Moeder dochter relatie bepaald door de holocaust
De eind oktober j.l. met een Prix Europa onderscheiden
documentaire Little angels van Marco
Niemeijer gaat over de relatie van diens vlak na de oorlog geboren tante Tascha
met haar moeder Enny. De moeder is inmiddels op bijna honderdjarige leeftijd
overleden, maar Niemeijer heeft nog wel filmmateriaal van toen ze nog in leven
was en verder kan hij putten uit uitvoerige filmbeelden van een vooroorlogs verleden.
De achtergrond van het drama tussen Tascha en haar gedistingeerde
moeder ligt in het feit dat twee eerdere kinderen van Enny in 1944 in Auschwitz
om het leven gekomen zijn. De moeder kon dat nooit uit haar hoofd zetten en
Tascha, die door haar vader verwekt is om een nieuw begin te maken, kon niet
anders dan haar moeder in haar grote verdriet zo goed mogelijk steunen. Omdat
haar moeder elke verkering van Tascha blokkeerde, miste ze de kans naar eigen
inzicht een eigen leven op te bouwen. It is not easy being me, zegt Tascha, die
als kind al gauw een begrijpend groot mens moest zijn dat zich opofferde voor
haar moeder.
Zelden heb ik een documentaire gezien waarin het lijden aan het
leven zo duidelijk naar voren is gebracht. Tascha is een vrouw die laconiek en
met de nodige zelfspot door het leven gaat, maar haar gevoel van gemis ligt er
dik bovenop en haar lange huwelijk met de manisch depressieve, joodse Steve
Davids kon dat niet verhelpen. Dat blijkt al tijdens de eerste beelden van
Niemeijer, als hij haar twee jaar na het overlijden van haar moeder filmt
terwijl ze in de auto door New York naar huis rijdt. Ze laat haar man via de
autotelefoon weten dat ze onmogelijk kan zeggen hoe laat ze thuis is en vertelt
aan haar neef over het overhaaste vertrek uit Amsterdam naar de Verenigde
Staten toen ze een jaar of vijf, zes was en nog heel weinig besef van haar twee
oudere zusjes had die in het concentratiekamp waren omgekomen. Ze was in een
klap haar schoolvriendinnen kwijt en uitgeleverd aan de grillen van haar moeder,
die ze zo goed mogelijk gerust probeerde te stellen. Eenmaal thuis toont ze
Marco het enorme archief van haar ouders. De gefilmde uitspraak van Enny, dat
haar dochter na haar dood de hele verzameling zou weggooien, is geen waarheid
geworden. Het zegt, net als het feit dat Enny herhaaldelijk klaagt dat ze
volgens Tascha het verleden moet laten rusten, veel over de gestoorde
communicatie tussen moeder en dochter.
Bijzonder zijn de filmbeelden van de meisjes Myrna en Glenda
die inderdaad als kleine engelen voor de camera verschijnen, met boekjes bij de
haard, in bad met hun haren hoog opgetast boven hun hoofd of in pyjamajasjes
tandenpoetsend voor de wastafel. Enny typeert de verhouding met haar man Hans
als die tussen een prins en een prinses. Dat is goed te zien aan de filmbeelden
uit januari 1939 in Nice, al ging daar een nare gebeurtenis aan vooraf. Het is
goed voorstelbaar dat Enny na de bevrijding uit het concentratiekamp nooit over
het verlies van haar dochters is heen gekomen, net zo voorstelbaar als het is
dat Tascha werd opgezadeld met een enorm trauma van haar moeder. De filmbeelden
die steeds heen en weer schieten tussen de twee vrouwen, die, zoals Tascha een
paar keer zegt, fysiek erg op elkaar lijken, tonen de onmogelijkheid van beide
vrouwen om zichzelf te bevrijden van de omstandigheden. Enny en Tascha zijn
twee vrouwen met sterke needs, zoals Tascha dat noemt, waarmee ze aangeeft dat
de onvervulde behoeften, het grote verlies en de onmogelijkheid een eigen leven
op te bouwen het bestaan kunnen ontwrichten of misschien beter gezegd, de
essentie van een bestaan kunnen uitmaken. Het leven is een schouwtoneel en
ieder krijgt zijn deel, zoals Joost van den Vondel ooit al dichtte. Dat Marco
Niemeijer dit familietafereel zo verdienstelijk van dichtbij in beeld heeft
gebracht, verdient inderdaad een Europese prijs.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten