vrouw ziet zichzelf als een object, hetgeen versterkt wordt als
ze ook nog een spiegeltje in de hand heeft. Tenslotte praat Berger met een
groepje vrouwen op het effect hiervan op hun eigen zelfbeeld en hun seksualiteit.
Een vrouw zegt daarbij dat ze in de spiegel altijd met een geobjectiveerde blik
naar zichzelf kijkt en schrikt als ze zichzelf toevallig in de spiegel ziet.
Vervolgens gaat Berger in de derde episode in op de
ruilwaarde van de olieverfschilderijen, die op een ezel werden gefabriceerd. De
mystieke inhoud bleek verhandelbaar. Kunst werd privé-eigendom. Het echte leven
stond daarbij op de voorgrond. De afbeeldingen werden gebruikt om de weelde en
de welstand van de eigenaren te tonen, zoals op de groepsportretten van Frans
Hals en Rembrandt te zien is. De vroegere prostituee Maria Magdalena blijkt opeens een
keurige vrouw. Er komt een tegenreactie. Vermeer is meer geïnteresseerd in lichtval
dan het wegen van goud door een jonge vrouw, de oudere Rembrandt ontworstelt
zich in zijn latere werk aan zijn opdrachtgevers en zoekt de essentie, René Magritte geeft commentaar op
de platte materiële voorstelling van de wereld.
Dat wil niet zeggen dat de hoofdstroom zich niet bleef
richten op de verkoopwaarde van kunst en beeld. De reclameuitingen, die in de
laatste episode aan de orde komen, zijn bedoeld om de klant te verleiden tot
aankopen. Olieschilderijen worden, ontdaan van hun context, daartoe ingezet.
Berger toont dit mooi aan met een glossy waarin het verschil tussen
werkelijkheid en reclame nauwelijks meer te onderscheiden is. Alles wordt een
grote brij. De glamour, die wordt uitgestraald, vergroot de zucht om te
bezitten, al is dat bezit voor de overgrote meerderheid onmogelijk binnen
bereik te krijgen en ver weg van de realiteit waarin men in de fabriek flesjes
parfum vult. Desondanks blijft het verlangen bestaan om uit de eigen huid te
kruipen en op te gaan in het ideaalbeeld dat men van zichzelf heeft. Things happen after a Badedas bath (p.152),
zo vat Berger de toestand van onze maatschappij kort samen.
Hier
de pdf van het boek naar aanleiding van de serie, met veel afbeeldingen, al
zijn die in korrelig zwart wit, hier
mijn verslag van een bijeenkomst in 2011 over
de beeldvorming rond de hedendaagse vrouw, hier
mijn verslag van Masterpieces of the late
years waarin Simon Schama ingaat op het latere werk van Rembrandt en ook Susanna bespiedt door ouderlingen
bespreekt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten